Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1888

[p. 29]

Zitting van 21 Maart 1888.

De zitting heeft plaats in het nieuw lokaal der Academie.

Aanwezig de heeren Jhr. Nap. de Pauw, bestuurder; J. de Laet, onderbestuurder; Frans de Potter, bestendige secretaris;

de heeren H. Claeys, Ed. Gailliard, P. Génard, E. Hiel, L. Roersch, E. Stroobant, F. van der Haeghen, P. Willems, P. Alberdingk Thijm, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. Obrie, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert, J. Dodd, werkende leden;

de heeren J. Bols, J. Broeckaert, H. Haerynck en H. Sermon, briefwisselende leden;

de heer Th. Arnold, buitenlandsch eerelid.

De heeren S. Daems, G. Gezelle en J. Nolet de Brauwere van Steeland, werkende leden, en de heer L. Delgeur, briefwisselend lid, berichten dat zij door ongesteldheid belet zijn de zitting bij te wonen; de heer Fr. Willems verontschuldigt zich uit hoofde van ambtsbezigheden.

Jhr. Napoleon de Pauw, bestuurder, leest, vooraleer de zitting te openen, de volgende verwelkomingsrede: