Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1898
(1898)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 11]
| |
jaar 1897 met eenen ‘J. de Keyn-prijs’ bekroond te worden. En deze eer was ten volle verdiend. Eenieder weet hoe lastig een vak de kinderpoezij is. Beperkt in alle letterkunde is het getal der dichters, die in zulke gedichten den juisten toon hebben weten te treffen, en het kind, het jonge kind, hebben voorgesteld zooals het werkelijk is, met zijne naïeve en frissche denkbeelden en gevoelens. Ik meen mij aan geene overdrijving schuldig te maken, wanneer ik beweer dat de Nederlandsche Letteren geene volmaaktere gedichten voor de eerste jeugd bezitten dan die, welke ik nu aan de Academie aanbied, en dat Coopman's Kinderlust waardig is geplaatst te worden naast de Zonnestralen van Van Droogenbroeek, dat meesterwerk voor de meer gevorderde jeugd. De bundel, sierlijk gedrukt door A. Siffer, drukker onzer Academie, is opgeluisterd met penteekeningen van 's dichters zoon, die, alhoewel eerstelingen van den jongen kunstenaar, den geest dezer kindergedichten treffend schilderen. P. Willems. | |
Dagorde.Worden gekozen: Tot leden der Commissie van Rekendienst, voor het loopende jaar: de heeren Claeys, jhr. de Pauw en Obrie. | |
[pagina 12]
| |
Tot leden van de keurraden voor de wedstrijden: Tweede vraag: de heeren de Flou, Gezelle en de Vreese; Derde vraag: de heeren Coopman, Arnold en Claes; Zesde vraag: de heeren Coopman, Bols en Broeckaert; Zevende vraag: de heeren Coopman, Claes en Sermon; Buitengewone prijskamp: de heeren Coopman, Coremans en Sermon. De heer bestuurder verleent het woord aan den heer De Vreese, die, naar aanleiding van den omzendbrief vanwege de Commissie tot onderzoek van het Woordenboek der Nederlandsche Taal, aan de leden gezonden, eenige inlichtingen geeft over den toestand van het apparaat van het Woordenboek, en uiteenzet hoe het de Redactie meestal stoffelijk onmogelijk is recht te doen aan de klachten, die in Zuid-Nederland zoo vaak vernomen worden. Hij richt ten slotte een warmen oproep tot de leden, om de Redactie in haar moeilijk werk te steunen, door op de door de Commissie voorgestelde wijze hunne medewerking te verleenen. De zitting eindigt te 4 uur. |
|