van Geschiedenis, zijn gelast met alles wat de uitgave en de uitvoering van het Woordenboek betreft.
7) Wanneer, na eene maand tusschenruimte, het beloofde opstel door den Bestendigen Secretaris tweemaal vruchteloos is aangevraagd, zal een andere Schrijver er mede gelast worden.
8) Geene reeks, eene letter van het werk vormende, wordt op de drukkerij bezorgd, tenzij wanneer de Bestendige Secretaris de volledige en drukvaardige kopij in handen zal hebben.
9) Al de in 't Nederlandsch opgestelde werken van eenen schrijver zullen beoordeeld worden;
10) Anonieme schrijvers zal men eene plaats geven in een Aanhangsel.
11) Voor de pseudoniemen zal de echte naam gesteld worden, zoo deze gekend is.
12) Geene andere dan in het Nederlandsch geschreven werken, of hoofdzakelijk over het Vlaamsch handelende, zullen vermeld worden.
13) Slechts bij uitzondering zal men toelaten dat er van onze minder of in 't geheel niet bekende dichters fragmenten worden opgenomen.
14) De bijdragen voor het Woordenboek zullen, aleer ze ter perse gaan, moeten, goedgekeurd zijn door eenen keurraad, benoemd in den schoot der Commissie van Geschiedenis.