Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1892

[p. 328]

Zitting van 19 October.

Aanwezig: de heeren J. Micheels, bestuurder, P. Génard, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris;

de heeren H. Claeys, jhr. de Pauw, G. Gezelle, A. Snieders, F. van der Haeghen, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, J. Broeckaert, E. van Even, J. Bols, H. Sermon, werkende leden;

de heeren A. de Ceuleneer en H. de Flou, briefwisselende leden.

Door de heeren P. Willems en E. Gailliard is bericht gezonden dat zij verhinderd zijn de zitting bij te wonen.

Na lezing van het verslag over de voorgaande zitting, hetwelk zonder aanmerkingen wordt aangenomen, doet de Bestendige Secretaris de titels kennen der

Aangeboden boeken.

Door den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs:

De werken van J. van den Vondel. Uitgegeven door Mr. J. van Lennep, herzien en bijgewerkt door Dr. H.-W. Unger, 1663.

Bulletin de l'Académie royale des Sciences,

[p. 329]

des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1892, n^r 8.

Door den heer J. Broeckaert:

Cartulaire de la ville de Termonde. Uitgegeven door A. de Vlaminck. 1883.

Gedenkschriften van den Oudheidkundigen Kring der stad en des voormaligen lands van Dendermonde. 2^e reeks, 3^e deel. 1879.

Door den heer H. Claeys:

Schrijven voor het volk. Redevoering voorgedragen in algemeene vergadering van het XXI^e Nederlandsch Congres voor taal- en letterkunde.

Redevoering uitgesproken op de algemeene vergadering van het Davids-Fonds te St.-Nicolaas, door H. Claeys. 1892, 8^o.

Door den heer Daems:

Maria-Almanak voor 1893.

Door den heer P. Génard:

Aanteekening over de Bouwmeesters der St.-Lenaartskerk onder Brecht, in de Kempen.

De Antwerpsche Bouwmeesters in de XVI^e eeuw.

Derde verslag over de werkzaamheden van het provinciaal Comiteit der koninklijke Commissie van monumenten der provincie Antwerpen. 1864.

[p. 330]

Verslag over de merkwaardige burgerlijke gebouwen der stad Antwerpen.

Comiteit van Monumenten en bestuur van het Museum van Oudheden. (Provincie Antwerpen.) Bulletijn. 2^e deel.

Compte rendu du Congrès des sciences géographiques, cosmographiques et commerciales. 2 deelen. 1871.

(Deze zes schriften opgesteld door den gever.)

Catalogue de l'exposition ouverte du 14 au 27 Août 1871 (à l'occasion du Congrès international pour le progrès des sciences géographiques, cosmographiques et commerciales).

Door het Stadsbestuur van Antwerpen:

Antwerpsch Archievenblad. 18^e deel, 4^e aflevering.

Door het bestuurcomiteit van het XXI^e Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres, een afdruksel der Handelingen van dat congres.

Door de Hoogeschool van Upsala:

Studiën zur Lehre von der Wurzelerweiterung und Wurzelvariation, von Per Person. Upsala, C.J. Lundström, 1891, 8^o.

Studien zur Lehre von der Wurzelerweiterung und Wurzelvariation, von Per Persson, Upsala, 1891, 8^o.

Anmärkningar till de obetonade vokalernas bortfall i några Nordfranska Ortnamn, per

[p. 331]

Elof Lindström. Upsala, Almqvist en Wiksel, 1892, 8^o.

The poetical cender of the substantives in the Works of ben Jonson, by Carl August Ljunggren. Lund, Collin en Zickerman, 1892, 8^o.

Recherches sur l'emploi de l'article dans le français du XVI^e siècle, composé aux autres époques de la langue, par Emil Zander. Lund, E. Malmström, 1892, 8^o.

Sveriges periodiska literatur under frihetstidens förra del (Till midten of 1750 talet) af Otto Sylwan. Lund, E. Malmström, 1892, 8^o.

Naturalismen enligt Zola framstäld, af C.-G. Estlander. Helsingfors, J.-C. Frenckell & Son, 1891, 8^o.

Beiträge zur Griechischen Sprachkunde von Karl Ferdinand Johansson. Upsala, C.-J. Lundström, 1890, 8^o.

