Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1896
(1896)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 689]
| |
Zitting van 16 December 1896Aanwezig de heeren Gailliard, bestuurder, baron de Maere, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren Claeys, jhr. de Pauw, Gezelle, Hiel, Willems, Alberdingk Thijm, Daems, Micheels, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, van Even, Sermon, Bols, de Flou, de Maere, Claes, werkende leden; de heeren jhr. de Geldere, de Vreese, Janssens, Muyldermans, Prayon-van Zuylen en Segers, briefwisselende leden. Door den bestendigen secretaris wordt het verslag gelezen over de voorgaande zitting, hetwelk goedgekeurd wordt. | |
Aangeboden boeken.Door de Regeering: Paysages étrangers, door Conrad de Buisseret. Rapport adressé à M. le Ministre de l'Intérieur et de l'Instruction publique sur la situation de la Bibliothèque royale durant les années 1894-1895, par Ed. Fétis. Bulletijn van de Geschied- en Oudheidkundigen Kring van Gent, 1896, nr 5. Revue néo-scolastique, 3e jaar, nr 4. | |
[pagina 690]
| |
Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1896, nr 9-10. Wallonia, 1896, nr 11.
Door jhr. K. de Gheldere: Dietsce Rime. Geestelijke gedichten uit de XIIIe, XIVe en XVe eeuwen.
Door den heer Cam. Huysmans: Nog over Haspegouw. (Plaatsnaamkunde).
Door den heer Gielkens: La liberté d'association, I en II.
Door de Société belge de librairie: Revue bibliographique belge, 1896, nr 10.
Door de Uitgevers van Biekorf, de nrs 20, 21 en 22 jaargang 1896.
Door den heer A. Siffer: Het Belfort, 1896, nr 12.
Door den heer Arseen van der Schelden: Dichtbundel der stukjes, den eerw. heer K.-L. de Vos aengeboden. Geeraardsbergen, 1842. Voorlezingen van Hollandsche dichtstukjes. Mechelen, 1824. Redevoering over het beoefenenswaardige der Nederlandsche tale, zou om haar zelve als om hare voortbrengselen. 1818. Publius Virgilius Maroos Werken, vertaald door Vondel. Amsterdam, 1646. | |
[pagina 691]
| |
Godsdienstige en Zedekundige lessen voor de Roomsch Catholieke jeugd, door P. Visschers. Antwerpen, 1832.
De bestendige secretaris deelt de vergadering een schrijven mede van den heer de Bruyn, minister van Landbouw en Openbare werken, waarbij bericht wordt dat hij, gevolg gevende aan het verzoek, hem door het bureel der Academie gedaan, maatregelen heeft genomen om de nieuwe zittingzaal te voorzien van het groot geschilderd portret van Z.M. den Koning, hetwelk hij bestellen zal aan den heer L. Maeterlinck. (Toejuichingen.)
Naar aanleiding van een voorstel, gedaan door den heer Prayon-van Zuylen, en strekkende om den Senaat te verzoeken dat hij het onlangs door de Kamer der Volksvertegenwoordigers gestemde wetsvoorstel der heeren Coremans en de Vriendt, aangaande het officiëel verklaren van de Nederlandsche taal, voor de afkondiging der wetten, onverminkt stemmen zou, ontstaat eene beraadslaging aan welke de heeren jhr. de Pauw, Willems, Janssens, de Potter, Segers, Claes, Obrie, de Vreese en Micheels deel nemen. Ten slotte wordt door de vergadering, met algemeene stemmen, het volgende voorstel der heeren Prayon en Obrie aangenomen: | |
[pagina 692]
| |
De Academie, Overtuigd dat het belang van het Vlaamsche volk dringend eischt dat het wetsvoorstel betreffende het gebruik der talen in de wetgeving spoedig en onveranderd door den Senaat gestemd worde, gaat tot de dagorde over. | |
Dagorde.De heer Muyldermans, briefwisselend lid, leest een opstel, getiteld: Verarming en verrijking der Taal. Dit stuk zal, op voorstel van den heer bestuurder, in de Verslagen en Mededeelingen opgenomen worden. Aleer de zitting te sluiten staat de heer bestuurder, wiens dienstjaar ten einde loopt, recht, en drukt zijnen medeleden zijnen dank uit voor de menige blijken van genegenheid en van vertrouwen, waarmede zij hem gedurende zijn bestuurjaar vereerd hebben. Nu laat ik, zegt hij, den bestuurderszetel over aan ons achtbaar medelid den Heer Baron de Maere, een man wiens bevoegdheid U allen bekend is en onder wiens wijze leiding de koninklijke Vlaamsche Academie hare werkzaamheden met vrucht zal voortzetten. (Toejuichingen.) |
|