In de Nederlandse en Vlaamse kwaliteitskranten zijn kort na het op de markt komen van beide delen reeds besprekingen gevolgd, maar dat konden, gezien de omvang van de boeken, in feite slechts eerste impressies van al dan niet ingeloste verwachtingen zijn. Voor serieuze evaluaties in de wetenschappelijke tijdschriften is het zeker nog enige maanden wachten.
In deze periode van wetenschappelijke windstilte heeft de Academie geoordeeld er goed aan te doen eens te peilen naar de reacties van het middenveld, van de gebruikers. Daarvoor werd een beroep gedaan op representatieve woordvoerders van zowel auteurs als lezers.
De auteurs van beide nu verschenen delen waren present. Vooreerst Frits van Oostrom, Universiteitsprofessor te Utrecht, president van de Nederlandse Akademie van Wetenschappen en buitenlandse erelid van onze Academie. Naast hem collega Hugo Brems, hoogleraar te Leuven en lid van de Academie. Eveneens aanwezig waren de beide hoofdredacteuren van het hele project, dr. Arie Jan Gelderblom van de Utrechtse universiteit en collega Anne Marie Musschoot, hoogleraar te Gent en lid van de Academie. Zij namen aan het forumgesprek deel samen met collega Karel Porteman, emeritus hoogleraar van de Leuvense universiteit, lid van de Academie en coauteur van het deel over de periode 1560-1700, waarvan de voltooiing op handen is.
Vóór hen kwamen de vertegenwoordigers van het zeer diverse publiek aan bod. Als eerste werd Jo Tollebeek, hoogleraar bij de vakgroep Geschiedenis van de Leuvense universiteit, beluisterd. Hij sprak vanuit de verwachtingen van de wetenschappelijke, academische wereld met op de achtergrond de kennis van de vorige literatuurgeschiedenissen.
Na hem gaf Luc Devoldere, hoofdredacteur van het tijdschrift Ons Erfdeel, zijn mening als die van de alerte, goed geïnformeerde literaire publicist. Hij legde de nadruk op de hedendaagse culturele dynamiek. De huidige raadpleger heeft een gefragmentariseerde belangstelling en de geschiedenis zelf is permanent aan herschrijven toe.
Ronald Soetaert, hoogleraar bij de vakgroep Onderwijskunde van de Gentse universiteit, bracht een getuigenis uit het pedagogisch milieu en stelde daarbij de vraag naar de al dan niet noodzakelijks canonvorming.
Louis Tobback, oud-parlementariër, burgemeester van Leuven en romanist, prees zich als gebruiker gelukkig met de twee verschenen delen. De hanteerbaarheid mat hij af aan gelijksoortige Franse werken.