Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1893
(1893)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
Zitting van 21 Juni 1893Aanwezig de heeren K. Stallaert, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, G. Gezelle, Em. Hiel, A. Snieders, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, J. Broeckaert, E. van Even, J. Bols, H. Sermon, werkende leden; de heeren K. de Flou en A. de Ceuleneer, briefwisselende leden. Door de heeren P. Génard en C. Hansen, werkende leden, en A. Janssens, briefwisselend lid, is bericht gezonden dat zij de vergadering niet kunnen bijwonen. De bestendige secretaris leest het verslag over de vorige zitting, dat goedgekeurd wordt. | |
Aangeboden boeken:Door den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs: Bulletin de la Commission royale d'histoire, 1893, Nr 1. Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts, 1893, Nr 4. | |
[pagina 120]
| |
Door den heer K. Stallaert: Geschiedenis van Jan den eersten van Braband en zijn tijdvak, 1859, 8o.
Door den heer Louis de Backer: La langue flamande en France, depuis les temps les plus reculés jusqu'à nos jours. Gent, 1893.
Door de Redactie van het Woordenboek der Nederlandsche taal, de 5e aflevering van het 5e deel. (Grauw-grillig).
Door de Hoogeschool van Upsala: Meddelanden från det literaturhistoriska seminariet i lund utgifna af Henrik Schuck.
Door den heer A. Siffer: Het Belfort, 1893, Nr 6. Le Magasin littéraire, 1893, Nr 5. | |
Briefwisseling.Namens de Regelingscommissie voor het XXIIe Nederlandsche Taal- en Letterkundig Congres verzoeken de heeren Dr. L.-H. Slotemaker, voorzitter, en A. Sipman, secretaris, dat de Academie een harer leden zou aanduiden om haar op gezegd Congres te vertegenwoordigen. - De vergadering benoemt daartoe den heer J. Obrie. | |
[pagina 121]
| |
De ‘Kring voor taal en recht’, te Antwerpen, verzoekt de Academie het geval van den heer Dr. Am. de Vos, uitgelegd in ‘Een officier geworgd’, te onderzoeken, te bespreken en te trachten tot een goed einde te brengen. - Deze vraag wordt verzonden naar het bestuur.
De heer Willems vraagt of het niet mogelijk ware eene schets te bekomen van den gevel des voormaligen, nu gansch afgebroken lokaals der Koninklijke Vlaamsche Academie, het eerste gebouw waar de titel onzer instelling op prijken mocht. - Door den bestendigen secretaris wordt geantwoord dat hij trachten zal aan deze vraag gevolg te geven.
Nog deelt de heer Willems aan de vergadering mede dat een werkend lid der Academie, door overlast van bezigheden verhinderd deel te nemen aan hare vergaderingen en werkzaamheden, den wensch heeft uitgedrukt om den titel van eerelid te bekomen. Daar dit de eerste maal is dat dergelijke vraag, gesteund op een artikel des koninklijken besluits waarbij de Academie werd ingesteld, gedaan is, verzoekt de heer Willems aan het bestuur, te onderzoeken op welke wijze bedoeld artikel is toe te passen. - De heer onderbestuurder antwoordt dat de quaestie vóór de eerstvolgende zitting zal onderzocht worden. | |
[pagina 122]
| |
Dagorde.De vergadering gaat over tot het kiezen van een buitenlandsch eerelid, ter vervanging van wijlen den heer J.-W. Brouwers. Wordt gekozen de heer Dr. Johan-Hendrik Gallée, leeraar in de oudgermaansche en vergelijkende taalkunde ter Hoogeschool van Utrecht. |
|