Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1899

[p. 141]

Jaarlijksche Openbare zitting van 22 Juni 1899.

Zijn aanwezig de heeren Daems, onderbestuurder; de Potter, bestendige secretaris;

de heeren Claeys, jhr. de Pauw, Gailliard, Hiel, Alberdingk Thijm, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, Sermon, Coremans, Bols, de Flou, Claes, Janssens, jhr. de Gheldere, Prayon-van Zuylen, werkende leden;

de heeren de Ceuleneer, Segers en de Vreese, briefwisselende leden.

De heer onderbestuurder verklaart de zitting open te 2 1/4 uur.

Hij bedankt de aanwezigen, inzonderheid de heeren R. de Kerchove, Gouverneur van Oost-Vlaanderen, senator Lammens en andere waardigheidbekleeders, voor hun bewijs van belangstelling in de Academie en in hare nuttige werkzaamheden, waarna hij het woord verleent aan den heer Alberdingk Thijm, die, in de afwezigheid van den heer Van Even, bestuurder, lezing doet van de door dezen aangekondigde verhandeling: