Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1891
(1891)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Vlaamsche vertaal- en woordenboeken van het begin der boekdrukkunst tot den jare 1700,
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ken zijn in twee kolommen gedrukt: de eerste Latijn en de tweede Vlaamsch of omgekeerd. Het zijn dus echte woordenboeken uit dien tijd naar reale wijze bewerkt. Het woordenboek vertolkt gewonelijk een woord door een woord; het vertaalboek geeft zinnen, en dit heeft zijn belang voor den taalkundige. Niet een dezer woordenboeken is in eene enkele taal geschreven; zij bevatten alle ten minste twee talen. Wel weerden van den Werve en Meyer de bastaardwoorden en gaven zij Vlaamsche woorden op, om die te vervangen; maar woordenboeken die de woorden in de eigene taal uitleggen, gelijk Weiland, van Dale en de Vries & te Winkel gedaan hebben, bestaan niet; ofschoon hiertoe de Latijnsche voorbeelden niet onbrakenGa naar voetnoot(1). Slechts twee werken heb ik ontmoet, die het Vlaamsch door het Vlaamsch uitleggen; maar het zijn wonderzinnige werken, die met de taalkunde niets gemeens hebben. Het eerste is: Der Fielen, Rabauwen of der Schalken vocabulaer. Het wierd te Antwerpen bij Jan de Laet in 1558 en misschien ook nog wel vroeger gedruktGa naar voetnoot(2). Het tweede is: Epitheta, dat sijn bijnamen of toenamen, beschreven door Anth Smyters van Antwerpen. Rott. Van Waesberghe. 1620. Het is er mij thans niet om te doen, een dezer woordenboeken in het bijzonder te bespreken; mijn | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
inzicht voor het oogenblik is alleen, ze bekend te maken, voor zooveel ik er in gelukt ben ze te vinden; zonder in de opgave aller uitgaven eene bibliographische nauwkeurigheid te betrachten, die niet in mijn bereik was. Vele dezer werken zijn heden uiterst zeldzaam geworden en van zeer weinige personen gekend, en inderdaad, wie, behalve eenige bibliographen en eenige bibliophilen, en dan nog, kent er de Vlaamsche vertaal- en woordenboeken van Fliscus de Soncino, Noël de Berlemont, Hieronymus Cingularius, Johannes Murmellius, Antonius Sylvius, Petrus Curius, Sebastianus Heyden, Simon Pelegrom, Longolius, Servilius, Zegers, Apherdianus, Johannes Paludanus, Petrus Dasypodius, Adrianus Cardinalis, Vladeraccus, Scoendervordianus en vijf-en-twintig anderen meer? De heer Génard las reeds ter Academie over Cesar Joachim Trognaesius: deze was een drukkeruitgever, gelijk van Waesberghe, Mommaerts, Fickaert, Ferrand, Aertsens en anderen, die woordenboeken uitgegeven hebben, zonder dat zij er daarom de opstellers van zijn; maar er bestond toen te Antwerpen een andere Trognaesius, met name Alexander; deze schreef en gaf er in 1610 een Vlaamsch-Latijnsch woordenboek uit, dat als een tegenhanger kan aanzien worden van Kiliaans werk, waarvan toen reeds vier uitgaven verschenen waren. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Mijns dunkens is het nuttig, ja noodzakelijk, dat deze boeken gekend worden en wel om de volgende redenen. 1o Het spreekt van zelfs dat de namen dezer woordenboekschrijvers in de biographie der Vlaamsche of Nederlandsche schrijvers en hunne werken in de bibliographie moeten opgenomen worden. 2o Deze werken dienen aan de vergetelheid onttrokken en door de toekomende woordenboekmakers ingezien te worden. Er ligt daarin een tal van woorden, wendingen en zinnen verborgen, die waarschijnlijk tot nu toe nog door niemand zijn nagezien geworden; en terwijl onze opstellers van idioticons soms meer achter woorden of klanken zoeken, die aan den eenen of anderen zonderling der ongeleerde volksklas ontsnapt zijn, maar, gelijk men zegt, fortuin gemaakt hebben en hierdoor in de taal van dorp of stad zijn bewaard gebleven - zonder hierom volgens de wetenschap woorden te zijn - heeft men hier te doen met uitdrukkingen door taalgeleerden gevonden, na soms dagen, weken en maanden zoekens - en deze schijnen thans ongelukkig met minachting bejegend te worden, enkel omdat zij gedrukt staan. 3o Ik heb reeds laten hooren, dat behalve van den Werve en Meyer niemand een woordenboek geschreven heeft opzettelijk om Vlaamsch te leeren. In al deze boeken komt het Vlaamsch maar voor als hulptaal, als voertuig des onderwijzes; maar dat vermindert voor ons geenszins hunne waarde; de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schrijvers verzorgden zoowel het Vlaamsch als de andere talen. Zij kenden er verscheidene en vergeleken ze gaarne met elkander. Het woordenboek was in dien tijd niet alleen het groote veld, waarop de taalgeleerdheid zich ontvouwde, maar tevens, gelijk heden nog, het handboek desgenen, die de taal praktisch beoefent. De nieuwere glottologie roept, wel is waar, de spraakleer als het alomvattend boek der taalkennis uit en schuift het woordenboek op den achtergrond; maar die wetenschap met hare regels van klankverwisseling en klankverspringing, met hare woordherleiding tot eenige honderd veronderstelde verbale eenlettergrepige wortels, bestond toen niet en men mag ze dus aan die schrijvers niet vragen, gelijk men het bij de kritiek sommiger werken wel gedaan heeft. Deze woordenboeken zijn dus vooral vergelijkend, en de groote commentators van de classieke schrijvers der oudheid deden toen, bij het verklaren van woorden, ook niets dan vergelijken. Zie b.v. Justus Lipsius in zijne uitgave van: De moribus Germanorum door Tacitus; telkenmale dat het bij een woord past, haalt hij nevens Latijn en Grieksch ook Vlaamsch aan; maar daarbij bepalen zich ook zijne uitleggingenGa naar voetnoot(1). Die woordenboekschrijvers waren overigens niet alleen gekend als lexicographen; men vindt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meestal hunne namen omgeven door een aantal andere werken, die ons bewijzen, dat zij, als kenners der oude talen, bij hunne tijdgenooten in groot aanzien stonden, en dit is eene reden te meer om hunne werken bekend te maken. 