Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1894

[p. 175]

Zitting van 20 Juni 1894.

Aanwezig de heeren Claeys, bestuurder; Hansen, onderbestuurder; de Potter, bestendige secretaris;

de heeren jhr. de Pauw, Gailliard, Génard, Gezelle, Hiel, Snieders, Willems, Alberdingk Thijm, Daems, Mathot, Micheels, Obrie, van Droogenbroeck, Coopman, de Vos, Broeckaert, van Even, Sermon, Coremans, de Flou, Bols, jhr. de Maere, werkende leden;

de heeren F. van der Haeghen, binnenlandsch eerelid, en Janssens, briefwisselend lid.

De bestendige Secretaris leest het verslag over de voorgaande zitting, hetwelk wordt aangenomen.

Aangeboden boeken.

Namens den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs:

Bibliographie de Belgique, 1894, N^r 3.

Compte rendu des séances de la Commission royale d'histoire, 1894. N^r 1.

Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts. 1894, N^r 4.

Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts. Classe des Sciences. Programme de concours pour 1895.

[p. 176]

Door den heer J. van Droogenbroeck:

Levensschets van Jan-Frans Willems. Uit het Fransch vertaald naar P. de Decker.

Het zilveren jubelfeest van mevrouw Daenens, geb. Diana Robyn. Gent, 1844.

Door de Uitgevers van Biekorf:

De 9^e, 10^e en 11^e afleveringen van dit tijdschrift.

Door den heer A. Siffer:

Het Belfort, 1894, N^r 6.

Magasin Littéraire, 1894. N^r 5.

Door den heer Splichal:

Kempisch Museum, 3^e jaargang, n^r 4.

Door den heer Arseen van der Schelden:

Aan den zeer eerweerden heer Andreas Verrept, ter gelegenheid van zijne eerste Onbloedige Offerhande... te St.-Stephanus-Woluwe. Mechelen, 1822.

Aenspraek van den zoo genaemden reus oft Drunum-Antigoon. Antwerpen, 1816.

Door den Oudheidkundigen Kring van het Land van Waas:

Annales, 14^e deel, 4^e aflevering.

[p. 177]

Briefwisseling.

Een schrijven van 7 Juni 1894, onderteekend door den heer J. de Burlet, minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, drukt dezes tevredenheid uit over den uitslag der zending, welke de Academie aan de heeren de Flou en Gailliard had opgedragen, ten einde navorschingen te doen in de bibliotheken en andere verzamelingen van handschriften, in Engeland, waar nog stukken uit de middelnederlandsche letterkunde te vinden zijn. De heer Minister voegt erbij dat hij met de meeste dienstvaardigheid zijne tusschenkomst zal verleenen tot het verkrijgen, ter inzage, van de handschriften, welk door de Commissie, gelast met het uitgeven van Middelnederlandsche werken, zouden aangeduid worden als berustende in eenige Engelsche openbare verzameling.

De bestendige Secretaris vraagt het woord.

Hij deelt de vergadering mede, dat in de tweede helft der maand Juli te Gent een groote historische stoet zal uitgaan, die ongetwijfeld de belangstelling van de Leden der Academie verdient. Hij stelt voor, de maandelijksche zitting der Academie, welke den 18 Juli zou dienen plaats te hebben, te verschuiven tot den 22, op welken dag de stoet voorbij het lokaal der Academie zal komen.

De vergadering treedt dit voorstel bij.