Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1891
(1891)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 377]
| |
Zitting van 21 October 1891.Aanwezig de heeren A. Snieders, bestuurder, J. Micheels, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. de Pauw, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, E. Hiel, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, J. Broeckaert, E. van Even, E. Coremans, werkende leden; de heer K. de Flou, briefwisselend lid. Van den heer K. Stallaert is bericht gekomen dat ongesteldheid hem belet de vergadering bij te wonen. Het verslag over de zitting der maand September wordt gelezen en goedgekeurd. | |
Aangebodene boeken.Vanwege den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs: Compte rendu des séances de la Commis sion royale d'histoire. 1891, nrs 1 en 2. Bibliographie de Belgique. Journal officiel de la librairie. 1891, nrs 9 en 10. Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. 1891, nr 8. Woordenboek der Nederlandsche taal. Tweede deel, vierde aflevering. | |
[pagina 378]
| |
De Werken van Joost van den Vondel, uitgegeven door Mr J. van Lennep. 1660. De laetste dag der eerste wereld, heldenspel door Hendrickx. Antwerpen, 1847, 8o. Gedichten van Nestor de Tière. Hasselt, 1891, 16o.
Vanwege den heer Minister van Landbouw, Nijverheid en Openbare Werken: Verslag over den toestand der Maatschappijen van Onderlingen Bijstand gedurende het jaar 1867. Gent, 1869, 4o. Idem over de jaren 1874, 1875, 1876, 1877, 1878, 1879, 1880, 1881, 1882, 1883, 1884, 1886 en 1887. Maatschappijen van Onderlingen Bijstand. Korte beschrijving der wijze van onderzoek enz. Brussel, 1875, 8o. Bestendige Commissie voor de Maatschappijen van Onderlingen Bijstand. Model van statuten enz. Brussel, 1888, 8o. Idem. Maatschappijen voor den Aankoop van Wintervoorraad. Brussel, 1887, 8o. Instelling van eenen zesden driejaarlijkschen prijskamp, voor het tijdperk 1880-1882, tusschen de Maatschappijen van Onderlingen Bijstand. Gent, 1879, 8o. Instelling van eenen achtsten driejaarlijkschen prijskamp voor het tijdvak 1888, 1889 en 1890, tusschen de erkende en niet erkende Maatschap- | |
[pagina 379]
| |
pijen van Onderlingen Bijstand des Rijks. Brussel, 1888, 8o. Zesde driejaarlijksche Prijskamp tusschen de maatschappijen van Onderlingen Bijstand voor het tijdperk 1884, 1885 en 1886. Brussel, gr.-8o. Vijfde driejaarlijksche prijskamp tusschen de Maatschappijen van Onderlingen Bijstand. Gent, 1878, 8o. Uitkomsten van den zesden driejaarlijkschen prijskamp tusschen de maatschappijen van Onderlingen Bijstand. Brussel, 1886, 8o. Landelijk Wetboek. Brussel, drukkerij van het Staatsblad, 1886, 8o. Overeenkomst wegens den Phylloxera, gesloten te Bern. Brussel, 1872, 8o. Internationale overeenkomst wegens den Phylloxera. Brussel, 1888, 8o. Gezondheidspolitie der Huisdieren. Brussel, 1883, 8o. Wet op de jacht van 28 Februari 1882. Brussel, 1882, 8o. De Warmoesteelt in de omstreken van Parijs. Brussel, 1887, 8o. Voordracht over de Oordeelkundige Bijenteelt, door Karel de Kesel. Brussel, 1888, 8o. Verslag over de tentoonstelling van Melknijverheid te Munchen, 1884, door L. Chevron, leeraar bij het Landbouw-Instituut van den Staat. Brussel, 1885, 8o. De Huisdieren op de nationale Tentoonstel- | |
[pagina 380]
| |
ling van 1880, door J. Leyder, leeraar van Dierkunde bij het Landbouw-Instituut van den Staat. Brussel, 1881, 8o. Overzicht van de werkzaamheden der Landbouwlaboritoriums van den Staat gedurende het jaar 1886. Brussel, 1888, 8o. Opmerkingen over de Tabakteelt, naar aanleiding van een bezoek, bij de tabakkweekers in de Peel (Holland) gebracht door Van den Berck en Slegten. Brussel, 1888, 8o. Gids des Schippers, door A. Dufourny. Brussel, 1890, 16o. Stoomtuigen. - Reglement van Politie en Onderrichtingen van 28 Mei 1884. Brussel, 1884, 8o. Bulletijn van den Landbouw. Brussel, 1886-1887, 8o. (Al wat verschenen is.)
Vanwege het Stadsbestuur van Antwerpen: Catalogue méthodique de la Bibliothèque publique d'Anvers. 3e supplément. 1873, 8o.
Antwerpsch Archievenblad. 18e deel, 2e afl.
Door den heer H. Claeys: Vlaamsche redevoering uitgesproken in de algemeene vergadering van het Katholiek Congres van Mechelen. Gent, 1891, 8o.
Door den heer J. Micheels: Hamlet in Holland. Eene proef van vergelijkende letterkunde. 8o. (Overdruk.) | |
[pagina 381]
| |
Door den heer K. Stallaert: Glossarium van verouderde rechtstermen, kunstwoorden en andere uitdrukkingen uit Vlaamsche, Brabantsche en Limburgsche oorkonden. 10e aflevering.