4o Eene vierde reden, waarom ik die boeken aan de vergetelheid onttrokken wensch, is van vaderlandslievenden aard. Zij leveren ons inderdaad het bewijs, dat men in dat tijdvak in Europa het Vlaamsch niet ignoreerde of er met minachting van sprak; want waar toen een veeltalig woordenboek gedrukt wierd, hetzij in Genua, in Rowanen of in Parijs, immer zag men er het Vlaamsch nevens de andere voorname Europeesche talen prijken. Neen, men hadde toen niet geschreven wat ik in een werk lees, dat ten minste van zulke onwetenheid moest vrij wezen: ‘De heropkomst van het Vlaamsch is het werk geweest der geletterde klassen; dit enkel feit toont zijnen gekunstelden aard aan; het bewijst, dat deze poging gansch tegenstrijdig is aan den geest des tijds; vermits het eene taal is, niet bewaard voor haar nut, hetwelk de eenige reden harer voortduring is; maar omdat men ze aanziet als eene literarische nieuwsgierigheid, als een philologisch speelgoedGa naar voetnoot(1)’. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5o Eindelijk bewijst de lijst, die ik de eer heb U aan te bieden, de streving van den volksgeest en de richting van het onderwijs in onze gewesten, gedurende gezegd tijdvak. Men bemerkt er in, dat in de laatste helft der vijftiende eeuw alleen het Latijn hier aantrek had; onder Keizer Karel breidde het onderwijs der talen zich uit; toen verschenen er vooral te Antwerpen reeds woordenboeken in vier, zes of acht talen. Het verblijf der talrijke vreemdelingen in die stad, op het einde der regeering van Keizer Karel en in het begin van die van Philip II, had daar het gebruik der vreemde talen ontwikkeld, en zelfs na de regeering van Aalbrecht en Isabella bleef Antwerpen, alhoewel er de Schelde lang vóór 1648 gesloten was, nog eene wereldstad en door hare drukpersen en door haren boekhandel; dit leert de volgende lijst der Vlaamsche woordenboeken, en onder dat betrek mag ik ze aanzien als eene bladzijde uit de geschiedenis der beschaving in de Nederlanden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lijst der Nederlandsche Vertaal- en Woordenboeken, gedrukt vóór 1700.1475-77. Vander Schueren (Gherard). Theutonista of Deutschlender. 1e deel. Duitsch-Latijn. Keulen. Arnoldus ther Hornen, 1475, in-4o. - Id. 2e deel. Latijn-Duitsch. 1477, id. id. Kon. Bibl. 's Hage.) 1479. Vocabularius ex quo (latino-teutonicus). Swollae, zonder drukkersnaam. (Johan van Vollenhoe?), 1479 232 bl. in-4o, goth. lett. (Kon. Bibl. 's Hage.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1480. Proverbia communia (belgico-latina), zonder plaats- of drukkersnaam (waarschijnlijk Deventer, Richard Paffroet, rond 1480) in-4o. (Kon. Bibl. Brussel.) - Id. Ib. 1485 (Campbell. Annales). - Id. Deventer. Jac. de Breda, omtr. 1486 in-4o. (Bibl. gymn. Deventer - Campbell. Ann. p. 208). - Fliscus de Soncino (Stephanus). Sententiarum variationes sive synonima. Zwollis, Petrus de Os de Breda, 1480, in-4o. - Id. Daventriae, in pressura platiae Episcopi. z.j.e.d. (Rich. Paffroet omtr. 1483) in-4o. - Id. (lat. belg.). In oppido Davantriensi Jacobus de Breda, (zonder jaartal, doch rond 1487.) 104 bl. in-4o, goth. lett. (Bibl. van Wolfenbuttel.) 1482. Herbarius. Kruidboek in dietsche... (Antw. Math. Goes) omtr. 1482, in-4o. (Cat. de Meyer 1869, no 234.) - Id. (Culenburg, Jan Veldener) 1484, in-4o. - Id. Antw. Gov. Back, 1511 in-8o. (Bibl. van IJperen.) 1483. Vocabularius copiosus et singularis unus ex diversis diligentissime theutonicatus (lat. belg.), zonder plaats- of drukkersnaam. (Leuven, Jan van Westfalen, rond 1483, bij anderen in 1480.) 412 bl. Gt fol. goth. letter. 1484. Gemmula vocabulorum (lat. belg.). Antv. Gerardo Leeu, (die 18 m. Septembris (14)84. 230 bl. in-4o, goth. lett. (Bibl. Brussel.) Gemmula vocabulorum cum addito. Antv. Gerardo Leeu. 1486, in-4o. ('s Hage - Maatsch. van Ned. Lett. Leiden.) Gemmula vocabulorum cum addito. Antv. Math. Goes. 1487, in-4o. (Brussel - 's Gravenhage.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gemmula vocabulorum cum addito.... Antv. Gerard Leeu. 1488. (Maatschappij van Lett. Leiden.) - Id. Buscod. Gherardus Leempt de Noviomagio. 1488, in-4o. - Id. cum addito, diligenter revisa et emendata. Deventer, Rich. Paffroet, 1489, in-4o. - Gemmula vocabulorum cum addito. Antv. Math. Goes, 1490, in-4o. - Id. Deventer, Jacob van Breda, 1491. - Id. Zwolle. 1492, (Bibl. 's Hage.) - Id. Deventer. Jacob van Breda, 1493, in-fol. (Cat. der Prior. van Elzegem 1782.) - Id. Deventer. Jacob van Breda, 1493, in-4o, (Brussel.) - Id. Delft z.d. (1494?) in-4o. (Campbell). Gemmula vocabulorum. Daventriae... 1494, in-4o. (Bibl Parijs). 1486. Curia Pallatium.... Daventriae. Jacob de Breda, rond 1486, 8 bl. goth. lett. (Bibl. Deventer). - Id. Daventriae. Rich. Paffroet. z.j. in-4o (Gent?) - Id. Rotterdam. H. die Lettersnider, (rond 1505). (Campbell p. 285.) 1487. Proverbia seriosa theutonico-latina sibi invicem consonantia. In Buscoducis Gherardus Leempt de Noviomagio, (14)87, in-4o, goth. lett. - Id. Dev. R. Paffroet, omtrent 1490 in-4o. - Id. Id. 1495, in-4o. - Id. Delf in Hollanda, (Chr. Snellaert, rond 1495, in-4o). - Id. (Swolle. Tymannus Petri de Os de Breda, rond 1497, in-4o. (Campbell. bl. 409 en 410.) 1492(?) Gemma gemmarum, seu vocabularius optimus, gemma vocabulorum dictus (lat. belg.). Zwollae, P. Os de Breda, (zonder datum) in-4o. (Kopenhagen en Oxford.) - Id. Daventriae. Jac. de Breda 1500, in-4o. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Gemma gemmarum, cui addita sunt vocabula cuiusdam Rabbi Joannis. Lugduno-Batavorum, off. Johanni Severini, 1515, in-4o. 1494. Gemma vocabulorum (lat. belg.) propria nomina ex Johanne Tortellio. Antv. Theodori Martini, 20 die Septembris 1494, in-4o, 256 bl. goth. lett.
