Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1899
(1899)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 132]
| |||||||
Zitting van 21 Juni 1899Aanwezig de heeren Daems, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, jhr de Pauw, Gailliard, Hiel, Snieders, Alberdingk Thijm, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, Sermon, Coremans, Bols, de Flou, Claes, Janssens, jhr de Gheldere, Prayon-van Zuylen, werkende leden; de heer de Vreese, briefwisselend lid. De heeren van Even en Gezelle, werkende leden, en de heeren Segers en Muyldermans, briefwisselende leden, laten schriftelijk weten dat zij de vergadering van heden en morgen niet kunnen bijwonen. Na lezing van het verslag over de vorige zitting, hetwelk zonder aanmerkingen wordt goedgekeurd, deelt de bestendige secretaris de lijst mede der | |||||||
Aangeboden boeken.Door de Regeering: Bibliographie de Belgique, nr 10, 1899. - Tables pour 1898. Compte rendu des séances de la Commission royale d'Histoire, 1899, nr 1. Bulletin de la classe des Lettres et des sciences morales et politiques et de la classe des Beaux-Arts, 1899, nr 4. Bulletin de l'Agriculture, 1899, nr 3. | |||||||
[pagina 133]
| |||||||
Étude sur la formation et l'organisation économique du domaine de l'abbaye de Saint-Trond, par Alfred Hansay. Revue sociale catholique, 1899 nr 8. Sommaire idéologique des ouvrages et des revues de philosophie, 5e jaar, nr 16. Beknopte natuurgeschiedenis (Dier- en Plantenkunde) door M. Stuyvaert. Inleiding tot de natuurgeschiedents, door denzelfde. Wallonia, 1899, nr 5. Revue néo-scolastique, 1899, nr 2. Bulletin du Conseil supérieur de l'Agriculture. Session de 1898-1899. Documents, tome 1.
Arbeidsblad, Mei 1899.
Door de Académie royale d'Archéologie de Belgique: Annales, 1899, 1e aflevering. - Bulletin, 5e afl.
Door Mejuffer Maria du Caju: Rekenkundige opgaven over Spaarzaamheid en Vooruitzicht. Nieuwe uitgave.
Door den heer J. Muyldermans: Het Kerkboek van den christen soldaat.
Door den heer Baron Emile de Borchgrave, Belgisch gezant bij het hof van Weenen: Daniel de Borchgrave, procureur-général au Conseil de Flandre. Notes historiques et généalogiques. | |||||||
[pagina 134]
| |||||||
Door den bestendigen Secretaris: Lettre et chiffre, par P. Stebert. Etude sur la numismatique gauloise des commentaires de César par C.-A. Serrure, 1re étude.
Door den heer J. Broeckaert: Omstandig programma van den historischen en nijverheidsstoet ter gelegenheid van de voltooiing der nieuwe brug over de Schelde en der nieuwe kaaimuren. Dendermonde, 1899.
Door den heer A. Roegiers: De Vakvereenigingen bij de Romeinen. De verdere vervlaamsching van het middelbaar onderwijs van eersten graad, of Grieksch en Latijn door het Vlaamsch onderwezen. 1894. Het huwelijk en zijne plechtigheden bij de oude Grieken. 1888. De l'enseignement de la prosodie latine. Un passage d'Aristoxène et le prétendu concubinat légitime des Athéniens. La question du stage professoral. La famille de Socrate.
Verder de laatst verschenen afleveringen van Biekorf, het Belfort, de Vlaamsche Kunstbode, St.-Cassianusblad, Revue bibliographique belge.
De heer Daems maakt de vergadering bekend dat eene erge ongesteldheid den heer bestuurder belet ter zitting aanwezig te zijn. | |||||||
[pagina 135]
| |||||||
Hij verzoekt verder de heeren Leden, die gewoon zijn een beknopt verslag over het verhandelde in de maandelijksche bijeenkomsten aan dagbladen of tijdschriften mede te deelen, in het vervolg het getal stemmen niet op te geven, door de candidaten in het kiezen voor het aanvullen der opene plaatsen bekomen. - Dit is geheel in strijd met de Academische gebruiken en van aard niet alleen om misnoegen te verwekken ofwel bij den gekozene, ofwel bij den niet gekozene, maar tevens om het publiek, hetwelk met de Academische toestanden niet bekend is, verkeerde meeningen te doen opvatten.
De heer onderbestuurder leest een schrijven gericht aan de Academie, door den heer de Vreese, vragende dat aan de Regeering zou verzocht worden om hem te Parijs, in de Mazarijnsche Bibliotheek, een hs. van Jan van Ruusbroec te laten afschrijven, hetwelk hij gaarne voor zijn bekroond werk over de taal van Ruusbroec zou gebruiken. - De vergadering belast het bureel de vraag te doen aan den heer Minister van Binnenl. Zaken en Openbaar Onderwijs.
Door den heer Coopman wordt verslag uitgebracht over het verhandelde in de te middag gehouden zitting der Commissie voor Nieuwere Taal en Letteren. | |||||||
[pagina 136]
| |||||||
Door deze Commissie wordt aan de vergadering voorgesteld de uitgaven der Academie naar de thans te Gent open zijnde Provinciale Tentoonstelling te zenden. - Aangenomen. Zij stelt tevens voor, dat door de Kon. Vlaamsche Academie een schrijven zou worden gericht aan den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, waarbij de trapsgewijze vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool gevraagd wordt door het treffen der volgende maatregelen:
Tot wijziging en aanvulling van de voorwaarden betreffende de Academische wedstrijden stelt de Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde voor: ‘De schrijvers, wier werken in en na 1900 door de Academie met goud worden bekroond, ontvangen voortaan kosteloos, gedurende vijf jaren, de uitgaven van de Academie, welke behooren tot | |||||||
[pagina 137]
| |||||||
het vak waarin zij eenen Academischen prijs hebben behaald’. Ten slotte verzoekt de Commissie het Bestuur der Academie kennis te nemen van de bespreking, welke in de Kamer der Volksvertegenwoordigers heeft plaats gehad over de jongste begrooting voor het ministerie van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, en waarin gehandeld werd over de vraag of de Regeering het recht heeft de grondslagen en de inrichting van de Académie Royale de Belgique - dus ook van de Koninklijke Vlaamsche Academie - te wijzigen zonder de toestemming van de Academie. - De vraag is of het Bestuur daarover geen verslag zal uitbrengen of geen voorstel betreffende die zaak aan de Academie overleggen?’ - Dit laatste punt zal door het bestuur onderzocht worden. |
|