Verscheide gedigten soo voor als tegen den Hemel op aarde
(1704)–Anoniem Verscheide gedigten soo voor als tegen den Hemel op aarde– Auteursrechtvrij
[pagina 6]
| |
Op de uytbeelding Van den hemel op aarde
| |
[pagina 7]
| |
II.
Laat Geld en Eer en Wellust synGa naar margenoot+
De schat van Epicurus swyn;
Maar dus den Hemel uyt te leggen!
Is, met het spottend Helsch gespuys,
De Vyandschap aan Christus kruys,Ga naar margenoot+
Met bitsen hoon en smaat, aanseggen.Ga naar margenoot+
III.
Die hier syn' Waare vreugde in stelt:
Dat aardsch vermaak, en eer, en geld,Ga naar margenoot+
Soo lang als mooglyk, mogen duuren;
Voorts dat men ongevoelig sy:Ga naar margenoot+
Maakt alle menschen dwaaslyk bly,
Om 't naamaals eeuwig te besuuren.
Weg Spotter! die bestraffing haat,
Onheylig, Gods verbond versmaadt,
Dog stout durft neemen op Uw' lippen!
Die niet, met een gebrooken Geest,
In 't waar geloof, den Vader vreest,
Sal 's Regters wraak-swaard niet ontslippen.Ga naar margenoot+
V.
Geen blydschap is waarachtig goed,Ga naar margenoot+
Als die, door Christus offerbloed
Verkreegen, leert der sonden sterven.
Dan rust men in Gods Wysen Raat;
Gehoorsaamt, om Gods wil, den Staat;
En sal hiernaa den Hemel erven.
| |
[pagina 8]
| |
Ga naar margenoot+ (Als God en Syn' profeeten spreeken)
In Christus, dien volmaakten Borg',
Met ootmoet, liefde en teed're sorg.
Vermyd Spinosâs boose streeken.
VII.
Wie draayt, als woorden van een sot,
De Schrift? en dryft met God den spot?
Weet dat Hy komt en niet sal swygen,
Als ons de Schrift de droefheid pryst,
Ga naar margenoot+ Denk dat s' ons dan het middel wyst
Om vaste blydschap te verkrygen.
Ga naar margenoot+ VIII.
Die 't herte-reynigend geloof
Niet krachtig preekt, maar sondaars doof
Voor Gods bedreygingen wil maaken;
Die Burger - sede - lesjes preekt,
Waar achter noch een angel steekt,
Mag 't preeken, onder ons, wel staaken.
IX.
Ga naar margenoot+ Die niet als van de blydschap kalt,
Noch wil, schoon Hy in sonden valt,
Ga naar margenoot+ Van traanen van bekeering hooren;
Sal, de ydelheid van 's Waerelds rust
En 't snood bedrog van al Haar lust
Ga naar margenoot+ Bevindende, in syn' droefheid smooren.
X.
Ga naar margenoot+ Die Christens blyd en kloek beleid
By Heydensche ongevoeligheid
Gelykt, smaadt trouwe Martelaaren.
Ga naar margenoot+ Die 's Geestes troost ooit heeft gesmaakt,
Waardoor men in Gods liefde blaakt,
Ga naar margenoot+ Sal licht en duysternis niet paaren.
| |
[pagina 9]
| |
XI.
Dat liefde vreese buyten sluyt,Ga naar margenoot+
Getuygt Gods Heylig Woord rond uyt;
Maar niet tot troost van stoute Guyten.
Die God vreest, alle sonden haat,
Sig door 't geloof op God verlaat,
Mag and're vreesen buyten sluyten.
Sic Itvr ad Astra.
De bygeteekende Schriftuur-Texten, syn gericht ter getrouwe waarschouwing des eenvoudigen Leesers, die versocht wordt deselve aandachtelyk te overweegen, ten eynde Hy leere sig onbesmett' te bewaaren van de Waereld. |
|