Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1893
(1893)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Zitting van 15 Februari 1893.Aanwezig de heeren P. Génard, bestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, G. Gezelle, E. Hiel, A. Snieders, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, J. Broeckaert, E. van Even, H. Sermon, J. Bols, werkende leden; de heeren K. de Flou en A. de Ceuleneer, briefwisselende leden. Door den heer K. Stallaert is bericht gezonden dat ongesteldheid hem belet aan de vergadering deel te nemen. De bestendige secretaris leest het verslag over de zitting der vorige maand, dat wordt goedgekeurd, en deelt de titels mede der | |
Aangeboden boeken.Vanwege den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs: Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. 1892, nr 12. Rapport adressé à M. le Ministre de l'Intérieur et de l'Instruction publique sur la situation de la Bibliothèque royale durant les années 1890- | |
[pagina 19]
| |
1891, par M. Ed. Fétis, conservateur en chef. Brussel, 1892. Les Etats de Flandre sous les périodes espagnole et autrichienne, par Ach. Gallet-Miry. Gent, 1892. Etudes sur la propriété artistique et littéraire, par Romberg. Brussel, 1892. La Flandre orientale et ses anciennes archives, 1886.
Door den heer Siffer: Het Belfort. 1893, nr 2. Le Magasin littéraire. 1893, nr 1. Door den heer Splichal: Kempisch Museum. 1893, nr 1. | |
Briefwisseling.De heer J. de Burlet, Minister van Binnenlandsche Zaken en openbaar Onderwijs, brengt ter kennis der Academie dat hij den heer de Beule, beeldhouwer te Gent, gelast heeft met de vervaardiging van het borstbeeld van wijlen Hendrik Conscience, voor het lokaal der Academie. Dit bericht wordt met toejuichingen onthaald. Het bureel zal den heer Minister den dank der vergadering betuigen, en hem tevens, in haren naam, verzoeken dat Conscience worde afgebeeld niet zooals hij was in den laatsten tijd, maar zooals al de Vlamingen hem gekend hebben in de beste jaren zijns levens. | |
[pagina 20]
| |
De heer D. Claes, briefwisselend lid, zendt eene verhandeling, getiteld: De ‘want’ van Coucke en Goethals. - Verzonden naar de commissie van nieuwere taal- en letterkunde. Door den heer Goelen, te Brussel, wordt een handschrift aangeboden, bevattende een nagelaten dichtwerk in zes zangen. getiteld Bethlehem, door wijlen den heer Jan-Frans Hendrickx. | |
Letterkundige wedstrijden voor 1893.Ten antwoorde op de eerste prijsvraag is ingezonden eene verhandeling, getiteld: Klanken vormleer in de werken van Jan van Ruusbroec, met kenspreuk; Hens onder der zonnen
Menschelic werc, dat wet al bloot,
Hen heeft wel verbetrens noot.
(Maerlant.)
Voor de derde prijsvraag zijn ingekomen twee verhandelingen, getiteld: Nr 1. Huiselijk leven, zeden en gewoonten in eene Vlaamsche gemeente op het einde der XVIIIe eeuw. Kenspreuk: ‘In den ouden tijd.’ Nr 2. Antwerpen in de XVIIIe eeuw vóor den inval der Franschen. Godsdienst. Zeden. | |
[pagina 21]
| |
Gebruiken. Vermaken. Kostwinning. Handel. Nijverheid. Onderwijs. Geneeskunde. Gerecht. Kenspreuk: ‘Men mag zijne oude schoenen verwerpen, maar zijne oude zeden niet.’ |
|