1495. Vocabularius optimus, Gemma vocabulorum merito dictus, quia duobus millibus optimorum vocabulorum maior est priori gemmule et multo correctior. Daventriae. Rich. Paffroet, 1495. ('s Hage.) Vocabularius optimus Gemma dictus, qui fere in duobus millibus vocabulis, prius neglectis, haud modico labore adauctus, et emendatior effectus est. Expertissimorum virorum testimonia lucide subinducens vulgarique eloquio succinctim omnia perstringens cuilibet legenti multum profuturus, (naam van drukker, plaats en jaartal ontbreken), in-4o. (Bibl. Kon. Vl. Acad.) 1498. Vocabularius optimus Gemma vocabulorum merito dictus... Daventriae, Jacob de Breda, 1498, in-4o. (de Meyer, 327.) 1505. Vocabularius optimus Gemma vocabulorum merito dictus... Daventriae. R. Paffroet, 1505, in-4o. (Vergouwen, 1225.) 1510. Aldi Manutii Romani utriusque lingue periti de constructione verborum, adverbiorum, localium, etc. Item de figuris | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dictionis duodecim et constructionis octo. Daventriae. Th. de Borne, 1510, in-4o. (Uitgegeven door J. Murmellius met Vlaamsche en Latijnsche samenspraken.) 1511. Noel de Berlemont. Vocabulaire françoys et flameng. Anvers, 1511, in-4o. (Brunet.) 1514. Den groten herbarius, ortus raritatis ghenaemt. Antw. Claes de Grave, 1514, in-fol. (Cat. van Hulthem.) Herbarius. Geprint in de prijncelijke stadt van Brussel, 1514, in-fol. (Choulant, graphische Incunabilen für Naturgeschichte, Leipz. 1858. p. 73.) Den groten herbarius.... Ortus sanitatis..... met synder tafelen in latyn ende in duytsche. Antwerpen, Claes de Graeve, 1524, in-fol. (Cat. Serrure.) - Id. Antw. Jan van Doesberch, 1532, in-4o. - Id. Utrecht. Bernt, 1538, in-fol. - Id. Antwerpen. S. Cock, 1547, in-fol. (Bibl. der Hoogesch. van Gent.) 1514. Murmellii (Johannis) Alcmariensis ludimagistri pappa puerorum aesui et usui percocta et ab ipso autore diligenter revisa et a mendis repurgatä. (Insunt in hac compluscula quae in priore edicione non habentur.) Venumdantur Daventriae in edibus Theodorici Borne. (Op 't einde) Excusum Daventriae per me Theodoricum de Borne. Anno 1514. 31 mensis Julii, in-4o. (Cat. Serrure. - Kon. Bibl. Brussel.) - Id. Pappa puerorum. Daventriae. R. Paffroet, 1519, in-4o. (Reichling.) - Id. Id. Antverpiae. G. Vosterman, 1422, in-4o. (Reichling.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- Id. Pappa una cum certissimis syntaxeos praeceptionibus libellus plane aureus, post omnes alias editiones iam denuo recognitus et auctus. Sylvaducis apud viduam Joannis Schoefferi. 1573, in-4o. 32 bl. lat. en goth. lett. 2 col. - (Bibl. Antwerpen.) (De eerste uitgaaf van dit werk geschiedde te Keulen in 1512 bij Quentel. Het werk beleefde 32 uitgaven.) 1529. Cingularii (Hieronymi) Aurimontani tersiss. Latini eloquj synonymorum collectanea, una cum Gallico et Teutonico vernaculo accomodata. Antv. ex. off. Guillielmi Vostermanni, 1529, in-8o. - Id. Hieronymi Cingularii Aurimontani synonymorum collectanea, Gallice simul Teutonice in puerorum gratiam exposita. Antv. z.d. kl. in-8o. (Cat. Serrure.) Id. Antv. Mich. Hillenius. 1544. (Bibl. Hoogesch. Gent.) 1536. Crucius (Levinus). Viridarium florum, seu florilegium procerum linguae latinae. Antv. 1536, in-8o. (Annales du Comité flamand de France, VI, p. 428-442.) - Id. Viridarium florum seu florilegium procerum linguae latinae, necnon divinae scripturae in rem studiosae juventutis. A Levino Crucio Aldenardino, curione Boscepano, recognitum, multisque locis per eumdem locupletatum. Antv. apud Symonem Cocum, 1540, in-8o. (Cat. R. della Faille.) 1537. Sylvius (Antonius). Colloquia puerilia, cum Gallica et Flandrica interpretatione. Lov. 1537, in-4o. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sylvius (Ant.) Puerilium colloquiorum formulae ex probatissimis quibusque auctoribus (cum Gallica et Teutonica interpretatione), Antv. Off. Christ. Plantini, 1560, in-8o. - Id. Puerilium colloquiorum formulae ex probatissimis quibusque auctoribus, una cum Gallica et Teutonica interpretatione. Antv. ex. off. Christ. Plantini archityp. Regii, 1580, in-8o. (Cat. Serrure.) 1538. Curius (Petrus). Rerum maxime vulgarium congesta per locos in puerorum gratiam vocabula, Graece et Teutonice interpretata. Excusum Antverpiae, typis Michaelis Hillenii in Rapo. Anno 1538, in-4o. (Cat. Serrure et R. della Faille.) - Id. Dictionarium Graece, Latine et Teutonice ad instar Pappae puerorum Johannis Murmellii. Antv. Joh. Loei...? 1540. Heyden (Seb.) Formulae puerilium colloquiorum autore Seb. Heyden. Adagiorum centuria in Germanicam linguam translata. Buscoducis apud G. Hatardum, 1540, in-8o. (Cat. Serrure.) Id. Formulae puerilium colloquiorum multis jam locis castigatae. Cum colloquiis Jac Zovitii. Lugd. Bat. J. Taedts, 1610, in-8o. (Bibl. Hoogsch. Utrecht.) 1541. Pelegrom (Simon). Synonymorum sylva, in usum eorum qui epistolarum atque carminum compositioni student (Lat.-Teut.) Antverpiae apud Johannem Hillenium in Rapo. 1541 in-8o. Id. Sylvaeducis 1546...? Id. Antv. Aegidius Radaeus, 1555. in-8o. Id. Ant. typis Nicolaï Soolmans. 1577, in-8o. (Paquot) - Cat. Serrure.) Id. (cum versione belgice et gallice). Antv. J. Withaghen, 1555 in-8o. (Cat. Serrure.) Id. Synonymorum sylva a Simone Pelegromio collecta | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
