Leeuw van Vlaanderen en van De Loteling is nog steeds de gids onzer jeugd: - het hart van vele zijner wapenbroeders in den strijd voor 't Vlaamsche Recht, leeft nog in omgang met den dierbaren ontslapene.
Onze hoop was dus gegrond, maar wij zagen ze te leur gesteld: van de twee ingezondene stukken is geen vatbaar voor letterkundige ontleding of bestand tegen eenige critische beschouwing.
Wij sluiten ons niet alleen aan bij het oordeel, uitgebracht door het achtbaar medelid Dr. A. Snieders, maar nemen tevens de vrijheid eenen wensch te uiten, namelijk: de voor 1889 aangehoudene prijsvraag Lofrede op J.-F. Willems te aanzien als eene laatste proef; en mocht deze nogmaals niet bevredigend zijn, de uitschrijving van ‘Lofredenen’ voorgoed te laten varen.
Stellig, de Academie meende het goed; hare herhaalde poging verdient lof en dank; mogelijk wacht haar eene blijde verrassing met den aanstaanden prijskamp; maar hoe het ook zij, en alles wel overwogen, wij houden ons voor overtuigd dat er, voor het oogenblik, meer doeltreffende vragen te stellen zijn, welker behandeling en oplossing algemeen zullen beschouwd worden als de schoonste lofrede op het leven en streven onzer edele voorgangers.