Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1889
(1889)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 112]
| |
Zitting van 15 Mei 1889.Tegenwoordig de heeren J. de Laet, bestuurder, E. Hiel, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, Jhr. N. de Pauw, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, A. Snieders, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, J. Broeckaert, E. van Even; de heer J. Bols, briefwisselend lid; afwezig met kennisgeving, de heeren J. Obrie, L. Roersch, K. Stallaert, F. van der Haeghen, werkende leden; de heeren A. Janssens, L. Schuermans, H. Sermoin, Fr. Willems, briefwisselende leden. Na lezing en goedkeuring van het verslag over de vorige zitting, herinnert de heer bestuurder het nieuwe verlies, dat de Academie getroffen heeft door het afsterven van den heer Eugeen Stroobant, werkend lid. Hij brengt hulde aan het vriendelijk karakter en aan de talrijke diensten, door hem bewezen toen hij nog in de Kempen verbleef, en nadien in Brabant, waar hij altijd vooraan stond om den Vlaamschen taalstrijd te ondersteunen en de letter- en tooneelkunde op allerlei wijze te bevorderen. | |
[pagina 113]
| |
De familie des heeren Stroobant verzocht hebbende bij de teraardebestelling geene eerbewijzingen te doen, kon er namens de Academie geene lijkrede uitgesproken worden. De rouwplechtigheid werd bijgewoond door de heeren Hiel en de Potter, leden van het bestuur, en door de heeren Coopman, Mathot, Roersch, van Droogenbroeck van Even en P. Willems. Op voorstel van den heer bestuurder zal aan de weduwe des heeren Stroobant de deelneming der Academie in haar verlies schriftelijk worden betuigd, en neemt de heer J. van Droogenbroeck de taak op zich, voor een der eerstvolgende Jaarboeken de levensschets des aflijvigen te schrijven. | |
Aangeboden boeken:Vanwege het Staatsbestuur: Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1889, No 3 en 4.
Van den heer S. Daems: Anplissimi ac reverendissimi Domini Fr. Joannis Chrysostomi de Swert, quondam abbatis canoniae Tongerloënsis Carmina anecdoti et dispersa edidit, et praefatione notisque donavit Fr. Servatius Daems, ejusdem abbatiae canonicus regularis. Tongerloo, 1889, 8o.
Van Jhr. de Pauw een afdruksel zijner redevoering: De Vlaamsche Academie der Artevelden-eeuw, 1888. | |
[pagina 114]
| |
Vanwege den heer Am. de Vos: Keerzijde van Van Beers' ‘Rijzende Blaren.’ Bijvoegsel (aan Remo). Lokeren, 1889, 12o.
Vanwege den bestendigen Secretaris: Jubelkrans voor den wel eerweerden en geleerden heer Leo de Cruenaere, vijf en twintigiarigen Pastor der parochiale kerk van H. Kerst, te Gent (door Pr. van Duyse.) Gent, 1840, 4o.
Van den heer Schuermans, briefwisselend lid: Franciscus, oratorium, door L. de Koninck. 1888, 8o.
Vanwege het gemeentebestuur van Aalst: Inventaris van de oude archieven der stad Aalst. Bijvoegsel. Aalst, 1889, 8o.
Vanwege den heer Crombez, uitgever te St. Nicolaas: Algemeen Adressenboek van het Land van Waas. 1889, 8o.
De heer Génard legt een handschrift neder, getiteld: Nasporingen over den Schrijver der ‘Brabantsche Yeesten’, hem medegedeeld door kolonel van den Bogaerde. - Deze studie zal onderzocht worden door de Bestendige Commissie. |
|