et alphabete Flandrice ab eodem authore illustrata. Londini, 1650, in-8o. 1542. Dasypodius (de Haes) (Petrus). Dictionarium latino-Germanicum in usum et gratiam Germaniae pubis. Antv. G. Montanus, 1542, in-4o. - Id. Dictionarium latino-Germanicum, ex optimis latinae linguae scriptoribus concinnalum. Autore Petro Dasypodio. Antv. apud Joannem Gymnicum, 1557, in-4o. Id. Dictionarium triglotton (latine-graece et teuton.), auctore Pedro Dasypodio. Antv. apud Joannem Gymnicum. 1567, in-4o. (Cat. Serrure). Id. Dictionarium Germanico-Latinum, priori Latino-Germanicum vice-versa respondens, in usum et gratiam literariae pubis concinnatum. Petro Dasypodio auctore. Antv. apud Viduam Joannis Latii, Anno 1569, in-4o. Id. Dictionarium Germanico-Latinum, Petro Dasypodio auctore, Antverpiae, apud Ant. Flenium, 1569, in-4e. (Cat. Serrure). 1543. Fuchs (L.). Den nieuwen herbarius, dat is, Tboec van den cruyden... met drij tafelen oft Registers, waeraf die twee eerste inhouden den naem van alle cruyden, also die in Duytsch, Latyn ende Griecx. Ghedruct tot Basel by Michiel Isingrin, (1543) fol. (Bibl. Hoogesch. Gent.) 1544. Paludanus (Joan.) Dictionarium rerum maxime vulgarium..., cum Gallica et Flandrica interpretatione, Gandavi, 1544, in-4o. (Cat. De Meyer, Gent. 1859.) - Id. Gent. Salençon. 1561. Goth. lett. 129 bl. (Brunet.) Longolius (Gybertus). Dialogum de avibus et earum nominibus Graecis, Latinis et Germanicis, ad poetas intelligendos utilissimum. Coloniae, 1544, in-8o. (Bibl. Hoogesch. Gent | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Longolius (Gybertus). Id. Id. Leyden...? Id. Adagiorum epitome post novissimam D. Erasmi exquisitam recognitionem per Eberh. Tappium. Antv. ex off. Joan Loei. 1544, in-8o. - Id. Adagiorum maxime vulgarium Thesaurus, ac ordine alphabetico disposuit F.A.C., Gandavi apud C. Meyer, 1730, in-8o. 1545. Servilius (Joannes) alias Knaep (Jan). Dictionarium triglotton, hoc est, tribus linguis, latina, graeca et eâ quâ tota haec inferior Germania utitur, constans: non tantum eas voces omnes, quas latine agnoscit respondentes, sed praecipuas quoque ab autoribus usurpatas phrases, vernaculo sermone expressas, continens. Joanne Servilio collectore et interprete. Antv. Mich. Hillenius, 1545, in-4o (in-12?)
Id. Antv. Hieron. Verdussen. 1600 (?). Id. Antv. prostant apud Joannem Keerbergium 1600 in-8o. (Cat. R. della Faille). 1545. Apherdianus (Petrus). Tyrocinium linguae latinae, ex optimis quibusdam autoribus collectum et in capita digestum. In gratiam studiosae juventutis. Coloniae. Joannes Gymnicus, 1545, in-12o.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Apherdianus (Petrus). Methodus discendi formulas latinae linguae ex optimis auctoribus collecta, (lat-teut). Antv. excud. Joannes Latius, 1558, in-8o. (Cat. Serrure). Id. Antv. H. Loëus, 1574, in-8o. (Bibl. Hoogesch. Gent). 1546. Calepinus (Ambrosius). Pentaglottos, hoc est, quinque linguis, nempe Latina, Graeca, Germanica, Flandrica et Gallica constans. Antv. typis Aegidii Copenii Diesthemii, 1546, in-8o.
1550. Dictionnaire des huict langaiges: grec, latin, flamand, françois, espagnol, italien, anglais et allemand. Paris, 1550, in-16. (Brunet.) 1550. Zegers (Tac. Nic.). Proverbia teutonica, latinitate donnata, collectore et interprete Tac. Nic. Zegers, Bruxellano. Antv. 1550. - Id. Id. Antv. J. Loeus, 1554, in-8o. (Bibl. Hoogesch. Gent.) - Id. Proverbia Teutonica, latinitate donata, collectore | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
et interprete Tac. Nic. Zegers, Bruxellano, accuratius jam tertium recognita auctaque cum indice et calendario Romano, ...occulta Proverbiorum exquiret, et in absconditis Parabolarum conversabitur. Antv. Henricus Loaeus, 1571, in-12o. (Bibl. Hoogesch. Gent.) 1550. - Adagia oft Proverbia, Gemeene Duytsche spreekwoorden. Kampen, P. Warnesin, 1550, in-8o. - Adagiorum liber I. Latine et Belgice. Antw. 1553, in-8o. 1552. Nominum et verborum quae in institutionibus grammaticae Georgii Macropedii exemplorum loco passim assumuntur Germanica intrepretatio a Joanne Henrico Scoendervordano, collectore et interprete. Vaeneunt Traiecti sub turri divi Martini in aedibus Joannis Henrici Scoendervordani sub intersigno Bibliae inauratae. Antv. ex off. Joannis Loei, 1552, in-4o. (Bibl. Hoogesch. Gent.) Fundamentum scholasticorum Georgii Macropedii, seu prima literariae institutionis rudimenta Germanice enarratum per J.H. Scoendervordanum, Veneunt Traiecti in aedibus J.H. Scoendervordani. Ant. ex off. Joannis Loei, 1552, in-4o (Bibl. Hoogesch. Gent.) 1552. Van den Werve (Jan). Het Tresoor der Duytscher Talen: Een seer profijtelyck boeck voor alle deghene: die de Latijnsche sprake ende meer andere niet en connen, ende bysondere die het Recht hanteeren: Ghemaect van den Edelen ende hooghstammigen heere, Heer Jan van den Werve, ridder. Gheprint Thantwerpen bij Hans de Laet. 1552, 8o. (v.d. Haeghen, van den Berghe en Arnold. Bibl. Belgica.) Id. Den schat der Duytscher Talen. Een seer profijtelyc boeck voor alle degene, die die latijnsche sprake ende meer andere niet en connen, ende bysondere die het Recht hanteren: Ghemaect van den Edelen ende hoochstammigen heer, Heer Jan van den Werve, Ridder. Gheprint Tantwerpen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij Hans de Laet, in de Cammerstrate, in de Rape, in 't jaer ons Heeren 1559, in-12o.
