Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1898
(1898)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
Zitting van 16 Februari 1898.Aanwezig de heeren van Even, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, jhr. de Pauw, Gailliard, Gezelle, Hiel, Daems, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, Sermon, Bols, de Flou, baron de Maere, Claes en Arnold, werkende leden; de heeren Janssens en Segers, briefwisselende leden. De heer Alberdingk Thijm laat weten dat hij ter zitting niet kan aanwezig zijn, moetende de vergadering van eenen keurraad, te Brussel, bijwonen. De heer Génard laat schriftelijk weten dat hij verhinderd is ter zitting aanwezig te zijn. Met spijt wordt het uit Loven medegedeelde bericht ontvangen dat de heer Willems, werkend lid, ziek is en in bedenkelijken toestand verkeert. Na goedkeuring van het verslag over de vorige zitting legt de bestendige secretaris de lijst neder der | |
Aangeboden boeken.Door de Regeering: Manuel populaire contre l'Alcoolisme par le Dr. H. Boëns. Notices biographiques sur Saint Frédégand. Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1897, nr 12. - 1898, nr 1. | |
[pagina 14]
| |
Revue sociale catholique, 1897, nrs 1, 2, 3. Bulletijn der maatschappij van Geschiedenis en Oudheidkunde te Gent, 1897, nr 7. Bulletin de l'Agriculture, 1897, nr 6.
Door den heer J. Muyldermans: Verhandeling over het patriotismus door J. Lublink. - Lofrede op J. Lublink door Westerbaen. Met aanteekeningen heruitgegeven door J. Muyldermans.
Door den heer Génard: Vijf gedichten, (1854-1873.)
Door den heer Gezelle: Reynaert den Vos ofte het Oordeel der Dieren, (uitgave van 't einde der XVIIIe eeuw.)
Door den heer V. de Belie: Stemmen des gemoeds in lijden en verblijden.
Door het Verein für niederdeutsche Sprachforschung: Jahrgang 1896.
Door den heer J.-H. Gallée: Middeleeuwsche kloosterregels. Oudsaksische Genesis Vs. 288. Openingsrede der vergadering van het Prov. Utrechtsch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen. Mittelniederdeutsches Arzeneibuch. Segensprüche. | |
[pagina 15]
| |
Door de Académie royale d'Archéologie: Annales, 5e deel, 1e aflev. Bulletin, 1898, nr 1.
Door den heer Fr. van Veerdeghem: Willem van Afflighem's Sint-Lutgart. Brussel, 1897.
Door den heer Edm. de Geest: Ken u zelf! Nederlandsche dicht- en fabelenkrans. Brussel. 1897.
Door de Uitgevers van Belfort en Biekorf, de laatstverschenen afleveringen dezer tijdschriften. | |
Briefwisseling.Mededeeling wordt gedaan van eenen brief des heeren Dr. B. Stallaert, die namens de familie van wijlen den heer K. Stallaert, lid der Academie, de voortzetting vraagt van het Glossarium van verouderde rechtstermen. Uit de verklaringen der heeren de Flou en Gailliard blijkt, dat met de aanteekeningen, door K. Stallaert nagelaten, weinig of niets te doen is; een geheel nieuw werk moet geleverd worden, wat veel onderzoek en tijd zal vergen. Op voorstel des heeren de Pauw wordt de brief van Dr. B. Stallaert verzonden naar de Commissie | |
[pagina 16]
| |
voor Middelnederlandsche letteren, die in de eerstvolgende maand vergaderen zal. De heer Coopman brengt verslag uit namens de Commissie van Nieuwere Taal- en Letterkunde. Aangaande de hersamenstelling der twee nieuwe Commissiën stelt de afdeeling voor Nieuwere Taalen Letterkunde voor, dat de Academie zich houde aan hare in September 1897 genomen beslissing tot verdediging van de belangen der Commissiën. Zij verzoekt dat het Bestuur der Academie de uitgave van den catalogus der aan de Academie behoorende boeken zooveel mogelijk bespoedige en de boekerij voor de Leden toegankelijk stelle. Ook dat de uitgave van het werk: Onkruid onder de Tarwe, bespoedigd worde.
De heer Coopman leest daarna het verslag over de in 1897 verschenen afleveringen van het Woordenboek der Nederlandsche taal, bestemd voor den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs. De heer Broeckaert biedt, namens de Commissie van Geschiedenis, Bio- en Bibliographie, verslag over hare laatstgehouden zitting. | |
[pagina 17]
| |
De Commissie vraagt, ingevolge het 3e artikel harer wetten, de toelating om de eerste aflevering van het Biographisch Woordenboek der Zuidnederlandsche Schrijvers in druk te geven. De kopij dezer aflevering, bevattende de levensschets der Schrijvers, wier naam begint met de letter A, is nagenoeg drukvaardig, zoodat er niet langer met de uitgave dient gewacht te worden. Door de Commissie is besloten nadien een exemplaar der gemelde aflevering te zenden aan den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, om dezen hoogen ambtenaar, bij de aanvraag van een buitengewoon hulpgeld ter bestrijding der kosten, het bewijs te leveren dat bedoeld werk hoegenaamd niet te beschouwen is als eene doublure of als eene vertaling van de Biographie nationale, met de milde ondersteuning van het Staatsbestuur uitgegeven door de Academie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. De Commissie noodigt andermaal de heeren Academieleden, die niet tot de Commissie van Geschiedenis, Bio- en Bibliographie behooren, vriendelijk uit tot medewerking aan de ontworpen uitgave, welker nuttigheid door de Academie reeds erkend is. Na eene korte bespreking over het vraagstuk wordt beslist, dit aan de dagorde te brengen van de volgende zitting. |
|