Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1893
(1893)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 134]
| |
Openbare zitting van 22 Juni 1893.Aanwezig de heeren K. Stallaert, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, G. Gezelle, Em. Hiel, A. Snieders, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, Th. Coopman, A. de Vos, J. Broeckaert, E. van Even, J. Bols, K. Sermon, werkende leden; de heeren K. de Flou, A. de Ceuleneer, jhr. H. de Gheldere en L. Simons, briefwisselende leden. Aan het bureel nemen plaats de heeren K. Stallaert, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris, Am. de Vos en C.J. Hansen. Onder de aanwezigen bemerkt men de heeren J. Lammens, senator, Boucqué, hoogleeraar aan de Gentsche Hoogeschool, leeraren aan het Koninkl. Atheneum, een aantal letterkundigen, onderwijzers en andere belangstellenden in de Nederlandsche letteren. De heer J. de Burlet, Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, heeft bij brief zijn spijt uitgedrukt, door ernstige en menigvuldige werkzaamheden belet te zijn, de uitnoodiging | |
[pagina 135]
| |
van de Academie tot het bijwonen der plechtige zitting te beantwoorden. Een dergelijk bericht is gezonden door de heeren L. de Reu en A. Janssens, leden van de Kamer der Volksvertegenwoordigers. De heer onderbestuurder opent de zitting te 2 uren. Hij zegt, dat de achtbare Bestuurder der Academie, de heer Génard, op het laatste oogenblik geschreven heeft dat de staat zijner gezondheid hem, buiten zijne verwachting, niet toelaat de plechtige openbare zitting der Academie bij te wonen, en dat derhalve aan den onderbestuurder de eer te beurt valt hem in het voorzitterschap te vervangen, de geachte vergadering in den naam van al de Academieleden te begroeten en hartelijk dank te zeggen voor hare deelneming aan dit letterkundig feest, bewijs van hare belangstelling in de werkzaamheden dezer bij uitstek vader landsche stichting. De heer onderbestuurder geeft vervolgens het woord aan den heer C.-J. Hansen. |
|