Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1893
(1893)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 95]
| |
Zitting van 17 Mei 1893.Aanwezig de heeren K. Stallaert, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. de Pauw, E. Gailliard, G. Gezelle, Em. Hiel, Aug. Snieders, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C.-J. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, J. Broeckaert, Ed. van Even, J. Bols, H. Sermon, werkende leden; de heeren K. de Flou en A. Janssens, briefwisselende leden. Na lezing en goedkeuring van het verslag over de vorige zitting legt de bestendige secretaris de lijst over der | |
Aangeboden boeken.Door den heer H. Claeys: Honderdjarige geboorte van Jan-Frans Willems, herdacht in de zitting der Kon. Vlaamsche Academie van 15 Maart 1893. (Overdruk.)
Door den heer Broeckaert: Oudheidkundige kring der stad en des voor- | |
[pagina 96]
| |
maligen lands van Dendermonde. Gedenkschriften Tweede reeks, d. IV, 3e aflev.
Door de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden: Tijdschrift voor Nederlandsche Taal- en Letterkunde. XIIe deel, tweede aflev.
Door den heer J. van Neste, advocaat te Brugge: Biekorf, 1893, 8e aflevering.
Door den heer L. de Backer, buitenlandsch eerelid: La propriété selon le droit féodal et le socialisme. Brussel, 1893.
Door den eerw. heer J.-B. Martens: Het water. St.-Nicolaas, 1893.
Door den heer Siffer: Het Belfort, 1893. Nr 5. Le Magasin Littéraire, 1893. Nr 4.
Door den heer Lodewijk Jacobs: Eike bladeren. Kunstloovertakken en Rustuurkens. Dendermonde, 1893.
Door den heer Jul. Frederichs: De slag van Kortrijk (11 Juli 1302). Naar het Hoogduitsch van generaal Köhler, uitgebreid en gewijzigd. Gent, 1893. | |
[pagina 97]
| |
Door den heer Stallaert: Glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en andere uitdrukkingen uit Vlaamsche, Brabantsche en Limburgsche oorkonden. 12e aflevering. De heer Daems vraagt het woord. ‘Verhinderd (zegt hij) de laatste zitting onzer Academie bij te wonen, zond ik aan den heer bestendigen secretaris, namens den schrijver des werks, twee exemplaren van: “De Reis van Sint Brandaan, uit het middeleeuwsch overgedicht en met zedelijke aanmerkingen opgehelderd, door F. Dryvers, pr.” Ik ben zoo vrij de aandacht mijner hoogachtbare collega's op dit werkje te vestigen, als op eene poging, die verdient niet alleen aangemoedigd, maar ook nagevolgd te worden; eene poging, namelijk, tot verbreiding onder ons volk, in een genietbaren vorm, van de schatten onzer Middeleeuwsche letterkunde. Veel werd er sedert jaren uit dien rijken schat aan 't licht gebracht; doch voor geleerden alleen: het volk, dat die gewrochten in hunnen oorspronkelijken vorm niet aankan, bleef er van beroofd. 't Is wenschelijk, M.M., dat er gepoogd worde de talrijke perelen, door de voorvaderen nagelaten, in het bereik van den gemeenen man te stellen, met ze naar onze huidige taal te wijzigen, zooals, overigens reeds Willems en van Duyse het deden met den Vos Reinaart. | |
[pagina 98]
| |
Harten echter vol van smaak en gevoel, zoowel als bedreven handen, worden vereischt om, in dat overdichten uit het Middeleeuwsch Vlaamsch in de hedendaagsche taal, de schoonheid en de frischheid van het oorspronkelijke niet al te zeer aan te schennen. Mijns dunkens haalt de heer Dryvers, in dit opzicht, eer van deze zijne eerste poging, bij welke hij, hoop ik, het niet zal laten.’
Door den heer Coopman wordt het verslag gelezen over de zitting der Commissie van nieuwere taal- en letterkunde, te middag gehouden. De Commissie stelt voor 1o van de door den heer J. Broeckaert aangeboden Rederijkersgedichten in het licht te geven: het beste der drie tooneelstukken, benevens de refereinen van de beste liederen, met een glossarium. (Verslag der heeren de Vos en Hiel.) 2o Het gedicht Bethlehem, van wijlen pastoor J.-F. Hendrickx, niet uit te geven. (Verslaggevers de heeren de Vos, Micheels en Snieders.) 3o Het opstel van den heer D. Claes, over ‘want’, op te nemen in de Verslagen en Mededeelingen. (Verslag der heeren de Vos en Daems.) De stemming over deze voorstellen zal plaats hebben in de eerstvolgende zitting. | |
[pagina 99]
| |
De vergadering gaat over tot het nemen van maatregelen voor de jaarlijksche plechtige zitting. De heer Hansen gelast zich met het uitspreken der redevoering, en de heer de Vos zal een gedicht voordragen. Gemelde zitting zal plaats hebben daags na de maandelijksche bijeenkomst. | |
Dagorde.De bestendige secretaris biedt het verslag aan over de zitting der Commissie, die gelast is geweest candidaten aan te bieden voor de openstaande plaats van buitenlandsch eerelid. In de bespreking over de voorgestelde candidaten voeren de heeren P. Willems, J. van Droogenbroeck, Daems en Alberdingk Thijm het woord. |
|