Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1889

[p. 253]

Zitting van 16 October.

Aanwezig de heeren Em. Hiel, onderbestuur der, Fr. de Potter, bestendige secretaris;

de heeren P. Alberdingk Thijm, H. Claeys, jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, A. Snieders, F. van der Haeghen, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Broeckaert, E. van Even, L. Schuermans, werkende leden;

de heeren K. de Flou, A. Janssens en A. Prayon, briefwisselende leden.

Afwezig met kennisgeving, de heeren J. de Laet, bestuurder, C. Hansen en P. Willems, werkende leden; Fr. Willems, briefwisselend lid.

Na lezing en goedkeuring van het verslag over de voorgaande zitting wordt door den bestendigen Secretaris melding gemaakt van de

Aangeboden Boeken.

Vanwege het Staatsbestuur:

Correspondance du cardinal de Granvelle, 1565-1583. Zevende deel. Brussel, F. Hayez, 1889, 4^o.

Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1889, N^r 8.

[p. 254]

Woordenboek der Nederlandsche Taal. Derde reeks, 14^e aflevering: (Gewicht-gezond). 's-Gravenhage. 1889, gr.-8^o.

Van den heer S. Daems:

Maria-Almanak voor 1890, Averbode, 1889, kl.-4^o.

Van den heer L.-W. Schuermans:

Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque de Saint-Omer concernant l'histoire de France, par H. Piers. Rijsel, (z, d.), 8^o.

Vanwege den heer Hector Plancquaert:

De dood van Karel den Goede. Drama in vijf bedrijven. Gent, 1889, 8^o.

Vanwege den heer Lambert van Ryswyck:

Kommandant Rollier. Eene episode uit den Boerenkrijg. Drama in vier bedrijven. Gent, 1889, 8^o.

Briefwisseling.

Bij brief van 9 October ll vraagt de Bestendige Afvaardiging der provincie West-Vlaanderen het oordeel der Academie over de Vlaamsche vertaling van een opschrift, te stellen boven den ingang van zekere openbare gebouwen. - De Academie beslist aan dit verzoek, en andere van gelijken aard, welke in het vervolg haar zouden kunnen gedaan worden, geen gevolg te geven, daar zij niet als een vertalingsbureel is aan te merken. Moest zij

[p. 255]

zich met soortgelijke vragen onledig houden, wellicht zouden al de openbare besturen des lands haar met hetzelfde doel lastig vallen, en, bijgevolg, haar hinderen in 't volbrengen der taak, haar door de Wetten der Academie voorgeschreven.

De Secretaris der Commissie voor geschiedenis leest het verslag over de pas te voren gehoudene zitting:

Waren tegenwoordig, de heeren Mathot, voorzitter, jhr. de Pauw, ondervoorzitter, de Potter, secretaris;

de heeren Broeckaert, de Flou, Génard, Schuermans, Sermon en van Even.

De Commissie beslist, bij de uitgave van de Levensschets der in België geboren Nederlandsche schrijvers, rekening te zullen houden,

a) van alle Nederlandsche schrijvers, in België of in de oudbelgische provinciën geboren, ook al hadden zij slechts éen boek, om 't even van welken aard, voortgebracht;

b) ook van schrijvers, die bijdragen leverden in letterkundige of wetenschappelijke tijdschriften, zonder een boekdeel in het licht te hebben gegeven.

De naam van den schrijver, wiens levensschets mede te deelen is, zal gesteld worden onder de letter, waar die naam mede aanvangt. Voorbeeld: de Foere, de St.-Genois, onder D; van der Mandere, van Duyse, onder V.

Door den heer Broeckaert wordt eene voor-

[p. 256]

loopige, doch reeds vrij uitvoerige lijst nedergelegd van namen, welke in bedoeld werk zouden kunnen opgenomen worden. Deze lijst zal aan de andere Commissieleden ter vollediging worden medegedeeld.

De Secretaris der Commissie voor Middelnederlandsche letterkunde en dialectstudie leest het verslag over de zitting, onmiddellijk vóor de algemeene vergadering gehouden.

De Commissie beslist aan de Academie voor te stellen dat aan de uitgave van Maerlant's Troye een versierde omslag zou gegeven worden, opdat deze uitgave met de vroegere, bezorgd door de klas der Letteren der Koninklijke Academie van België, éene reeks zou vormen.

Zij stelt insgelijks voor, de merkwaardige bijdrage van eenen ongenoemden schrijver, behelzende een aanzienlijk getal Vlaamsche woorden, welke niet in de woordenboeken te vinden zijn, in de archieven der Academie te bewaren. De heer Gezelle zal er eene tafel op maken, welke, samen met de lijst, zal worden ingebonden.

Beide voorstellen worden door de vergadering aangenomen.

Dagorde.

De Academie stelt het getal openstaande plaatsen vast (twee plaatsen van briefwisselend lid, éene

[p. 257]

van buitenlandsch eerelid) en benoemt tot leden der Commissie, welke, samen met het bestuur, de voorstelling van kandidaten doen zal, de heeren Claeys, de Pauw en Snieders.