Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1893
(1893)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |
Zitting van 15 Maart 1893.Aanwezig: de heeren K. Stallaert, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gaillard, G. Gezelle, E. Hiel, A. Snieders, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, J. Broeckaert, E. van Even, J. Bols, E. Coremans, H. Sermon, werkende leden; de heeren Th.-J.-I. Arnold, buitenlandsch eerelid, en Ad. de Ceuleneer, K. de Flou en Fr. Willems, briefwisselende leden. De heeren P. Génard, bestuurder, L. Mathot en F. van der Haeghen verontschuldigen zich de vergadering niet te kunnen bijwonen. De bestendige secretaris leest het verslag over de vorige zitting, hetwelk wordt goedgekeurd. | |
Aangeboden boeken.Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. 1892. Ns 1 en 2. De Vlaamsche Kunstbode. 1892. Anecdota Maredsolana. Vol. I. Liber comicus sive lectionarius missae quo Toletana Ecclesia ante annos mille et ducentos utebatur. Edidit D. Germanus Morin. Maredsous, 1893. | |
[pagina 46]
| |
Les doctrines philosophiques de Louvain et les congrégations romaines. 1834-1836. Une page d'histoire contemporaine, par Ad. Delvigne. Brussel, 1893. Postel's Biographisch Woordenboek van de XIIe tot de XIXe eeuw, door Th. Welvaarts. Brecht, 1892. De Maasgouw. Orgaan voor Limburgsche geschiedenis, taal- en letterkunde. Maastricht. 9e deel, 1892.
Door den heer H. Claeys: Gouden Bisschopsfeest van Zijne Heiligheid paus Leo XIII. 1843-1893. Gent, 1893.
Door den heer K. de Gheldere: Ghetiden boec. Naar een handschrift der XVe eeuw, uitgegeven door K. de Gheldere. Gent, 1893.
Door den heer Amand de Vos: Kunstcredo, 1e druk. Een officier geworgd. Tweede aanklacht bij de Kamer.
Door den heer A. de Ceuleneer: Des devoirs pour les classes dirigeantes de se familiariser avec la langue parlée par les classes populaires. Mechelen, 1893.
Door den heer A. Siffer: Het Belfort. 1893. Nr 3. | |
[pagina 47]
| |
Door de klas der Schoone Kunsten van de Koninklijke Academie der Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België is het program gezonden harer prijskampen voor 1894. | |
Briefwisseling.De heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs vraagt aanduiding der dagen, op welke de Academie zitting houdt, ten einde de noodige maatregelen te kunnen nemen om den heer L. Simons, leeraar aan het Koninklijk Atheneum te Loven, voor die dagen verlof te vergunnen.
Door den bestendigen Secretaris wordt het overlijden medegedeeld van den heer J.-W. Brouwers, buitenlandsch eerelid der Academie, te Maastricht schielijk overleden. Aan de heeren leden is geene kennisgeving van het sterfgeval gedaan door middel van gedrukten brief, daar het bestuur geen bericht van het overlijden is gezonden. - De vergadering beslist, eenen brief van deelneming te sturen aan de familie des afgestorvenen.
Een brief van den heer Willem de Vreese, met betrekking tot de uitgave van middelnederlandsche gedichten, zal gezonden worden aan de Commissie van middelnederlandsche letteren, die in | |
[pagina 48]
| |
de eerstvolgende zitting verslag daarover zal aanbieden.
De heer P. Génard laat schrijven door zijnen zoon, den heer N. Génard, dat ziekte hem belet op reis te gaan. Gaarne had hij de zitting voorgezeten om aan de gedachtenis van Jan-Frans Willems, den heropbeurder der Nederlandsche taal en letterkunde ten onzent, hulde te bewijzen; hij moet zich voor heden bepalen met schriftelijk den wensch uit te drukken, dat aan de Regeering een marmeren borstbeeld van den verdienstelijken man, voor de Academie, worde gevraagd. - Algemeene bijtreding.
De heer Frans Willems vraagt het woord en drukt zich nagenoeg uit als volgt:
Op eene vergadering der afdeelingen van het Davids-Fonds der provincie Antwerpen, op Zondag 5 dezer te Lier gehouden, stelde de Liersche afdeeling voor, aan den patroon van het fonds, ‘David’, in zijne geboortestad Lier een standbeeld op te richten. Daar er juist ook spraak was geweest van eene vereering der nagedachtenis van Willems te Boekhout door gemelde vereeniging, heb ik aldaar het voorstel gedaan, de beide vaders der Vlaamsche beweging, én Willems én David, samen te verheerlijken door een tweelingstandbeeld te Lier op | |
[pagina 49]
| |
te richten, zooals men te Brugge gedaan heeft voor Breidel en De Coninc. Daar werd aanstonds op aangemerkt, dat men alsdan eenen oproep zou moeten doen tot geheel het Vlaamsche volk. Welnu, aangezien de Koninklijke Vlaamsche Academie het best de Vlaamsche letteren en de Vlaamsche taalbeweging vertegenwoordigt, stel ik voor, dat de Academie dien oproep tot het Vlaamsche volk richten zou, om het gedacht, te Lier door mij geopperd, tot verwezenlijking te brengen. Wat heerlijke dag zou het voor geheel het Vlaamsche land niet zijn, plechtig, in bijwezen der vertegenwoordigers van Koning en Staatsbestuur, aan die twee groote mannen, de echte vaders onzer hedendaagsche Vlaamsche letterkunde, die openbare hulde van eenen geheelen volksstam te kunnen toebrengen! Het voorstel des heeren Fr Willems wordt verzonden naar het bestuur.
Door den heer Bols wordt verslag gedaan namens de Commissie voor het vaststellen der terminologie in de Nederlandsche spraakleer. De heer Frans Willems doet lezing van eene Proeve van algemeene spraakleer. Deze studie, die den volgenden keer zal worden voortgezet, | |
[pagina 50]
| |
lokt eene bespreking uit, waar vooral de opsteller en de heer P. Willems aan deel nemen. |
|