Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1894
(1894)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 183]
| |
Openbare zitting van 21 Juni 1894.Aanwezig de heeren Claeys, bestuurder, Hansen, onderbestuurder, de Potter, bestendige secretaris; de heeren jhr. de Pauw, Gailliard, Gezelle, Hiel, Snieders, Willems, Daems, Mathot, Micheels, Obrie, Coopman, de Vos, Broeckaert, van Even, Sermoen, Bols, Coremans, de Flou, jhr. de Maere, werkende leden; de heer F. van der Haeghen, binnenlandsch eerelid; de heeren Janssens, jhr. de Geldere en de Ceuleneer, briefwisselende leden. Kwaart na twee uren verklaart de heer bestuurder de zitting geopend. Na lezing van het telegram, namens Z.M. den Koning gezonden in antwoord op den heildronk, Hem, en de Koninklijke Familie, daags te voren op het jaarlijksch banket der Academie toegestuurd, deelt hij mede dat de heeren V. Begerem, minister van Justitie, R. de Kerchove, gouverneur van Oost-Vlaanderen, Bruneel, schepene der stad Gent, Lammens en Vercruysse-Bracq, senators, Arthur Verhaegen, lid der bestendige deputatie van Oost-Vlaanderen, schriftelijk het spijt hebben uitgedrukt, verhinderd te zijn de zitting bij te wonen. | |
[pagina 184]
| |
Onmiddellijk daarna leest de heer bestuurder Dr H. Claeys de volgende redevoering: |
|