1554. Dodoens (Rembert). Cruyde Boeck. In den welcken die geheele historie, dat es Tgeslacht, tfatsoen, naem, natuere, cracht ende werckinghe, van den cruyden, niet alleen hier te lande wassende, maer oock van den anderen vremden in de Medecijnen oorboorlyck, met groote neersticheyt begrepen ende verclaert es. met derselver cruyden natuerlick naer dat leuen conterfeitsel daerby ghestelt. Duer D. Rembert Dodoens, Medecyn van der stadt van Mechelen. Antw. Jan van der Loe, 1554, fol. (De namen der planten zijn opgegeven in het Nederl., Duitsch, Fransch, Latijn en Grieksch.) - Id. Id. Jan van der Loe, 1563, fol. Id. Cruydtboeck met byvoegsels uyt de schriften van Clusius. Antw. Plantijn, 1644, fol. (Cat. De Decker.) Id. Nouvellement traduite de bas-allemand en François par Charles de l'Ecluse. Anvers de l'Imprimerie de Jean Loë, 1557, fol. (Bibl. Brussel, Leiden, Gent.) 1556. Berckelaer (Joannes of Jan van den Bosch). Dictionarium Germanico-latinum iam recens in iuventutis usum concinnatum, omnia vocabula latino sermone expressa continens a Joanne Berckelaer a Sylva Ducali collectore. Antv. ex off. J. Loeï, 1556, in-4o. (Cat. Serrure.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 268]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bercklaer (Joannes) Dictionarium... Apud Ant. Flenium, 1569, in-4o. (Cat. Serrure.) 1556. Gallus (Evaldus). Dictionariolum latino-germanicum auctore Evaldo Gallo. Antv. excudebat Joan. Latius, 1556, in-8o. (Cat. R. della Faille. - Id. Serrure.) 1557. Meurier (Gabriel). Vocabulaire françois-flameng, très utile pour tous ceux qui veulent avoir la cognoissance du langage François et Flameng: Auquel outre un grand nombre de dictons y sont aussi adioutés les genres et accens de chacun mot. Par Gabriel Meurier. En Anvers, de l'imprimerie de Christofle Plantin, en la rue de la Chambre, à la Licorne d'or, 1557, in-8o. (Annales Plantiniennes bl. 13.) - Id. Vocabulaire François-Flameng, mis en lumière par G.M. Anvers, chez Jean Waesberghe, 1562, (druk Amé Tavernier) 8o. - Id. Id. 1563, in-12o. - Id. Id. 1566, 8o. - Id. Dictionaire Flameng-François... par G. Meurier. Anvers, Jean van Waesberghe, 1566-67, 8o. - Id. Dictionaire François-Flameng, mis en lumière par Gabriel Meurier. Anvers, Jean van Waesberghe, 1574, 8o. - Id. Id. 1584, 8o. - Id. Colloques ou nouvelle invention de propos familiers, non moins utiles que très nécessaires pour facilement apprendre François et Flameng. - Tsamencoutinghen oft nieuwe Inventie van ghemeyne redenen. - En Anvers, de l'imprimerie de Christofle Plantin, en la rue de la Chambre, à la Licorne d'or, 1558, in-4o. (Bibl. Weimar. - Plant. Museum.) - Id. Conjugaisons, règles et instructions, mout propres pour ceux qui désirent apprendre François, Italien, Espagnol et Flamen, dont la plus part est mise par manière d'Interrogations et Responses, par Gabriel Meurier. En Anvers, chez Jean van Waesberghe, sur le cimetière Nostre Dame, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 269]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
à l'écu de Flandres, sur le Marché des Toyles, 4o. (Imp. Tavernier).
(Ann. Plant. bl. 15. 1558. Dictionarium, colloquia sive formulae quatuor linguarum, Belgicae, Gallicae, Hispanicae, Italicae. Opus linguarum studiosis cum primis necessarium. - Dictionaire, colloques ou devises familières en quatre langues Flamen, François, Espagnol et Italien de nouveau reveu et corrigé. En Anvers, chez Jean Withaye. Anno 1558, 8o lw. (Cat. A. van Bellingen. - Plant. Museum.) 1561. Sartorius (Johannes). Adagiorum chiliades tres, quae Johannes Sartorius in Batavicum sermonem proprie ac eleganter convertit. Antv. ex off. Joannis Loeï, 1561, 8o. - Id. Adagiorum chiliades tres, sive sententiae proverbiales Graecae, Latinae et Belgicae ex praecipuis autoribus collectae, ac brevibus notis illustratae. Ex recensione Cornelii Schrevelii. Lugd. Bat. ex typ. Nicolai Herculis, 1656, 8o. - Id. Amst. J. Ravenstein, 1670, 8o. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 270]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sartorius (Johannes). Sylva vocabulorum seu selectarum orationum ac phrasium. Antv. Guil. Sylvii, 1563, in-12o. - Id. Selectissimarum orationum Germanice redditarum delectissimus adversus barbariem exercitus... auctore Joan. Sartorio. Antv. ex off. Guil. Sylvii, 1563, 8o. Id. Linguae latinae phrases, vel selectissimarum orationum Germanice redditarum delectiss, adv. barbariem exercitus... Adagia quaedam Sartorii in Batavicum sermonem conversa et brevi interpretatione illustrata. Ed. III, emend. et auct Amst. 1660, 8o. ? Dutour (van den keere) (Henry). Dictionaire Flamen-François. Gand, Jean de Salençon, z.d. goth. litt. 132 bl. (Bibl. Hoogesch. Gent.) 1562. Dictionarium tetraglotton... seu voces Latinae omnes, et Graecae eis respondentes, cum Gallica et teutonica (quam passim Flandricam vocant) earum interpretatione. Antv. ex off. Chr. Plantini, 1562, 4o.
1566. Sambuci (J.). Emblemata in Nederl. tale overgheset door M.A. Gillis. T'Antwerpen, by Chr. Plantyn, 1565, in-16o. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 271]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1567. Junius (Hadrianus) Nomenclator, omnium rerum propria nomina variis linguis explicata indicans. Antw. ex off. Plantini, 1567, 8o.
1568. Noel de Berlamont. Dictionaire, colloques ou dialogues en quatre langues Flamen, François, Espagnol et Italien. Avec les Conjugaisons, Règles etc. - Vocabulaer, colloquien, van nieuws oversien ende neerstelick ghecorrigeert. A Gand, chez Gerard de Salençon, 1568. - Id. schoolmeester Thantwerpen. Vocabulare van nieus gecorrigeert, met noch ander instructien, dier nu achteraen gevoecht zijn, den kinderen seer profytelick. - Vocabulaire | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 272]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de nouveau recorrigé: avec encore autres instructions qui y sont maintenant adioutez en latin, très profitables aux enfants. Gheprent Typre in de Zuytstrate, in den Pellicaen, by Anthonis van Volden, ghezworen Drucker der C.M. Anno 1572, 8o.
