Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1893
(1893)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 202]
| |
Zitting van den 19 Juli 1893.Aanwezig de heeren P. Génard, bestuurder, K. Stallaert, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, G. Gezelle, Em: Hiel, A. Snieders, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems. C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels. J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, J. Broeckaert, E. van Even, J. Bols, H. Sermon, werkende leden; de heer K. de Flou, briefwisselend lid. Het verslag over de voorgaande zitting, door den bestendigen Secretaris voorgedragen, wordt goedgekeurd. | |
Aangeboden boeken.Namens den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs: Verzameling van grafschriften en wapens in verschillende Noord-Brabantsche kerken. Naar een oud hs. uitgegeven door J.-Th. de Raadt. Verzameling van grafschriften en wapens van Gorinchem. Cartulaire de l'église Saint-Lambert de Liége. Tome premier. De werken van J. van den Vondel. 1667-1671. | |
[pagina 203]
| |
Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1893, no 5.
Door het gemeentebestuur van Antwerpen: Antwerpsch Archievenblad, uitgegeven op last van het stadsbestuur, door P. Génard. 18e deel, 1e aflev.
Door den heer J. Micheels: Theodoor Körner.
Door de Lovensche rederijkerskamer ‘het Kersouwke’: Lovensche Kersouwieren-almanak voor 1861 en 1862. Jaarboekje voor 1866, 1867, 1869, 1870, 1871, 1873, 1874. Boekenlijst van het Kersouwken, 1877. Afrika, de Slavenhandel en de Aardrijkskundige Conferentie van Brussel, door W. Eben De Kersouw, zingdicht. Bekroonde dicht- en prozastukken van den letterkundigen prijskamp uitgeschreven in 1870 door ‘het Kersouwken’. Idem in 1874. Bekroonde heldendichten en zedenverhalen van den letterkundigen kampstrijd van 1852.
Door het Historisch Genootschap, te Utrecht: Bijdragen en Mededeelingen, 14e deel. Dagverhaal van Jan van Riebeek, commandeur aan de Kaap de goede Hoop, IIIe deel. | |
[pagina 204]
| |
Door het Friesch Genootschap te Leeuwarden: Vier en zestigste verslag der Handelingen van het Friesch Genootschap van geschied-, oudheid- en taalkunde, over het jaar 1891-1892.
Door den heer J. Splichal: Kempisch Museum, IIIe jaargang, no 3.
Door den heer A. Siffer: Het Belfort, 1893, nr 7.
Door de Société d'Emulation pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre: Annales, 1887, 2e bijvoeglijke aflevering, en 1891, 1e aflevering.
Door den heer J. van Neste, te Brugge: Biekorf, 4e jaar, nrs 12, 13, en Bijblad. | |
Briefwisseling.De bestendige secretaris deelt het antwoord mede van Z.M. den Koning, op den heildronk, hem toegebracht tijdens het banket van de Leden der Academie, den 21 Juni jl. Bij brief van 16 Juli zendt de heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs afschrift van het koninklijk besluit, den 3 Juli genomen, bij hetwelk de verkiezingen, gedaan door de Academie in zitting van 21 Juni jl., door Z.M. den Koning zijn goedgekeurd. | |
[pagina 205]
| |
Een ander schrijven namens den heer Minister vraagt inlichtingen aan de Academie nopens eene hem gedane vraag tot het bekomen eener toelage voor eene reis in Engeland, ten einde aldaar, in het British Museum en de Bodleian Library, opzoekingen te doen en oorkonden te raadplegen omtrent de Nederlandsche lettergeschiedenis, en inzonderheid omtrent de handschriften van het Schaakspel en het Kaatsspel, eenige gedichten van Houwaert, en Jan van der Noot en andere. De vergadering, acht gevende op het 64e artikel van de Wetten der Academie, besluit, twee leden der Commissie van Middelnederlandsche letteren te benoemen om gemeld onderzoek in Engeland te doen. Worden daartoe gekozen, de heeren E. Gailliard en G. Gezelle.
Van den heer Dr. J.-H. Gallée is bericht ontvangen dat hij zijne benoeming tot eerelid der Koninklijke Vlaamsche Academie ten zeerste waardeert en deze volgaarne aanneemt.
De heeren Om. van Damme, voorzitter, en J. Broeckaert, geheimschrijver van het Middencomiteit, ingericht te Dendermonde met het doel een standbeeld op te richten aan Prudens van Duyse, verzoeken de Academie zich op het onthullingsfeest, dat den 27 Augustus eerstkomende zal gevierd | |
[pagina 206]
| |
worden, te laten vertegenwoordigen. - Bereids verklaren de heeren Claeys, de Pauw, de Potter, Hansen, Micheels, Obrie, Snieders en van Droogenbroeck de plechtigheid ter eere van den vaderlandschen dichter te zullen bijwonen.
Door den heer Obrie wordt namens den heer Johan Bohl een exemplaar aangeboden van het door dezen opgestelde werk: De Raad der Advocaten te Abdera. - Bedankingen aan den heer Joh. Bohl.
De heer de Vos vraagt het woord. Hij zegt dat er, volgens zekere in de stad loopende geruchten, pogingen worden aangewend bij de Regeering om den linker vleugel van het gebouw der Academie, of een gedeelte daarvan, aan eenen bijzondere af te staan. Spreker vraagt of het bestuur van dergelijk ontwerp iets weet, en wat het in dit geval voornemens is te doen. De bestendige secretaris antwoordt dat, zoodra het den heer de Vos bedoelde gerucht hem ter ooren is gekomen, hij onmiddellijk eene zitting van het bestuur der Academie heeft belegd, in welke besloten werd bij de Regeering aan te dringen, geen gevolg aan de vraag tot bedoelden afstand te geven. De vergadering beslist. dat het bestuur, zonder verwijl, opnieuw den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs zal verzoeken bij den heer Minister van Landbouw, Nijverheid en | |
[pagina 207]
| |
Openbare Werken aan te dringen om het hem gedane verzoek van de hand te wijzen. | |
Dagorde.De Academie gaat over tot het benoemen der Commissie, gelast met het voorstellen van prijsvragen voor 1895. Worden gekozen de heeren Coopman, Daems, Gezelle, van Droogenbroeck, P. Willems.
Ingevolge artikel 3 des koninklijken besluits van 8 Juli 1886 verleent de Academie den titel van binnenlandsch eerelid aan den heer F. van der Haeghen, die door menigvuldige bezigheden belet is, de zittingen bij te wonen en deel te nemen aan de werkzaamheden. Er zal tot zijne vervanging als werkend lid worden overgegaan in de eerstvolgende vergadering der Academie. De zitting wordt te 4 uur geheven. |
|