Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1897

Bibliographische aanteekening.

Ik heb de eer aan de Academie aan te bieden het eerste stuk van eene verhandeling over de Kieming der Zaadplanten, door Dr. A.-J.-J. van de Velde. Deze verhandeling, in onze taal geschreven, werd bekroond in den Algemeenen Wedstrijd voor het Hooger Onderwijs in 1895 en werd uitgegeven door het Gentsche Kruidkundig Genootschap Dodonaea, dat zich door zijne uitsluitend Nederlandsche uitgaven op het gebied der taal, evenals op dat der wetenschap, zoo verdiens-

[p. 568]

telijk maakt. Niet alleen om de degelijkheid van zijn werk, maar ook omdat hij het in onze taal stelde, behoort den Schrijver hier hulde gebracht te worden.

J. Obrie.

Op voorstel van den heer de Pauw heeft de Bestendige Commissie voor Middelnederlandsche Taal- en Letterkunde, in hare zitting van heden morgen, den wensch geuit, dat de Middelnederlandsche Bibliographie, van Petit, moge worden aangevuld en bijgewerkt tot op den dag van heden, met vermelding van prozawerken, wetenschappelijke verhandelingen en oorkonden, die in gezegd werk niet konden geboekt worden.

De heer Coopman brengt verslag uit over de zitting van de Commissie voor Nieuwere Taal- en Letterkunde.

Door die Commissie zal aan de beide andere afdeelingen der Academie de volgende vraag tot onderzoek en bespreking overgelegd worden:

‘Bestaan er geene ernstige redenen opdat de Koninklijke Vlaamsche Academie, in het belang van Taal- en Letterkunde, door het afkondigen van eene met redenen omkleede beslissing, de Zuidnederlandsche onderwijzers, leeraars en letterkundigen waarschuwe tegen het al te voorbarig geheel of gedeeltelijk aannemen der zoogenaamde Kollewijn-spelling?’

[p. 569]

Dezelfde Commissie stelt voor, dat het Bestuur der Academie schrijve aan den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs om hem te verzoeken dat de voor den tweejaarlijkschen Cantatenprijskamp ingezonden Nederlandsche gedichten voortaan onderworpen worden aan het oordeel der Koninklijke Vlaamsche Academie.

Ten slotte vraagt de Commissie dat het Bestuur der Academie nogmaals aandringen zou opdat de Regeering de inrichting van de beide nieuwe afdeelingen der Academie bepaald regele.

Dagorde.

De heer bestuurder wijst op de voorstellen der Commissie voor het aanbieden van prijsvragen voor 1899, welke voorstellen, gedrukt, aan de leden zijn gezonden. De Academie gaat over tot de beraadslaging en stelt het program der wedstrijden vast als volgt:

Oudgermaansche Taalkunde.

Men vraagt eene zoo volledig mogelijke taalkundige studie, over de oudnederfrankische eigennamen.

Prijs: 600 frank.

Middelnederlandsche Taalkunde.

Men vraagt een woordenboek der Middelnederlandsche eigennamen. (Geene eenvoudige nomenclatuur, maar alles wat daarbij kan vermeld worden; tevens opgave van plaatsen, waar elke aangeteekende naam voorkomt.)

Prijs: 600 frank.

[p. 570]

Letterkunde.

Eene verzameling onuitgegevene oude Vlaamsche liederen, zooveel mogelijk met hunne zangwijzen, tot aanvulling der bestaande liederenverzamelingen van Willems, van de Coussemaker, van Lootens en Feys en van Bols.

Prijs: 600 frank.

Taalkunde.

A.

Een Handwoordenboek van Nederlandsche Synoniemen, met uitleg⁽¹⁾ en toelichtende voorbeelden, zooveel mogelijk uit de beste Nederlandsche schrijvers.

Prijs: 1000 frank.

(1) Voor dezen zij als voorbeeld aanbevolen: Johann August Eberhard's Synonymisches Handwörterbuch der deutschen Sprache. - Dreizehnte Auflage. Leipzig, 1882, Th. Grieben's Verlag.

B.

Eene zoo volledig mogelijke lijst van de verwerpelijke neologismen, die heden gebruikt worden in de Nederlandsche taal, met aanwijzing van hunnen oorsprong en hunne onnauwkeurigheid, alsmede van de juiste Nederlandsche woorden, uitdrukkingen of zegswijzen.

Prijs: 600 frank.

Geschiedenis.

Men vraagt een Volksboek over de geschiedenis van België, van 1792 tot 1814

Prijs: 600 frank.

Buitengewone Wedstrijden.

Vak- en Kunstwoorden.

Men vraagt eene volledige Kunst en Vakwoordenlijst over het ambacht van den Huis- en Versierschilder en Glazen-

[p. 571]

maker. Met gepaste bijvoeging van de afbeelding der opgegeven voorwerpen en met de Fransche, Hoogduitsche en Engelsche benamingen.

Prijs: 300 frank.

Wedstrijden voor 1900.

Vak- en Kunstwoorden.

A.

Volledige Nederlandsch-Fransche en Fransch-Nederlandsche vakwoordenlijst over het Notariaat.

Prijs: 500 frank.

B.

Volledige Nederlandsch-Fransche en Fransch-Nederlandsche Woordenlijst over de Veeartsenijkunde. - Met bijvoeging van de gewestelijke woorden en uitdrukkingen, en teekeningen waar het past.

In het antwoord zullen de Mededingers ook zooveel mogelijk de Fransche, Hoogduitsche en Engelsche benamingen mededeelen.

Prijs: 600 frank.

De zitting van heden was vooral bestemd om de nagedachtenis van K.-L. Ledeganck, den dichter der Drie Zustersteden, overleden in 1847, te verheerlijken.

De heeren Hiel en Claeys hadden zich laten inschrijven, de eerste voor het lezen van een gedicht, de tweede voor een stuk in proza. De heer bestuurder verleent nu het woord aan den heer Hiel, die zijn gedicht: Ledeganck, voordraagt.

[p. 572]

Vervolgens geeft de heer bestuurder het woord aan den heer Claeys, die zijn opstel: ‘Het jaar 1840 in het leven van Ledeganck’ leest. Na deze lezing zegt de heer bestuurder, in naam der Academie, dank aan de heeren Hiel en Claeys voor hunne mededeelingen, welke in de Verslagen zullen opgenomen worden.

De bestendige Secretaris deelt hierop mede, dat hij eenige kleine dichtstukken, door Ledeganck geschreven in zijne jeugd, en niet in zijne Volledige Werken opgenomen, heeft ontdekt, en dat de heer baron Emile de Borchgrave, afgezant van België bij het hof te Weenen, kopie heeft gezonden van een ander onuitgegeven gelegenheidsvers, opgedragen aan zijnen vader, Mr. Ivo de Borchgrave, door Ledeganck, in 1828. Hij stelt voor, ook deze stukken, als aanhangsel op het verslag der huidige zitting, te laten drukken. - Aangenomen.