1568. Goedihals (Francois). Les proverbes anciens Flamengs et François correspondants de sentences les uns aux autres, par M. François Goedthals. A Anvers de l'imprimerie de Christ. Plantin, 1568. 8o. 1569. Dictionario... Dictionaire, colloques et dialogues en quatre langues Flamen, François, Espaignol et Italien. En Anvers, chez Jean Bellère, 1569, 8o. - Id. Amsterdam, on les trouve à vendre chez Corneille Nicolas, z.d. kl. 8o. (Cat. Serrure.) 1573. Plantin (Christophle). Thesaurus theutonicae linguae. Schat der Nederduytscher spraken. Inhoudende niet alleene de Nederduytsche woorden, maar oock verscheyden redenen ende manieren van spreken, vertaelt ende overgeset int François ende Latyn. - Thrésor du langage Bas-aleman, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 273]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dict vulgairement Flameng, traduit en François et en Latin. Antverpiae, ex officina Christophori Plantini, Prototypographi Regii, 1573, 4o. 1573. Dictionaire, colloques ou dialogues en quatre langues, Flamen, François, Espagnol et Italien. Avec les Coniugaisons, Règles et Instructions. Ensemble la manière de bien prononcer et lire les langues susdites, très util à tous Marchans ou autres de quelque estat qu'ils soyent: le tout de nouveau reveu et diligemment corrigé. - Vocabulaer, colloquien oft samensprekinghen in vier spraken, Vlaemsch, Francoisch, Spaensch ende Italiaensch. Met de Conjugatien, Regulen ende Instructien. Oock de maniere van wel te pronuncieren ende lesen de voorseyde talen. Zeer profijtelik allen Cooplieden oft anderen, van wat state datse sijn. Tantwerpen, by Joos de Hertoghe, aan onser Vrouwen Kerkdeure, op de Noordsijde, 1573, 8o. 1574. Kilianus (Cornelius). Dictionarium tentonico-latinum, praecipuas linguae teutonicae dictiones latine interpretatas... studio et opera Cornelii Kiliani. Antv apud Viduam et haeredes Joannis Steelsii, 1574, 8o.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 274]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kilianus (Cornelius). Kilianus auctus seu Dictionarium Teutonico-Latino-Gallicum. Adiunximus Lud. Potteri; 1o de propriorum utriusque sexus nominum Germanicae originis, etymis ac significatione. II. de animalium nomenclatura. Amstel. J.E. Clappenburg, 1632, 8o. - Id. Id. Amstelodami apud Joannem et Judocum Jansonios, 1642, in-8o. - Id. Id. 1687 (?). 1575. Gillis (Marcus-Antonius). Emblemata Adriani Junii medici, overgheset in Nederlantsche tale door M.A.G. T'Antwerpen, by Chr. Plantijn, 1575, in-16. 1576. Sasbout (Mathias), Dictionaire Ftameng-Françoys tres ample et copieux, recueilli par Mathias Sasbout. Anvers, chez Jean Waesberghe, 1576, in-4o. (Cat. Serrure - R. della Faille.) - Id. Dictionaire Françoys-Flameng très ample et copieux auquel on trouvera un nombre presque infini de termes et dictions... avec plusieurs formes et manières de parler très élégantes. Anv. 1579. 8o. - Id. Dictionnaire Françoys-Flameng, très ample et copieux, avec un traicté singulier de la Navigation, Venerie et Fauconnerie, approprié à la langue Flamengue, par Math. Sasbout. A Anvers, chez Jean Waesberghe, en la dite Camerstrate, à l'Escu de Flandre. 1583, 4o. (Cat. Serrure - R. della Faille.) 1581. De l'Obel (Matthias). Kruydtboeck oft Beschryuinghe van allerleye Ghewassen, Kruyderen, Hesteren, ende Gheboomten: deur Matthias de Lobel, Medecijn der Princ. Excen. T'Antw. by Christoffel Plantijn. 1581. 4o. - Id. Icones stirpium, seu Plantarum tam Exoiicarum quam Indigenarum. In gratiam rei herbariae studiosorum in duas partes digestae. Cum septem linguarum Indicibus, ad diversarum nationum usum, Antv ex off. Plant. apud Viduam et Joannem Moretum, 1591. 4o. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 275]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1581 Hadriani Cardinalis de sermone latino seu de modis loquendi epitome (lat. teut.); interpretatio per Aug. Wilsium Turnhoutanum. Antv. apud Petrum a Tongris, 1581, kl. 8o. 1582. Taye (Jan) Dictionnaire François-Flamen, autrement dict les mots françois tournez en Flamen, avec plusieurs phrases... recueilli par Jean Taye, maistre descole française. Gand. Jean de Salençon 1582 4o. (Cat. Serrure.) ? Verniers (Gilles). Dictionaire François-Flamen, tres ample et copieux, recueilly et mis en lumière par Gilles Verniers, maistre d'Escole à Gand. A Gand, chez Jean de Salençon. z.j. 4o (Cat. Serrure.) 1583. Colloquia cum dictionariolo sex linguarum: Teuton. lat., germ. gall. hisp. ital. Antv. apud H. Henricum, ad coemeterium B Miriae sub Lilio. 1583. kl.-8o lw. 1584 Familiaria colloquia sex Linguarum... Dictionnaire, colloques ou dialogues en six langues, oeuvre très utile à tous marchans. Antv. apud J. Withagium 1584. kl.-8o lw. 1586. Vladeraccus (Christophorus). Selectissimae latini sermonis phrases, ex uno soloque Cicerone belgice et gallice redditae, item formulae epistolis conscribendis utilissimae ex eodem Cicerone collectae, per Chr. Vladeraccum. Antv. ex off. Chr. Plantini 1586. 8o (Ann. Plant. - Cat. Serrure.) - Id. Id. 1613. 8o. (Cat. R. della Faille). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 276]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Vladeraccus (Chr.) Polyonyma Ciceroniana, vario indice; ut diversarum nationum linguis servire possint, accomodatissime conscripta. Per Christophorum Vladeraccum Ducissilvium. Antv. ex off. Plant. Joan. Moreti. 1610. 8o - Colloques ou dialogues avec un Dictionaire en sept languages, Flamen, Anglois, Latin, etc.... Antv. apud Joachim Trognaesium 1586. 8o lw. (Cat. Serrure.) 1587. Mellema (Elcie-Edouard-Léon). Dictionaire ou Promptuaire Flameng-François (et Françoys-Flameng) par E.E.L.
