Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1888

[p. 253]

Zitting van 21 November 1888.

Aanwezig de heeren Jhr. Nap. de Pauw, bestuurder; J. de Laet, onderbestuurder, Fr. de Potter. bestendige secretaris;

de heeren H. Claeys, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, E. Hiel, L. Roersch, A. Snieders, F. van der Haeghen, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Broeckaert, werkende leden;

de heeren K. de Flou en A. Prayon, briefwisselende leden, en Th. Arnold, buitenlandsch eerelid.

Afwezig met kennisgeving, de heeren E. Stroobant, werkend lid, L. Schuermans, H. Sermon en Fr. Willems, briefwisselende leden.

De bestendige secretaris legt de lijst over der

Aangeboden boeken.

Vanwege het Staatsbestuur:

Compte rendu des séances de la Commission royale d'Histoire, N^rs 2 en 3, 1888.

Mémoires couronnés et Mémoires des savants étrangers, publiés par l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 40^e deel in-4^o.

[p. 254]

Van den heer Nap. de Pauw, bestuurder der Academie:

Note sur le vrai nom du docteur solennel Henri de Gand. Brussel, 1888. (Overdruk.)

Van den heer S. Daems, werkend lid, een afdruksel der nagemelde, door hem uitgegeven werken:

Deugd en Vreugd. Liederbundel voor brave zangers. Eerste, niet voltooide druk. Herenthals, V.-J. du Moulin, in-16^o. (N^r 13 der veertien exemplaren.)

Arme lijderes. Antwerpen, Van Os-De Wolf, 1881, in-32^o. Tweede druk, Roeselare, in-32.

Waard of weerd. Brief aan den Heer X. 1882, in-8^o.

O.L.V. op het Zand onder Noorderwijk. Geschiedkundig bericht. Lier, 1883, in-16^o.

De zalige Bronislava. Levensschets. Lier, 1885, in-24^o.

Onze Lieve Vrouw van Scherpenheuvel, gr.-8^o. (Overdruk).

Het lijdend Hart van Jesus, ons voorbeeld in het lijden. Meditatiën voor de vasten. Antwerpen, 1886, in-32^o.

De Zielensmokkelaar. Roeselare, in-16^o.

De vierde Bladzij, en Schere-sliep. (Alleenspraken.) Roeselare, in-18^o.

Kanunnik Van Spilbeeck's werk: de abdij van Tongerloo. Gent, 1888, in-8^o. (Uit de Verslagen en Mededeelingen der Academie.)

Dr. J.-F.-J. Heremans en diens scheppingen op taal- en letterkundig gebied, door Dr. Nolet de Brauwere van Steeland, in-8^o. (Overzicht.)

De canoniae Tongerloensis suppressione et restauratione. Oratio. Tongerloo, 1888, in-8^o.

[p. 255]

Maria-Almanak voor 1889. Averbode, 1888, in-gr.-8^o.

De Paus. Oratorio. Herenthals, 1871, in-8^o.

De priester Christi. Dramatisch gedicht. Antwerpen, 1878, in-8^o.

Dimitte illis. Den Eerw. heere Fr. Clemens (Edward) Tijck, opgedragen bij zijne eerste plechtige Misse. Antwerpen, 1881, in-8^o.

Verzameling van bijdragen van ‘de Meerhoutenaer’:

D. Maes: Gevecht van Gheel (1658).

Een woord over den oorsprong der gilden.

Kaert der gilde van den handboog te Herenthals.

Iets over het Landjuweel van Herenthals.

Cornelis de Bie.

Uit de geschiedenis van Meerhout (1789-1790).

Foppens: Dagverhael van den veldtogt van graef Frederik de Merode, in 1830.

Van den heer Frans Willems, briefwisselend lid:

De Heiland. Dichterlijke bespiegelingen op Jesus' Leven, Leer en Lijden. Tweede uitgaaf. Antwerpen, 1871, in-8^o.

Mgr P. Claessens, zijn leven en streven, en zijne verdiensten als Vlaamsch letterkundige. (Uit het Belfort). 1888, in-8^o.

Vanwege de Koninklijke Academie van Wetenschappen te Amsterdam:

Jaarboek voor 1886. - Idem voor 1887.

Verslagen en Mededeelingen. Afdeeling Letterkunde. Derde reeks, 4^e deel. 1887, in-8^o.

[p. 256]

Verhandelingen. Afdeeling Letterkunde, 17^e deel. 1888, in-4^o.