Door den heer S. Daems: Maria-Almanak voor 1892. 8o.
Door den heer Al. van Neste: Verhalen en Novellen. Tweede uitgaaf. Ieperen, 1890. Kinderlooze Moeder. Tweede uitgaaf. Ib., id. | |
Briefwisseling.De heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, bericht de ontvangst van het hem door de Academie toegestuurd verslag over de drie laatst verschenen afleveringen van het Woordenboek der Nederlandsche taal, en dringt aan op het voortzetten dezes werks. Bij een ander schrijven van denzelfden heer Minister wordt herinnerd dat de Academie hem eerlang eene lijst heeft aan te bieden van tien namen, uit welke de jury zal worden samengesteld voor den driejaarlijkschen prijskamp der Nederlandsche tooneelliteratuur. De heer E. Namur, beeldhouwer, schrijft dat hij de Academie het marmeren borstbeeld zendt | |
[pagina 382]
| |
van wijlen den heer J. Nolet de Brauwere van Steeland, door hem op last der Regeering voor de Koninklijke Vlaamsche Academie gebeiteld. - Dankbetuigingen aan den heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs. Bij brief van 20 September laat de heer S. Daems weten, dat het stuk perkament, een fragment behelzende van het middelnederlandsch dichtwerk de Istorie van Troyen, korten tijd geleden in de bibliotheek der abdij van Tongerloo ontdekt, door den zeer eerw. abt van dit klooster aan de Academie ten geschenke wordt gezonden. - De vergadering beslist, op voorstel van jhr. de Pauw, den gever van het kostbare stuk te bedanken.
De heer Claes, briefwisselend lid, zal aanzocht worden de levensschets te schrijven van wijlen den heer L.-W. Schuermans, voor het Jaarboek van 1893.
Door den heer jhr. de Pauw wordt de volgende mededeeling gedaan: Op verzoek van de Koninklijke Vlaamsche Academie heeft de Departements-archivaris te Rijsel kopie gezonden van het aldaar onlangs ontdekte mnl. fragment, deel makende van een tot nu toe mij onbekend en onuitgegeven didactisch gedicht. Jammer dat die kopie van fouten krielt en niet in staat is, zelfs voor een enkel vers, uitgegeven te worden, totdat | |
[pagina 383]
| |
de collatie er van gemaakt zij door eenen deskundige, als er te Rijsel geen schijnt te bestaan. Toch kan ik er den uiterlijken vorm en den inhoud van doen kennen. De kopie bestaat uit 4 stukken van 50 regels ieder, die men gemakkelijk bij elkander kan voegen door de eind- en beginrijmen, en die waarschijnlijk de rechte en keerzijde uitmaken van een enkel folioblad met 2 kolommen verzen. Het eerste vers luidt: Als Job wel hevet bescreven,
en het laatste: Werom God hem leden niet gheeft.
Het handelt over de manier van te bidden en geeft de denkwijze der heilige mannen van het Oude en Nieuwe Testament daarover te kennen. Overigens zullen de titels der hoofdstukken den inhoud beter laten kennen. De 19 eerste verzen zijn het einde van een hoofdstuk; de volgende titels zijn: Bidden zullen werlike op mesdaghen ende op alle feestelike tiden (32 verzen). Bedinghe zal sijn gheoeffent in allen steden (26 v.) Bedinghe moet sijn ghemeent met herten (24 v.) Bede sal wesen ghedaen in oetmoede ende in tranen (3o v.) Bidden om tidelic goet is niet gheloft sonder bi condicien (52 v.) | |
[pagina 384]
| |
Bedinghe van den zondare zoe en hoert God niet (5 v.) Bij eene eerste lezing heb ik van dat gedicht noch in Verdam's Middelnederlandsch Woordenboek (Bedinghe, Bidden enz.), noch in Petit's Middelnederlandsche Bibliographie eenig spoor kunnen vinden. Het behelst overigens tal zeldzame woorden, waarvan eenige echter op rekening van den afschrijver zullen te zetten zijn. Het ware te wenschen dat er zoo haast mogelijk eene goede collatie van gemeld fragment gemaakt wierde, en dat het stuk, zoo het onuitgegeven is, in de door de Academie beslotene uitgave van Mnl. fragmenten verschijne. Daarom stel ik voor, het stuk aan de Bestendige Commissie te verzenden om daartoe de middelen te beramen. - Aangenomen. | |
Dagorde.Het eerste punt der dagorde is de samenstelling der keurraden, gelast met het beoordeelen der stukken, ten prijskampe van de Academie voor het loopende jaar ingezonden. Worden aangeduid: Wedstrijd over Oudgermaansche taalkunde (de geschiedenis van den infinitivus in de Oudgermaansche dialecten): de heeren Roersch, Gezelle en Willems; Wedstrijd van geschiedenis (geschiedenis van | |
[pagina 385]
| |
het gebruik der Nederlandsche taal in het lager, middelbaar en hooger onderwijs in België, van 1830 tot heden): de heeren Coopman, Coremans en Micheels; Letterkunde (de rol van het booze beginsel, onder den naam van Lucifer, Satanas, Sinnekens, enz., in het middeleeuwsch drama): de heeren P. Alberdingk Thijm, Génard en Hiel.
Tot werkend lid, ter vervanging van wijlen den heer L.-W. Schuermans, wordt gekozen de heer H. Sermon, briefwisselend lid. |
|