- Id. Dictionnaire ou Promptuaire François-Flameng, par Elcie-Ed.-L. Mellema. A Rotterdam. chez Jean Waesbergue au marché, à l'enseigne de la Fame, 1612. 1 d. 4o. (Cat. R. della Faille.) - Id. Dictionnaire ou Promptuaire Flameng-Fransoys et Fransoys-Flameng, très ample et copieux: de nouveau composé, embelli, augmenté et enrichi d'un nombre presque infini de vocables, dictions, sentences, proverbes et phrases très utiles et très exquises. Rotterdam, Jean Waesbergue. 1602. 2 d. 4o.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 277]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1596. Dictionnaire, colloques ou dialogues en quatre langues, Flamen, Françoys, Espaignol et Italien. A Anvers, chez Hierome Verdussen. 1596. in-16, lw. 1597 Flores seu formulae loquendi ex P. Terentii comoediis excerptae. Antv. ex off. Plantin in-16. (Uitleg Vlaamsch en Fransch.) (Cat. Serrure.) 1598. Verepaeus (Simon Latinae linguae Progymnasmata. sive primae studiorum exercitationes. Antv. apud Hier. Verdussen. 1598, 8o. (Cat. Serrure.) - Id. Id. Antv. Verdussen 1661, 4o. 1600 Formulae puerilium colloquiorum cum nonullis aliis quotidiani sermonis colloquiis (lat. et teut.) Antv. apud Joan. Keerbergium. 1600. kl. 8o. 1604. Trium linguarum Dictionarium; teutonicae, latinae, gallicae. Franekerae, apud Aeg. Radaeum, 1604, in-8o. - Id. Leovardiae, excudebat Abr. Radaeus, 1619. 1607. Van Mussem (Johan). Rhetorica die edele const van welsegghen, ghenomen uyt de oude vermartste Rhetoriscinen ende Orateuren als Cicero, Quintilianus ende meer andere... over gestelt uyt den Latyne in ghemeender spraken, nu van nieus oversien en met uytroedinghe van de uytheemsche woorden | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 278]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(daer recht duytsche in plaets gheset syn) verbetert, bij Jan van Mussem, woonachtich tot Wormhout in West-Vlaenderen. Ter Goude, by Jacobus Migoen, 1607. kl. 8o. 1609. Declinationes nominum, pronominum et verborum in figuris redacte; cum teutonice verborum interpretatione. Lovanii Jos. Maes, 1609, 4o. 1610. Trognaesius (Alexander). Lexikon Flandrico Latinum. Antv. Trognaesii, 1610, in-8o. 1619. Berthout (Jan). Ghemeyne T'samencoutinghe, ghemaect by wylen Jan Berthout, schoolmeester tot Brussel, by dewelcke ghevoeght is een vocabulare, ghedeylt by capittelen. - Collocutions familières, composées par feu Jean Berthout. T'Antwerpen, by Hieronimus Verdussen, inde Cammerstrate, in den Rooden Leeuw, 1619, 4o. - Id. Id. T'Antwerpen, by H. Verdussen, op de groote merckt, in S Augustinus (1623), 4o. - Id. Id. Antw., 1671, 4o. (Cat. Serrure.) 1620. Smyters (Anth.). Epitheta, dat zijn Bynamen oft Toenamen, beschreven door Anth. Smyters van Antwerpen. Tot Rotterdam, by Jan van Waesberghe, 1620, 8o. 1624. Dictionaire, colloque ou dialogue en quatre langues, Flamen, François. Espagnol et Latin.... à Bruxelles, chez Jean Memmaerts, 1624, in-16 lw. - Id. 1647, in-16, lw. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 279]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
- Rodriguez (Juan-Francisco). Nieuwen Dictionaris om te leeren de Nederlandsche ende Spaensche talen... door Juan Francisco Rodriguez, schoolmeester op het Casteel. Thantwerpen by Caes. Joachim Trognaesius, 1624, in-4o. (Cat. Serrure.) - Id. Hantwerpen, C. Joachim Trognaesius, 1634, 4o. 1626. Buxtorfius (Joannes). Lexicon hebraïcum et chaldaïcum, accedunt radices ebraïcae cum versione belgica. Basileae, 1626? - Id. Id. Amstelod. Jansson. 1655? 1629. Bouwens (Christianus). Arcana linguae Teutonicae. Leodii, 1629? 1630. Van Waesbergue (Isaac). Le grand Dictionaire Francois-Flamen. Rotterdam, 1630. 4o. - Id. Id. 1640. 4o. - Colloquia et dictionariolum octo linguarum, Latinae, Gallicae, Belgicae, Teutonicae, Hispanicae, Italicae, Anglicae et Portugalicae. - Colloques ou dialogues avec un dictionaire en huict langages, Latin, Flamen, François, Alleman, Espaignol, Italien, Anglais et Portuguez. Antv. apud H. Aertssens, 1630, in-8o (in-12?) (Cat. Serrure.) 1631. Colloquia et Dictionariolum octo linguarum... Colloquien ofte samensprekingen met eenen vocabulaer in acht spraken. Amstelod., E. Clappenburg, 1631. 8o, lw. (Cat. Serrure.) - Colloquia et Dictionariolum... Colloques ou dialogues, avec un dictionaire en huict langues: Latin, Flamen François, Anglois, etc. Middelburgi, apud viduam Simonis Moulerti, 1631, 8o lw. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 280]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1632. Martinez de Wauquier (Mathias). Tetraglotton Dictionarium Latino-Graeco-Gallico-Flandricum auctius et emendatius. Antv. Nutius, 1632, 8o. - Id. Id. Antv. apud Joannem Meursium, 1645, 8o. - Id. Amstel., 1671. 8o. - Id. Dictionarium tetraglotton novum, in quo Voces latinae omnes, et Graecae his respondentes cum Gallica et Teutonica singularum interpretatione, ordine Alphabetico proponuntur. Novae huic editioni accesserunt plurimae voces, in aliis hactenus desideratae, Graecorum nominum genera simul et genitivi, omnium etiam syllabarum dubiarum quantitas, in gratiam Poëticis Candidatorum, notulis superne indicata. - Editio novissima plus quam quingentis vocibus aucta. Amstelodami, apud Viduam Joh. Schipperi sub signo Livii, in platea vulgo dicta Swanenburghs-straet Anno 1679, 8o. - Id. Id. 1687, 8o. - Id. Id. Ed. noviss. auth. A. Montano. Amst. 1698, 8o. 1634. Vanden Ende (C.). Le gazophylace de la langue Françoise et Flamande, par C. Van den Ende. Rott. J. Nierau, 1634, 4o. (Kon. Bibl. Brussel.) - Id. Id. 1654. 4o. (Cat. Serrure.) 1636. Le Dictionnaire des six langages (latin, flamen. françois, espagnol. italien et anglais). Rouen, D. Ferrand, 1636. in-8o. 1639-1640. - Den grooten Dictionaris en schadt der dry talen Duytsch, Spaensch ende Fransch. - Le grand Dictionaire et Trésor de trois langues François, Flameng et Espaignol, - El grande Dictionario y thesoro de las tres lenguas... Thantwerpen by C.J. Trognaesius, 1639-40, 4o. - Id. Den grooten Dictionaris en schadt van dry talen Duytsch, Spaensch ende Fransch, met de namen der Rycken, secten ende plaetsen der wereldt. T'Hantwerpen by Caes. Joach. Trognaesius, 1646, in-4o. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 281]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1643. d'Arsy (Jean-Louis). Het groote woordenboek Nederlandscher taele, met Fransche uitlegginghe (en Fransch-Nederlandsch. Rotterdam, 1643. 4o. - Id. Id. avec une grammaire française, par Th. La Grue. Amst. Ant. Schelte 1699. 4o. (Kon. Bibl. Brussel.) 1645. Martinez (Math.) Dictionarium teutonico-latinum a M. Martinez recognitum. Antv. J. Meursius, 1645. 8o. (Cat. Serrure en R. della Faille.) 1650. Dictionaris Duytsch ende Spaensch, seer bequaem voor alle dieghene die de Spaensche Taele willen leeren. T'Antwerpen, bij de We van Jeremias van Ghelen, in de Israëlstraet, aen de nieuwe Borse, 1650. 4o. 1650. Meyer (L.) Nederlandtsche woordenschat, dat is, Verduytschinge van Uytheemsche woorden, die somtyds onder het Nederlandtsche gevonden worden. Wt verscheyde schrijvers vergadert. Te Haerlem. Ghedruckt by Thomas Fonteyn, Boeckdrucker ende Boeck-verkooper aen de Marckt, in de gekroonde Druckery, 1650. 8o. (Leiden-Maatsch. Ned. Letterk.) Id. Nederlandsche woordenschat, waarin meest alle de Basterdt-woorden, uit P.C. Hooft, H. de Ghroot, C. Huyghen, J.v. Vondel, en andere voortreffelijke Taalkundighe: en kunstwoorden uit A.L. Kok, S. Stevin, enz. enz. verghaert zijn (door L. Meyer). t' Amsterdam, bij Thomas Fonteyn, 1654, kl. 8o. (Leiden, Maatsch. Ned. Letterk.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 282]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Meyer (L.) Nederlandsche woordenschat, in twee deelen, de Basterdt-woorden en Kunstwoorden beghrypende. t'Amsterdam, bij Thomas Fonteyn, 1658, in 12o.
