Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1896

[p. 595]

Zitting van 16 September 1896.

Aanwezig de heeren Gailliard, bestuurder, baron de Maere, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris;

de heeren Claeys, jhr. de Pauw, Génard, Gezelle, Hiel, Willems, Hansen, Micheels, Obrie, Coopman, Broeckaert, van Even, Sermon, Coremans, Bols, de Flou, Claes, werkende leden;

de heeren de Vreese, Janssens en Segers, briefwisselende leden.

Afwezig met kennisgeving, de heeren Alberdingk Thijm, Daems en de Vos.

De bestendige Secretaris leest het verslag over de vorige zitting, hetwelk goedgekeurd wordt, en legt daarna de lijst neder der

Aangeboden boeken.

Door de Regeering:

De Hagelander. 3^e jaargang.

Grondbeginselen van het Belgisch strafrecht, door Mr. de Hoon.

La Chambre des Représentants, en 1894-1895.

Bulletijn van den Geschied- en Oudheidkundigen Kring van Gent. 4^e jaar, n^o 2.

Lexique française hiéroglyphique, par G. Hagemans.

[p. 596]

Het gebruik der Talen in burgerlijke Zaken, door O. Pyfferoen.

Bibliographie de Belgique, 1896. N^rs 11-16.

Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. Mémoires couronnés et mémoires des savants étrangers. Tome LIV, 4^o.

Revue Néo-Scolastique, n^r 11.

Réalités, par Em. Gielkens.

Wallonia, 4^e jaar, n^r 6.

L'Etat de l'Eglise ou les deux Puissances, par Ferdin.-J. Moulart. 4^e édition.

Mémoires pour servir à l'histoire du Traditionalisme ou de l'Ontologisme en Belgique, de 1834 à 1864.

De St.-Martenskerk te Kortrijk, door Th. Sevens.

Bibliotheca Belgica. 133^e-136^e afleveringen.

Door den heer Th. van Hoogstraten, Dominikaan:

Studiën en kritieken. 2 deelen. 1890.

Door de Koninklijke Akademie van Wetenschappen te Amsterdam:

Jaarboek van de Kon. Akademie over het jaar 1895.

Zur Lexicologie des altwestfriesischen, von W.-L. van Helten.

Die altindischen Todten-und Bestattungsgebräuche, von Dr. W. Caland.

[p. 597]

Door de Opstellers van het Woordenboek der Nederlandsche taal

De 2^e aflevering, 11^e deel. (Oorlogspantser-Op.), en de 8^e aflevering, 2^e deel: Bed-Beek.

Door den bestendigen secretaris der Academie:

Alphabet irlandais, précédé d'une notice historique, littéraire et typographique, par J.-J. Marcel.

Reglement voor de maetschappy van Vlaemsche Letteroefening: de Taal is gansch het Volk, opgerigt te Gent, den 10 Februari 1836.

Verslag over den toestand der maetschappy gedurende het bestuer-jaer 1836-1837. - Idem tot 1856-1857. - Idem over 1859-1860, 1860-1861, 1861-1862, 1864-1867.

Door de Uitgevers van Biekorf, de 16^e en 17^e afleveringen dezes tijdschrifts.

Door den heer Arseen van der Schelden:

Louisa-Maria. Nieuwjaerswensch aen de Ryken, door C-H. van Boekel. 1856.

Briefwisseling.

Door den heer Paul ver Eecke, ingenieur te Antwerpen, is aan de Academie een fragment gezonden (in lichtdruk) van een middeleeuwsch handschrift, door hem onder den ouden omslag van een boek ontdekt, en bevattende een fragment van Jacob van Maerlant's Spieghel historiael. De

[p. 598]

heer ver Eecke zal, zoo de Academie het verlangt, een lichtdruk bezorgen van geheel het handschrift, hetwelk wel niet onuitgegeven, maar toch van belang is om te onderzoeken welke varianten het met de gekende teksten oplevert. - Den heer P. ver Eecke zal namens de Academie, bij voorbaat, dank worden gezegd voor de bereidwillige mededeeling.

De heer Gailliard, secretaris der bestendige Commissie van Middelnederlandsche letteren, deelt mede dat de heer W. de Vreese aan gemelde Commissie voorstelt, het hs. van Sydrac, persvaardig gemaakt door Dr. Stoett, door de Academie te laten uitgeven. - Dit voorstel zal in eene volgende zitting onderzocht worden.

Gezegde commissie heeft beslist, onder voorbehoud van de goedkeuring der Academie, de heeren de Flou en Gailliard te gelasten met de uitgave van het dichtwerk: Spieghel van 's menschen behoudenisse, hetwelk men veronderstelt uit de pen gevloeid te zijn van Jacob van Maerlant, en waarvan het eenig bekende hs. door beide leden te Londen is afgeschreven.

De vergadering gelast het bestuur, alsmede de heeren jhr. de Pauw en de Vreese, met het regelen des bankets op 17 October aanstaande, na de gewone maandelijksche vergadering.

[p. 599]

Dagorde.

Het voorstel, in de vorige zitting neergelegd tot het aannemen van een onderscheidingsteeken voor de leden der Academie, op plechtige vergaderingen, wordt, na mededeeling van een paar opmerkingen ingezonden door de heeren Alberdingk Thijm en de Vos, en na eene korte wisseling van gedachten, in beginsel aangenomen, maar de bespreking er van tot later verschoven.

Aangaande de erkenning der beide nieuwe bestendige commissiën door den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, zal dezen hoogen ambtenaar antwoord gevraagd worden op het vertoog, hem namens de Academie daarover toegestuurd.

Het voorstel der Commissie van nieuwere Taalen Letterkunde, strekkende om, op het gunstig verslag der heeren Bols, Coopman en Micheels, het handschrift der heeren J. Cuvelier en C. Huysmans (Plaatsnaamkunde. Gemeente Bilsen), door de Academie uit te geven, wordt aangenomen.

Te vier ure verklaart de heer bestuurder de zitting gesloten.