Voorwaarden.
Voor de wedstrijden worden enkel handschriften en niet te voren uitgegeven stukken aanvaard. De werken moeten leesbaar in het Nederlandsch geschreven zijn.
De schrijver stelt zijnen naam op zijn opstel niet; hij voorziet dit slechts van eene kenspreuk, welke hij, met opgave van zijnen naam en woonplaats, in een gesloten briefje, dat dezelfde spreuk tot opschrift heeft, herhaalt. Voldoet hij aan de laatste bepaling niet, dan kan de prijs hem geweigerd worden.
Eene belooning van 600 frank, ofwel een gouden gedenkpenning van gelijke waarde, zal gegeven worden aan den schrijver van elk bekroond werk.
De mededingende handschriften moeten ten huize van den bestendigen Secretaris (den heer Fr. de Potter, Godshuizendreef, 29) vrachtvrij ingezonden zijn vóór den 1 Februari 1892. De stukken, na den voorgeschreven dag ontvangen, of zulke, welker opstellers zich op eenige manier zullen doen kennen, worden uit den wedstrijd gesloten.
De Academie eischt voor de werken de grootste nauwkeurigheid in de aanhalingen en vraagt uit dien hoofde dat de mededingers de uitgaven, alsook de bladzijde der door hen aangehaalde boeken, zouden aanduiden. - Zij meent den mededingeren te moeten berichten dat al de handschriften, aan haar oordeel onderworpen, als haar eigendom in hare archieven bewaard blijven, en zij zich het recht voorbehoudt deze, geheel of gedeeltelijk, in druk te geven.
Van de niet ter uitgave aangenomen stukken zullen de mededingers, te hunnen koste, een afschrift kunnen bekomen, mits overeenkomst met den bestendigen Secretaris.