1651 Dictionaris Duytsch ende Spaensch, seer bequaem voor alle die de Spaensche tale willen leeren. t'Antwerpen by Fr. Fickaert, 1651. 4o. 1656. Colloquia et Dictionariolum... Colloques ou Dialogues avec un dictionaire en huict langues. - Colloquien of t' samensprekingen met eenen vocabulaer in ache (sic) spraken... Venedis, ex typographia Juliana, 1656, lw.-8o. 1657. Van Torre A.) Dialogi familiares litterarum tyronibus utiles et necessarii. Una cum orthographiae, interpungendi et dividendi recta ratione. Editio novissima lat. teut.) Antv. M. Knoebaert, 1657, in-8o. - Id. Id. Antv. apud Martinum Verdussen, in foro Calceorum sub signo Aviarii, z.j. (Priv. 22 October 1657), 8o. 1658. Comenius (J.A.) Portael der saecken en der spraecken. Vestibulum rerum et linguarum. Amsteldam, 1658, 8o. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 283]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1659. Delaporte (Arn.) Den nieuwen Dictionaris of schadt der Duyts ende Spaensche talen, door Arnoldo Delaporte, capellaen en Major van het casteel van Antwerpen. Antw. J.B. Verdussen, 1659, in-4o. (Bibl. Antwerpen.) - Id. Nuevo dictionario thesoro de la lengua espanola y flamenca, por Arnoldo dela Porte. En Amberes, 1659. Verdussen, 4o. 1662. Dictionaire et colloques en huict langues, latin, flamen, françois, alleman, espaignol, italien, anglois et portuges, nouvellement reveus, corrigez et augmentez. Antv. H. Aertssens, 1662. kl-8o lw. (Cat. Serrure) - Dictionarium ende t'samenspraeken in acht Taelen, Latyn, Françoys, Neder-Duyts, Hoogh-Duyts, Spaens, Italiaens, Engels ende Portugies. - Dictionaire et colloques en huict langues. Antv. apud Henricum Aertssens, anno 1662, lw. 8o. (Cat. van Bellingen en R. della Faille.) 1666. Aldi Manuth. Index Phrasium (teut. lat.) Antv. apud Verhulst, 1666. kl. 8o. - Id. Phrases instauratae et digestae. Leodii, apud J.M. Horium, 1672, 8o (Latijn, Fransch en Vl.). (Cat. Serrure.) 1667. Dictionarium teutonico-latinum novum. Antv. apud Hier. J.B. Verdussen, 1667, 8o. (Cat. R. della Faille.) 1684. Van Winschoten (W). Dictionarium belgico-latinum. Lug. Bat. 1684, 8o. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 284]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1680. Dictionarium ofte woord- en spraeckboeck in de Duytsche en Maleysche tale. Amst. 1680, 8o. (Maats. Ned. Lett. Leiden.) 1687. Dctionarium teutonico-latinum novissimum. Antv. 1687. 8o. (Kon. Bibl. Brussel.) Dictionarium teutonico-latinum novissimum reformatum. Antv. apud Hieronymum Verdussen, juniorem, 1687, 8o. 1690. Van der Hooght (E.). Lexicon Novi Testamenti Graeco-Latino-Belgicum, seu, manuale Graecum Georgii Pasoris. Nunc emendatum, in ordinem alphabeticum redactum, quintupliciter auctum, et analysi omnium verborum Tyroni utcunque difficiliorum, locupletatum. - Een Grieksch woorden-boek over het nieuw Testament. Ofte Georg Pasors Handboek. Nu verbetert, op ordre van 't Alphabet gebracht, ende vermeerdert (1) met de ontbrekende Grieksche woorden, item (2) met meerder Latijnsche verklaaringen, (3) met de Duytsche Vertaaling, (4) met d'Aanwijzing van all' de Themata, of eerste Set-woorden, en (5) met de Hebreeuwsche en Syrische Grond-woorden. Daar-en-boven verrijkt met een ontknooping van al de werkwoorden, die den leerling eenigzins swaer te zoeken zijn. Auctore Everardo vander Hooght V.D.M. Amstelodami, typis Nicolaï Wassenaer, in platea dicta de Angelier-straat 1690, 8o. 1699. Dictionarium latino-Belgicum, Cura et studio B.J. en S.H. Rotterdam, (Dordraci?) 1699. 4o. (Kon. Bibl. Brussel.) Vaerman ( ). Nieuwen Nomenclator Vlaemsch en Fransch. Nomenclature nouvelle Flamen et François des mots les plus communs et les plus usités. Ghent, 1699, 8o. (Bibl. Hoogesch. Gent.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1699. Binnart (Mart.). Biglotton amplificatum sive Dictionarium Teutonico-latinum, auctore Mart. Binnart Antv. Hier. Verdussen, 1699. 8o. (Kon. Bibl. Brussel.) | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nalezing.1511. De titel van het werk, door Brunet aangehaald, luidt: Noel van Berlamont. Vocabulare van nyeus gheordineert, en wederom gecorrigeert om lichtelic Franchoys te leeren lesen, scriven en spreken. - Vocabulaire de nouveau ordonné et de rechief recorrigé, pour aprendre legièrement à bien lire escripre et parler Franchoys et Flameng. Thantwerpen? 1511, 4o.
Op bl. 267 ontbreekt: Dodoens (Rembert). Herbarius oft Cruydt-boek, met bijvoegsels en beschrijving van Indiaensche gewassen, door C. Clusius. Leyden, by F. van Ravelingen, 1618, folo. |
|