Letterkundige wedstrijden voor 1893. - Uitslag.
Ter beantwoording van de eerste vraag: Verhandeling over de klank- en vormleer in de werken van Jan van Ruusbroec, was ééne verhandeling ingezonden, aan welke de uitgeloofde prijs wordt toegekend.
Bij de opening van het naambriefje blijken schrijvers te wezen van dit werk de heeren Dr. Willem de Vreese, medewerker aan het Woordenboek der Nederlandsche taal, te Leiden, en Hip. Meert, leeraar aan het Koninkl. Atheneum te Luik.
Op de derde vraag: Huiselijk leven, zeden en gewoonten in eene Vlaamschegemeente gedurende de tweede helft der XVIIIe eeuw, ontving de Academie twee verhandelingen. Degene met kenspreuk: ‘Men mag zijne oude schoenen verwerpen, maar zijne oude zeden nooit,’ werd den uitgeloofden prijs waardig gekeurd, doch de quaestie van het drukken voorbehouden. Het naambriefje geopend