Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1897
(1897)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 81]
| |||||||
Zitting van 17 Februari 1897.Aanwezig de heeren baron de Maere, bestuurder, Alberdingk Thijm, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, jhr. de Pauw, Gailliard, Gezelle, Hiel, Snieders, Willems, Daems, Micheels, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, van Even, Sermon, Bols, de Flou, Claes, werkende leden; de heeren de Ceuleneer, jhr. de Gheldere, de Vreese, Segers. Verontschuldigen hunne afwezigheid de heeren Génard en Hansen, werkende leden, en de heeren Janssens, Muyldermans en Prayon-van Zuylen, briefwisselende leden. Na lezing van het verslag over de vorige zitting deelt de bestendige secretaris de lijst mede der | |||||||
Aangeboden boeken.Door de Regeering: Bibliographie de Belgique. 1897, nrs 1 en 2. Mémoires couronnés et autres mémoires publiés par l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de la Belgique, 8o, 53e en 54e deelen. Chartes inédites de l'abbaye d'Orval. Correspondance du Cardinal de Granvelle, 1586. Table chronologique des chartes et diplômes | |||||||
[pagina 82]
| |||||||
imprimés concernant l'histoire de la Belgique. 9e deel. Wallonia. 3e jaar, nr 1 I Fioretti. Les petites fleurs de la vie du petit pauvre de Jésus-Christ Saint-François d'Assise. Traduction d'Arnold Goffin. Brussel, 1897. Triptyque, par Honoré Ponthière. Bulletin de l'Académie royale des sciences, des lettres et des beaux arts de Belgique, 1896, nr 12. Bulletin de l'Agriculture 1896, nr 6. CEuvres de N. Defrecheux. Door den heer J. Broeckaert: Pater Bruynincx. Emmanuël Quaetfaslem. Eenige aanteekeningen over de kunstenaarsfamilie Kerricx. Door de Maatschappij der Antwerpsche Bibliophilen: Le Passetemps de Jehan Lhermite. 2e deel. Door den eerw. heer F. van Loo, bestuurder der katholieke bibliotheek te Gent: Corporis humani anatomioe, authore Philippo Verheyen. 2e uitgaaf, 1710, 2 deelen. Door den heer A. Siffer: Het Belfort, 1897, nr 2. Door de Société de Statistique de Marseille: Répertoire des travaux de la Société. 1896. Door de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde, te Leiden: Handelingen en mededeelingen over het jaar 1895-1896. | |||||||
[pagina 83]
| |||||||
Levensberichten der afgestorvene Medeleden van die Maatschappij. 1896. Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde. 15e deel, 4e aflevering. Door den heer F. Buitenrust Hettema: Taal- en Letteren. 1897, nr 1. Door den heer W. de Vreese: Fragment van eene berijmde Romeinsche geschiedenis. Door mejuffer Maria du Caju: De vrouwelijke opvoeding in haar verband met de eischen des levens. Nieuwe vermeerderde uitgave. Door de Uitgevers van Biekorf, nr 1 van het 8e jaar dezes tijdschrifts. Door de Société belge de librairie: Revue bibliographique belge, 1897, nr 1. | |||||||
Briefwisseling.Mededeeling wordt gedaan van een schrijven des heeren Ministers van Landbouw en Openbare Werken, berichtende dat zijn departement zal tusschenkomen voor de helft der kosten, veroorzaakt door het graveeren der portretten van Z.K.H. Prins Albrecht en van den heer Fr. Schollaert, Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, beide portretten bestemd voor het Jaarboek der Academie voor 1897. | |||||||
[pagina 84]
| |||||||
Ter beantwoording van de prijsvragen, uitgeschreven door de Academie voor het jaar 1897, zijn ingezonden: | |||||||
Eerste vraag.
| |||||||
Tweede vraag.
|
1o | Orboren en nutscap. |
2o | Lust baart moed. |
3o | Thet is thet andert uppa thère ôthere kèst. |
Derde vraag.
Nieuwere Taal- en Letterkunde.
Men vraagt eene zoo volledig mogelijke lijst van de verwerpelijke neologismen, die heden gebruikt worden in de Nederlandsche taal, met aanwijzing van hunnen oorsprong en hunne
onnauwkeurigheid, alsmede van de juiste Nederlandsche woorden, uitdrukkingen of zegswijzen.
Eéne verhandeling, met kenspreuk:
Die zijn kind mint, spaart de roede niet.
Vierde vraag.
Geschiedenis.
Een volksboek over de Geschiedenis van Belgie van 1792 tot 1814.
Eén handschrift, met kenspreuk:
Dit waren jaren van bitter lijden.
Dagorde.
De vergadering aanvaardt het ontwerp van begrooting voor het jaar 1897, door de Commissie van Rekendienst opgemaakt.
Vervolgens gaat zij over tot de benoeming der keurraden voor de letterkundige wedstrijden dezes jaars.
Worden aangeduid: voor de eerste prijsvraag, de heeren Willems, Gezelle, de Vreese;
voor de tweede: de heeren Gezelle, Gailliard, de Vreese;
voor de derde: de heeren Coopman, Micheels, Obrie;
voor de vierde: de heeren Coopman, de Potter, Sermon.
Het voorstel, in de voorgaande zitting neergelegd door de Commissie van Nieuwere Taal- en Letterkunde, met betrekking tot het inrichten eener Vlaamsche Hoogeschool of het langzamerhand vervlaamschen der Hoogeschool van Gent, wordt, op schriftelijk verzoek van den heer Prayon, verdaagd tot de volgende zitting.
De bestendige secretaris leest een opstel, getiteld: ‘Het Nederlandsch geene rechtstaal?’ gestaafd door de opgave van een aanzienlijk getal schriften, in Nederlandsche taal, handelende over Rechtswetenschap en gedrukt sedert de XVIe eeuw.
Daarna doet de heer Bols lezing van een opstel over Oude Liedekens.
Beide stukken zullen in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden. Van het eerstgemelde, tot doel hebbende de bewering te niet te doen als zou het Nederlandsch ongeschikt en te arm zijn om tot rechtstaal te dienen, zal eene Fransche overzetting gezonden worden aan de Leden der wetgevende vergaderingen, aan de hooggeplaatste ambtenaren der rechterlijke orde, en aan de dagbladen.
Te vier uren verklaarde de heer bestuurder de zitting geheven.