Woord vooraf
Op 29 mei 2008 organiseerde de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde in het Academiegebouw een colloquium over Recente ontwikkelingen in het contrastief taalonderzoek Nederlands-Frans, in samenwerking met de Vakgroep Nederlands van de Université catholique de Louvain (Louvain-la-Neuve). De volgorde van de hier opgenomen bijdragen is dezelfde als die van de lezingen op het colloquium.
Het colloquium had tot doel informatie te verstrekken over de meest recente ontwikkelingen in het contrastief taalonderzoek Nederlands-Frans (morfosyntaxis, fonetiek/fonologie, fraseologie, pragmatiek, enz.), met het oog op mogelijke didactische toepassingen. De laatste jaren kent het contrastief taalonderzoek immers een vernieuwde belangstelling. Er wordt terecht van uitgegaan dat men dankzij de zo grondig mogelijke vergelijking van taalsystemen een beter inzicht kan verkrijgen zowel in de manier waarop taalsystemen in elkaar zitten als in het verwervingsproces van vreemde talen. Daarnaast wilde het colloquium een discussieforum bieden voor contrastief taalkundigen en voor docenten Nederlands en Frans.
De organisatie van het colloquium en de publicatie van de bundel zijn mogelijk gemaakt door financiële en/of andere steun van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, het Fonds de la Recherche Scientifique-FNRS en de Faculté de philosophie et lettres van de Université catholique de Louvain. Het bestuur van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde zijn wij zeer erkentelijk voor de enthousiaste reactie op het voorstel een colloquium aan contrastieve taalkunde Nederlands-Frans te wijden. Ten slotte danken wij de personeelsleden van de Academie, in het bijzonder Marijke De Wit, Kristien Berghs en Cindy Holtyzer, voor hun praktische hulp.
Philippe Hiligsmann, Mélanie Baelen, Anne Lore Leloup & Laurent Rasier