Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde 1886-1887
(1886-1887)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 205]
| |
Zitting van 16 November 1887Zijn aanwezig de heeren P. Willems, bestuurder, Nap. de Pauw, onderbestuurder, Fr. de Potter, bestendige secretaris; de heeren H. Claeys, J. de Laet, E. Gailliard, P. Génard, G. Gezelle, E. Hiel, L. Roersch, A. Snieders, E. Stroobant, F. van der Haeghen, P. Alberdingk Thijm, S. Daems, C. Hansen, L. Mathot, J. Micheels, J. van Droogenbroeck, Th. Coopman, A. de Vos, K. Stallaert. Na lezing van het verslag der voorgaande zitting merkt de heer Hansen op, dat de eigenaar van Maerlant's handschrift over de Historie van Troyen niet genaamd is ‘de Loë’, maar dat hij, van Vlaamschen oorsprong, den naam draagt van ‘van Loo’; verder, dat zijn verblijf niet is te Wissen, zooals werd opgegeven (welke plaatsnaam in geen aardrijkskundig woordenboek te vinden is), maar wel te Weze. De heer van Loo onze taal machtig zijnde, kan de briefwisseling met hem in het Nederlandsch geschieden. De heer Nolet de Brauwere van Steeland laat schrijven door zijnen zoon, dat hij door ziekte belet is op reis te gaan; dat hij, om dezelfde reden, de zittingen der wintermaanden niet zal kunnen bijwonen en daarenboven voor zekeren tijd zich moet onthouden van letterkundigen arbeid | |
[pagina 206]
| |
Derhalve vraagt hij dat de Academie hem zou vervangen als lid van den keurraad voor de stukken, ingezonden ter beantwoording van de vierde prijsvraag. De heer Obrie verontschuldigt zijne afwezigheid wegens eene reis in het buitenland. | |
Aangeboden boeken.Door den heer Jul. Obrie, lid der Academie: Het ontwerp tot herziening van het Nederlandsche Burgerlijk Wetboek.
Door den heer P. Alberdingk Thijm, lid der Academie: Dietsche Warande. Tijdschrift voor Kunsten Zedegeschiedenis. Nieuwe reeks, 1e jaargang, nr 1.
Door den heer K. Stallaert, lid der Academie: Dichterlijke Nalatenschap van Jan-Frans Stallaert.
Door de heeren A. Siffer en P. Kerkhofs: Pater Servatius Dirks.
Door den heer Ev. Bauwens, S.J.: Gebruik en oorsprong van het ontkennend en. Een wandelingsken door onze letterkunde.
Door den heer Jan Broeckaert: Een woord over Middennederlandsche letterkunde.
Door den heer Aug. Bultynck: Liederen en Gedichten. |
|