‘Soude cannelée’ = gegleufde, gegroefde, peilstift, - tentijzer (bl. 37);
‘draaineerbuisje’ = uitvloeibuisjes, uitloospijpjes; ‘steriel gaas’ = kiemvrij, ontsmet gaas; ‘tamponnade der wonde’ = af- of uitdopping; in andere gevallen, opstopping, verpropping (tamponnement).
‘Dissoriëeren’ = losmaken, lossnijden, vaneendoen, vaneenscheiden, uiteendringen (bl. 44);
‘Tampons’ = proppen, stoppen, doppers (bl. 52);
‘Asepsie en antisepsie’ = smetvrijheid, ontsmetheid en smetweer, ontsmetting, bederfwering (bl. 57);
‘Resorptie’ = opslorping; ‘secondaire besmetting’ = bijkomende, nakomende besmetting (bl. 58);
‘Expectoreeren’ = opgeven, fluimen; ‘desinfectie’ = vuilwering, kuisching, reiniging, ontsmetting: ‘recidieve’ = hervalling, weerinstorting (bl. 65);
Zou de achtbare Schrijver niet goedvinden, inbrengbare en niet inbrengbare breuken (hernies réductibles et h. irréductibles) te vervangen door induwbare en niet induwbare?
Enkele weinige andere kleine aanstippingen in potlood, heb ik mij, op het hs., ten gerieve van den Vlaamschgezinden dokter, veroorloofd.
Ik heb mij, sinds elf jaren rustend arts, voorzichtig van alle oordeel aangaande de louter wetenschappelijke zijde van dit jonge werk onthouden. Ik weet er, overigens, niets tegen in te brengen; en mijnen lof kan Dr. T. gemakkelijk derven. Als leden der Koninklijke Vlaamsche Academie, is het mijne collega's en mij hier in de eerste plaats om de belangen van taal en letteren te doen.
Dr. Am. de Vos.