pers werd toevertrouwd. Hij leefde, van zijnen jongelingstijd af, met zijne boeken en had uit deze en uit zijne reizen, een zóó verbazenden schat van geleerdheid opgedaan, dat hij eene wandelende bibliotheek, een vraagbaak voor allen, en schier in alle vakken, geworden was.
In de Koninklijke Vlaamsche Academie was inderdaad zijne plaats - jammer, dat deze vereeniging niet langer in al den rijkdom, dien hij vergaderde, mocht putten! Hoog werd Dr. Delgeur in ons midden gewaardeerd, hoe kortstondig hij dáár zetelde, niet alleen als wetenschappelijk man; maar ook omdat hij een zoo kinderlijk-eenvoudig gemoed, een zoo eerlijk, braaf en vriendschappelijk hart behouden had.
Deze woorden zullen door allen bekrachtigd worden, die hem van nabij kenden, en gewis door de edele familie della Faille, wier commensaal hij lange jaren was, en in welker midden hij ook, bij mangel van eigene familie alhier, is komen sterven.
Den geleerde, den overtuigden Christen, den verkleefden vriend en Vlaming breng ik hier, namens al mijne collegas, eene hulde, die in ons midden zal blijven voortleven, zoolang de Academie zal prijs stellen op ware verdiensten.
Sluimere uw stoffelijk overschot ongestoord in den gewijden grond, in de schaduw van het kruis, en geniete uwe ziel de zoete rust van den rechtvaardige in het aanschijn Gods!