Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1891
(1891)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 286]
| |
Zitting van 20 Mei 1891.Aanwezig de heeren A. Snieders, bestuurder, J. Micheels, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, E. Hiel, L. Roersch, P. Willems, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Broeckaert, Ed. van Even, werkende leden; de heer jhr. K. de Gheldere, briefwisselend lid. Door de heeren L. Schuermans, F. van der Haeghen, K. de Flou en H. Sermon is bericht gezonden dat het hun niet mogelijk is de vergadering bij te wonen. Nadat de bestendige secretaris het verslag heeft gelezen over de voorgaande zitting, hetwelk wordt goedgekeurd, legt hij de lijst over der | |
Ontvangen boeken.De heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs zendt aan de Academie: Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Boudewijn, naar 't Fransch van E. Montaye, stafkapitein. Brussel, 1891, 8o. Bijdrage tot een Haspengouwsch Idioticon, door Aug. Rutten. Antwerpen, 1890, 8o. Wintergrün Sagen, Geschichten, Legenden und Märchen aus der Provinz Luxemburg. Gesammelt | |
[pagina 287]
| |
und herausgegeben von N. Warker. Tweede, vermeerderde druk. (De 14 eerste afleveringen), 1890, 8o. Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1891, nrs 2 en 3. Compte rendu des séances de la Commission royale d'Histoire, 1890, nr 4. Lijdensbeelden, Willem Sanger, Licht en Schaduw, dichtbundels, en Mina Lievens, verhaal in twaalf tafereelen, door Leonard Buyst. Verslag over den vijfjaarlijkschen wedstrijd voor Nederlandsche letterkunde, VIIIe tijdvak (1885-1889), 8o. Bibliographie de Belgique. Journal officiel de la librairie, 1890. Nrs 10, 11 en 12. Histoire des troubles des Pays-Bas, par messire Renon de France, publiée par Ch. Piot. 3e deel. Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle, 1890-1891, 8o.
Zijn nog aangeboden:
Door den heer S. Daems: Het Lijdend Hart van Jesus, ons voorbeeld in het Lijden. Meditatiën voor de Vasten. Antwerpen, 1891, 32o. Zoetste der Vrouwen. Gedicht van S. Daems, muziek van Mrs. Norton. 8o. Voor de Koningin van Hemel en Aarde. Idem. Muziek van B. Raes. 8o. | |
[pagina 288]
| |
Door den bestendigen Secretaris der Academie: Geschiedenis der stad Kortrijk, 4 deelen met platen, 8o.
Door den heer Waltman van Spilbeeck: Bijdragen tot de geschiedenis van Mierlo. Helmond, 1891, 8o.
Door den heer Splichal, uitgever te Turnhout: Kempisch Museum, 2e jaargang, Nrs 1 en 2.
Door pater Eugenius, Minderbroeder-Kapucien: Beknopte Geschiedenis van het aloud en mirakuleus beeld van Onze-lieve-Vrouw van de Krocht te Bornhem. Antwerpen, 1891, 16o.
Door den heer Nestor de Tière: Gedichten. Hasselt, W. Klock, 1891, 12o.
Door het Historisch Genootschap van Utrecht: De oudste stadsrekeningen van Dordrecht, 1284-1424, uitgegeven door Mr. Ch.-M. Dozy. 's Gravenhage, 1891, 8o. | |
Briefwisseling.Bij brief van 15 April l.l. herinnert de heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar | |
[pagina 289]
| |
Onderwijs zijn vorig schrijven, strekkende om zoo spoedig mogelijk een verslag te bekomen over de jongstverschenen afleveringen van het Woordenboek der Nederlandsche taal.
Dezelfde heer Minister zendt verder het bericht, dat de heeren Namur en Samain gelast zijn met het vervaardigen der borstbeelden, in marmer, van wijlen de heeren Nolet de Brauwere van Steelant en Eugeen Stroobant, in leven leden der Koninklijke Vlaamsche Academie.
De Koninklijke Academie van Wetenschappen, te Amsterdam, stuurt een exemplaar der prijsvragen voor den wedstrijd van Latijnsche poëzie in 1892 (legaat van Mr. J.-H. Hoeufft).
Door den heer Frederik de Laet is bericht gezonden van het overlijden zijns vaders, den heer Johan-Alfried de Laet, werkend lid der Academie. - De vergadering beslist dat, in haren naam, aan de familie des aflijvigen een brief van rouwbeklag zal worden gezonden. - De heer bestuurder zal de levensschets opstellen voor het Jaarboek van 1892.
Het kunstgenootschap ‘de Distel’, te Brussel, verzoekt de Academie een harer Leden te willen afvaardigen tot het plechtig herdenken van zijn tienjarig bestaan, op 23 en 24 Mei aanstaande. De heer Coopman aanvaardt, op verzoek van den heer bestuurder, de taak om de Academie op het feest van de ‘Distel’ te vertegenwoordigen. | |
[pagina 290]
| |
De heer bestuurder legt neer een dichtstuk, getiteld: Lijkkrans op het graf van Z.K.H. Prins Boudewijn, door Pieter Danco, met verzoek het te willen plaatsen in de bibliotheek. Pieter Danco is een jong en veelbelovend dichter, die alle aanmoediging verdient. |
|