Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1892
(1892)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdTweede vraag.
| |
Derde vraag.
| |
Letterkundige wedstrijden voor 1894.Eerste vraag.
| |
[pagina 325]
| |
Tweede vraag.
| |
Derde vraag.
| |
Vierde vraag.Men vraagt eene volledige lijst van de huidige in onze taal meest voorkomende gallicismen, met aanduiding van de zuiver Nederlandsche woordschikkingen of uitdrukkingen. | |
Vijfde vraag.
| |
Buitengewone prijskamp.Zesde vraag.Men vraagt eene volledige Kunst- en Vakwoordenlijst over het ambacht van den Smid. Zoo veel mogelijk met bijvoeging der afbeelding van de opgegeven voorwerpen. | |
Zevende vraag.Men vraagt eene volledige Kunst- en Vakwoordenlijst over het ambacht van den Timmerman. Ook zoo veel mogelijk met afbeelding van de vermelde voorwerpen. In het antwoord op beide laatste vragen zullen de | |
[pagina 326]
| |
mededingers ook zooveel mogelijk de Fransche, Hoogduitsche en Engelsche benamingen mededeelen. | |
Voorwaarden.Voor de wedstrijden worden enkel handschriften en niet te voren uitgegeven stukken aanvaard De werken moeten leesbaar in het Nederlandsch geschreven zijn. De Schrijver stelt zijnen naam op zijn opstel niet; hij voorziet dit slechts van eene kenspreuk, welke hij, met opgave van zijnen naam en woonplaats, in een gesloten briefje, dat dezelfde spreuk tot opschrift heeft, herhaalt. Voldoet hij aan de laatste bepaling niet, dan kan de prijs hem geweigerd worden. Eene belooning van 600 frank, ofwel een gouden gedenkpenning van gelijke waarde, zal gegeven worden aan den Schrijver van elk bekroond werk ten antwoorde op de drie vragen voor 1893, alsmede aan den Schrijver, die op voldoende wijze eene der vier eerste vragen van den wedstrijd voor 1894 zal hebben beantwoord. Voor de vijfde vraag (1894) zal de prijs bestaan in eene som van 1000 fr. De prijs voor elke bekroonde lijst van Vakwoorden is eene som van 300 fr. De mededingende handschriften voor den wedstrijd van 1893 moeten ten huize van den bestendigen Secretaris (den heer Fr. de Potter, Godshuizendreef, 29) vrachtvrij ingezonden zijn vóór den 1 Februari 1893. - Deze, bestemd voor den wedstrijd van 1894, moeten op hetzelfde adres gezonden zijn vóór den 1 Februari 1894. De stukken, na den voorgeschreven dag ontvangen, of zulke, welker Opstellers zich op eenige manier zullen doen kennen, worden uit den wedstrijd gesloten. De Academie eischt voor de werken de grootste neuwkeurigheid in de aanhalingen en vraagt uit dien hoofde dat de Mededingers de uitgaven, alsook de bladzijde der door hen aangehaalde boeken, aanduiden. - Zij meent den Mededingeren te moeten berichten dat al de handschriften, aan haar oordeel onderworpen, als haar eigendom in hare | |
[pagina 327]
| |
archieven bewaard blijven, en zij zich het recht voorbehoudt deze, geheel of gedeeltelijk, in druk te geven. Van de niet ter uitgave aangenomen stukken zullen de Mededingers, op hunne kosten, een afschrift kunnen bekomen, mits overeenkomst met den bestendigen Secretaris.
Door den heer J. Bols wordt het verslag gelezen over de zitting, welke de Commissie, benoemd tot het onderzoek der eenheid van terminologie in de Nederlandsche spraakleer, gehouden heeft. De vergadering drukt den wensch uit, dat de heer Bols, die reeds tal van Nederlandsche, Hoogduitsche, Fransche en Engelsche spraakleeren heeft onderzocht, zoo spoedig mogelijk zijne taak zou voortzetten.
Het voorstel der Commissie van middelnederlandsche letteren aangaande de uitgave der Keure van Haçebroek, met ophelderende teksten en een omstandig glossarium door den heer E. GAILLIARD, wordt aangenomen.
De tijd der zitting verstreken zijnde, vraagt de heer Broeckaert om zijne aangekondigde mededeeling over eenen tot heden onbekend gebleven bundel Rederijkersgedichten der XVIe eeuw te mogen doen in de eerstvolgende zitting, hetwelk wordt aangenomen. Daarna verklaart de heer Bestuurder de zitting geheven. |
|