Van den heer D. Claes, leeraar aan het Athenaeum te Namen:

K.-L. Ledeganck. Biographisch-letterkundige studie. Antwerpen, 1876.

De Nederlandsche letterkunde in België sedert het begin der XIX^e eeuw. (Overdruk.)

Cours de langue flamande à l'usage des Wallons. Namen, 1884, in-12^o.

Livre de lecture flamande à l'usage des athénées, des colléges, des écoles normales et des écoles moyennes de la Belgique wallonne. Namen, 1884, in-12^o.

Roozen en doornen. Tienen, 1862, in-8^o.

De Herschepping. Dichttafereelen uit de Limburgsche Kempen. Tienen, 1864, gr.-8^o.

De Ijzeren-Spoorbaan in de Kempen, een tegenhanger van de Herschepping. Ibid., 1866, in-gr.-8^o.

Joost van Craesbeeck, kunstschilder der XVII^e eeuw. Hasselt, 1871, in-8^o.

Gedichten. Tongeren, 1885, in-8^o.

De Wel Edelen Heere Lodewijk Halflants, op het plechtig jubelfeest van zijn vijf-en-twintigjarig Voorzitterschap in de Conferentie van St-Vincentius te Tienen. Tienen, 1886, in-gr.-8^o.

Voor Thonissen, hoezee! Feestlied ter gelegenheid van het vijf-en-twintigjarig jubelfeest des heeren J.-J. Thonissen. - Gedicht en muziek van D. Claes. Namen, 1888, in-folio.

Van de Société d'Emulation pour l'étude de l'histoire et des antiquités de la Flandre: de 3

[p. 257]

eerste afleveringen van het X^e deel, 4^e reeks, harer Annales.

Van den heer Wilhelm Bäumker, te Niederkrüchten:

Das Katholische deutsche Kirchenlied. Freiburg, 1883, in-8^o. Twee deelen.

Briefwisseling.

Bij brief van den heer Minister van binnenlandsche zaken en openbaar onderwijs, gedagteekend van 21 November, wordt de Academie uitgenoodigd tot het opmaken eener lijst van voorstelling, tien namen behelzende, uit welke de heer Minister de jury zal benoemen voor den driejaarlijkschen wedstrijd van Vlaamsche tooneelliteratuur.

De heer Bestuurder bericht het overlijden van den heer G.-J. Dodd, werkend lid, en maakt zich den tolk der vergadering om het verlies van dit waardig medelid te betreuren. Hij deelt mede dat op de teraardebestelling de Academie vertegenwoordigd was door den bestendigen Secretaris, namens het bestuur, alsmede door de heeren Coopman, Hiel, Van Droogenbroeck en Haerynck. Tevens herinnert de heer Bestuurder dat de Nederlandsche letteren, in de laatste dagen, nog een ander zwaar verlies hebben onderstaan door het afsterven van den hoogst verdienstelijken dichter Jan van Beers, in Noord- en Zuid-Nederland om zijn ongemeen talent vereerd, en die, lid der Academie

[p. 258]

geweest zijnde, voor zekere redenen gemeend heeft zijn ontslag te moeten geven.

Aan de familie des heeren Dodd zal een brief van deelneming worden gezonden, en de redevoering, in naam der Academie door den heer Coopman in het sterfhuis uitgesproken, zal na het verslag over de huidige zitting gedrukt worden. De vergadering gelast hetzelfde lid met het schrijven van de levensschets des heeren Dodd voor het Jaarboek van 1890.

Dagorde.

Tot bestuurder der Academie voor het volgende jaar wordt gekozen de heer J. de Laet, onderbestuurder, en tot onderbestuurder de heer E. Hiel.

De heer J. de Laet dankt zijne medeleden voor de hem toegekende onderscheiding. Hij hoopt, in het jaar zijns bestuurs, nuttig te kunnen zijn aan de Academie, wier werkzaamheden reeds eene groote uitgebreidheid genomen hebben, en drukt verder de hoop uit dat de onderlinge betrekkingen, gedurende gezegd tijdperk, even aangenaam zullen wezen als zij geweest zijn onder zijne verdienstelijke voorgangers. (Toejuichingen.)

Op zijne beurt betuigt de heer E. Hiel zijnen dank voor het hem geschonken vertrouwen en belooft al zijne kracht te zullen besteden tot den bloei der Academie. (Toejuichingen.)