Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1891

[p. 325]

Zitting van 19 Augustus 1891.

Aanwezig de heeren A. Snieders, bestuurder, J. Micheels, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris;

de heeren H. Claeys, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, E. Hiel, L. Roersch, F. van der Haeghen, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Broeckaert, E van Even, E. Coremans, werkende leden;

de heeren J. Bols, K. de Flou en jhr. K. de Ghelder, briefwisselende leden.

De heeren jhr. de Pauw en Schuermans laten weten dat zij de vergadering niet kunnen bijwonen.

Door den bestendigen Secretaris wordt het verslag gelezen over de vorige zitting, dat goedgekeurd wordt.

Aangeboden boeken:

Vanwege de Regeering:

Bibliographie de Belgique. Journal officiel de la librairie. 1891. N^rs 1 tot 7.

OEuvres de Jean Lemaire de Belges, publiées par J. Stecher. IV^e deel.

De Werken van J. van den Vondel, uitge-

[p. 326]

geven door J. Van Lennep, herzien en bijgewerkt door J.-H.-W. Unger. 1660.

Mgr de Haerne. Naar ambtelijke stukken en familiepapieren bewerkt door Th. Sevens. Kortrijk, 1891.

Wintergrün. Sagen, Geschichten, Legenden und Märchen aus der Provinz Luxemburg, gesammelt und herausgegeben von N. Warker. Afl. 15-21.

Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique. 1891. N^r 7.

Door den heer L. Schuermans:

Oorspronck ende voortgang der Neder-landscher Beroerten... wwt verscheyden so geschreven als gedructe Copijen bijeen gestelt ende tot waerschuwinge van de Nederlanders uyt-gegeven door Joannem Gysium. Delft, 1626. 4^o.

Treur-Tooneel der doorluchtige Mannen, of op- en ondergang der grooten, vertoont in de Rampzalige Geschiedenissen van Keyzers, Koningen, Prinsen, Vorsten en andere voorname Personagiën, beginrende met het Roomsche Keizerrijk, en vervolgende tot aen 't jaar 1698,... door Lambert van den Bosch Tweede deel. Amsterdam, 1698. 4^o.

Door den heer K Stallaert:

De Bervoete Broers. Een Zuidnederlandsch kluchtspel uit het midden der XIV^e eeuw, voor de eerste maal uitgegeven door K. Stallaert.

[p. 327]

Antwerpen, 1891. (Overgedrukt uit de Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle.)

Door den heer J. van Droogenbroeck:

Nae-prysdingende Dicht-werken, behelzende de vastneminge, het verblyf te Fontainebleau, de slaeking en den intrede van Zijne Heyligheyd Pius VII binnen Roomen, voorgesteld door de Maetschappy van Rhetorica, gezegd Kersouwieren, binnen de stad Audenaerde... Audenaarde, 1816.

Bundel ofte verzaemelinge der Dicht-werken en tooneel-uytgalmingen, die mede-gedongen hebben in den dry-voudigen en luisterlyken prys-kamp, in dicht-, tooneel- en schryfkunde. Veurne, 1824.

Door den heer L. de Backer, buitenlandsch eerelid der Academie:

Roumanille. Sa vie et sa mort. Cannes, 1891. 12^o

Door den heer Moriz Heine, de derde aflevering van zijn Deutsches Wörterbuch. (H.-Licht.)

Door den heer J. Splichal, uitgever te Turnhout:

Kempisch Museum, 1891. n^r 3.

Door den heer Amaat de Paepe:

't Werkwoord in den Indo-Germaanschen Taalboom. Proeve van ontleding. Gent, 1891.

Door het gemeentebestuur van Antwerpen:

Comiteit van Monumenten en Bestuur van

[p. 328]

het Museum van Oudheden. Bulletin. 3^e deel, Antwerpen, 1891.

Door de Fédération archéologique et historique de Belgique:

Congrès archéologique et historique de Bruxelles. 1891. Mémoires, documents, questionnaire, etc. 2^e aflevering.

Briefwisseling.

De Regelingscommissie van het XXI^e Taalen Letterkundig Congres zendt het gedrukt Programma dezer vereeniging, op welke de Academie door haar medelid, den heer A. de Vos, zal vertegenwoordigd zijn.

De bestendige secretaris geeft mededeeling van het Koninklijk besluit, gedagteekend 3 Augustus, waarbij de verkiezing des heeren E. Coremans, letterkundige en volksvertegenwoordiger te Antwerpen, tot werkend lid, wordt goedgekeurd.

Ingezonden: een hs. ter beantwoording van de tweede prijsvraag voor het loopende jaar: Rol van het booze beginsel op het middeleeuwsch tooneel, met kenspreuk:

Die eigen erf beploegt
Met minder kommer zwoegt.

[p. 329]

Ontvangen ter beantwoording der vierde prijsvraag:

Het gebruik der Nederlandsche taal in de onderwijsgestichten van Vlaamsch-België sedert 1830, kenspreuk:

Zij wilden wat was recht
En wonnen wat zij wilden.

(Ledeganck.)