Études sur la prononciation russe, par J.-A. Lundell, 1^re partie. Compte rendu de la littérature. Upsala, C.-J. Lundström, 1891, 8^o.

Historiska Undersökningar rörande sveriges äldsta originalroman af Valfrid Vasenius. Helsingfors, 1892, 8^o.

Språkvetenskapliga Sällskapets i Upsala fórhandlingar. Sept. 1888 - Maj 1891. Upsala, C.-J. Lundström, 1891, 8^o.

Kökarsmålet Ljud-ock formlara akademisk avhandling av Anton Karsten. Helsingfors, 1891 8^o.

[p. 332]

Door den heer A. Siffer:

Het Belfort. 1892 n^rs 9-10.

Le Magasin littéraire. 9^e jaar, n^r 9.

Keus van Nederduitsche Spreekwoorden en dichterlijke Zedelessen, uitgegeven door J.-Fr. Willems. (Herdruk.)

Door den heer Th. Sevens:

De Heilig-Sacramentsprocessie van Kortrijk. Naar ambtelijke stukken bewerkt. Waregem, 1892, 8^o. (Overdruk uit Volk en Taal.)

Door den heer Van de Kerckhove (V.).

De kanker onzer eeuw. De gilde en de Vlaamsche beweging. Brussel, 1892, 8^o.

Door de heeren Du Catillon en Zonen:

Volk en Taal. Maandschrift over gebruiken, geschiedenis, taalkunde en Dietsche belangen. 1892. Afleveringen 1 tot 4.

De heer Génard het woord hebbende bekomen voor eene mededeeling, drukt zich uit als volgt:

MM.

Eenigen tijd geleden ontdekte ik in de bibliotheek van een mijner vrienden twee perkamenten vellen, gansch met middeleeuwsche letteren beschreven en welke tot omslagbladen van handschriften der jaren 1583 en 1585 dienden. Mijn vriend

[p. 333]

schonk ze mij. Zij bevatten ongeveer 400 dichtregels en dragen tot opschrift de woorden Alexander en Godolyas; het zijn, naar allen schijn, fragmenten van Maerlant's gedichten. Zonder een buitengewoon belang aan deze perkamenten te hechten, neem ik evenwel de vrijheid ze aan de Koninklijke Vlaamsche Academie ten geschenke te geven; wellicht zijn zij van aard om een oogenblik de aandacht mijner geleerde Collegas, de uitgevers van Maerlant's Troyen, te vestigen.

De heer Bestuurder dankt, namens de Academie, den heer Génard voor het geschenk en stelt voor, het hs. te zenden naar de Commissie van middelnederlandsche letteren. - Aangenomen.

Door den heer Bestuurder wordt medegedeeld dat de heer Deckers, beeldhouwer te Antwerpen, het marmeren borstbeeld van wijlen J. de Laet heeft gezonden, hem door de Regeering voor de Academie besteld. Voor dit kunstgewrocht, hetwelk de goedkeuring heeft verworven van al de Leden, zal den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs door het Bestuur dank worden gezegd.

Dagorde.

De heeren P. Willems, voorzitter, en Gailliard, secretaris der Commissie van middelnederlandsche

[p. 334]

letterkunde, heden afwezig zijnde, is de morgenzitting, in welke het voorstel' des heeren W. de Vreese te bespreken was, tot de volgende maand moeten verdaagd worden.

De heer Broeckaert maakt de vergadering met den inhoud bekend van eenen onuitgegeven bundel rederijkersgedichten der XVI^e eeuw, door hem onlangs ontdekt te Dendermonde. Deze gedichten bestaan, onder andere, in een tafelspel, een spel van zinnen, een aantal refereinen, liederen enz., hoogstwaarschijnlijk opgesteld door factors van de ter genoemde stad gevestigde rederijkersgilden. Het zinnespel vooral, waarvan de heer Broeckaert eene ontleding aanbiedt, is niet zonder verdiensten en zal ongetwijfeld den liefhebberen der oud-Vlaamsche letteren welkom wezen.

Het opstel van den heer Broeckaert zal in de Verslagen en Mededeelingen der Academie opgenomen en het handschrift gezonden worden naar de Commissie van nieuwere taal- en letterkunde, die verslag over de voorgestelde uitgave zal indienen.

De zitting wordt geheven te 4 ½ uren.