Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. Jaargang 2000
(2000)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zestiende-eeuwse Remedies uit Meerbeke voor Jachtvogels en -honden
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jansen-Sieben niet als dusdanig herkend. Het gevolg daarvan is dat in het Repertorium onder de rubriek ‘Jacht’ dit traktaat of dit handschrift niet opgenomen werd. Dit is des te meer te betreuren daar het aantal Nederlandstalige middeleeuwse en zestiende-eeuwse teksten over deze materie wel bijzonder klein is. Dit is zeker het geval als men daarmee het veel uitvoeriger en gevarieerder tekstbestand, al dan niet in de volkstaal geschreven, uit de ons omringende landen vergelijktGa naar voetnoot6.
In zijn Der Naturen Bloeme heeft Van Maerlant meer dan driehonderd verzen aan de valk gewijd en zich daarbij bijna uitsluitend beperkt tot de genezing van zieke vogels (Boek III, vv. 1502-1730). Slechts onlangs is erop gewezenGa naar voetnoot7 dat deze tekst in feite een door Van Maerlant ingekorte en herschikte, in casu in een a-capite-ad-calces-volgorde gebrachte vertaling of beter bewerking is van de zg. Ptolemeusbrief. Deze was aan Van Maerlant bekend uit zijn bron, Thomas van Cantimpré's Liber de natura rerum. De vorm waarin de brief daar voorkomt, is een eveneens door Thomas reeds uitgedunde versie van de oorspronkelijke tekst. De vogels waarmee gevlogen wordt zijn uitsluitend valken, één van een klein tiental soorten die Van Maerlant onderscheidt. Het is dus een valkerij-tekst, de enige die tot op heden uit ons taalgebied bekend was.
Een ander traktaat, in proza weliswaar, dateert uit de vroege zestiende eeuw en wordt bewaard in de Albertina te Brussel (hs. IV, 1050). Het werd pas in 1975 door deze instelling verworvenGa naar voetnoot8. Geschreven door een anonymus, een Brabander naar de taal te oordelen, is het zeer waarschijnlijk sterk gebaseerd op zijn eigen ervaring. Een bron heeft men immers tot op heden niet gevonden. Het bestaat uit vier delen die achtereenvolgens handelen over het verzorgen en africhten van haviken en sperwers, de meest voorkomende ziekten, de soorten aas en, in het vierde en laatste deel, het delicate en voor de handelswaarde van de vogel zo belangrijke muiten of ruien. Het is een goed gestructureerd traktaat dat aan verscheidene, belangrijke aspecten van verzorging, training en behandeling de nodige aandacht besteedt.
De jachtvogels die hier besproken worden zijn haviken en sperwers, geen valken dus. Volgens een terminologische suggestie van Van den Abeele is | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
deze tekst een havikerij-traktaat en als dusdanig is het voor ons taalgebied een unicum. Het kan evident lijken dat in geschriften over vogels die voor de jacht worden afgericht, niet alleen aandacht besteed wordt aan de ziekten van de dieren en aan de remedies daartegen. Toch is dit niet het geval. Immers, de meeste middeleeuwse en zestiende-eeuwse traktaten hebben zoniet uitsluitend dan toch in een overweldigend sterke mate aandacht voor ziekten en hun genezing. Voor de buitenlandse literatuur is dit, zij het in mindere mate, trouwens eveneens het gevalGa naar voetnoot9.
Een tweede Nederlandstalige valkerij-tekst die tot op heden zo goed als onbekend is gebleven, wordt hierna afgedrukt. Zoals het zo-even vermelde havikerij-traktaat is hij afkomstig uit het hertogdom Brabant. Hij is geschreven te Meerbeke, een dorp in de nabijheid van Ninove dat tot op het einde van het Ancien Régime tot Brabant behoorde en pas nadien bij Oost-Vlaanderen werd gevoegdGa naar voetnoot10. Zoals bekend heeft het hertogdom, vooral dan toch de Noorderkempen, eeuwenlang valkeniers geleverd die in gans West-Europa aan vele hoven werkzaam zijn geweestGa naar voetnoot11.
Terloops willen we er ook op wijzen dat niet alleen roofvogels werden afgericht. Zo werd bijvoorbeeld de aalscholver bij de visvangst ingeschakeld. Ook dit was, blijkens één van de heel zeldzame verwijzingen ernaar, een Vlaamse specialiteit. In de eerste helft van de zeventiende eeuw vinden we ‘un Flamand’ vermeld die van de palingvangst met deze vogels aan het hof van de Franse koning Lodewijk XIII een demonstratie gafGa naar voetnoot12. Over deze ‘jachtvogel’, zijn africhting, verzorging, enz. is, helaas, verder niets bekend. Hetzelfde geldt trouwens voor uilen die door leden van het gilde van St.-Gillis, ‘gheseijt vinckenaers’, bij het vangen van vinken en andere kleine ‘vogheltiens’ werden ingezetGa naar voetnoot13. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In tegenstelling tot het Brusselse traktaat hebben we in het Haagse manuscript een valkerij-tekst, zij het dan wel slechts gedeeltelijk (nrs. 22-38). Aldus sluit hij qua onderwerp aan bij de langs Van Maerlant om bij ons bewaarde versie van de Ptolemeusbrief over de valkenjacht. Toch is er slechts één valk die zogoed als alle aandacht opeist, de blauwvoet, een soort steenvalk. Dat is dan weer merkwaardig omdat deze vogel in andere valkerij-teksten nauwelijks ter sprake wordt gebracht. Het andere deel (nrs. 10-21 en 39-55) echter is een havikerij-tekst en behandelt dus dezelfde of gelijkaardige materie als het Brusselse traktaat. Hierbij dient echter onmiddellijk opgemerkt te worden dat van een noemenswaardige, inhoudelijke interrelatie tussen beide geen spoor te bekennen valt. Het Haagse vogeltraktaat is dus een mengvorm, gedeeltelijk een valkerij- en gedeeltelijk een havikerij-tekst. Het havikerij-deel is eveneens geheel onafhankelijk van de Ptolemeusbrief.
Alhoewel op de titelpagina van het manuscript - we zagen het reeds hierboven - ook jachthonden vermeld worden, is er in de eigenlijke tekst nauwelijks van deze viervoeters sprake. Alleen bij het begin (nrs. 3-9) worden ze even te berde gebracht, vooral weer met middeltjes om hun kwalen te verhelpen. Toch was het de bedoeling van de scribent nog meer van dergelijke informatie over honden toe te voegen, samen met andere min of meer voor de jacht relevante gegevens (nrs. 1, 2 en 36-38). Na recept nr. 9 is immers een deel van de bladzijde (fol. 165v) blanco gebleven en ook de volgende bladzijden zijn geheel (166v) of zogoed als geheel door hem onbeschreven gelaten. Hij had dus ruimte opengelaten om eventuele andere recepten uit eigen ervaring of die van collega's nadien op de lege ruimten bij te schrijven. De ganse groep recepten die hierna volgt (alsook zo goed als het gehele handschrift) werd geschreven door één enkele hand, uitgenomen nrs. 8 en 9, twee aanvullingen door een contemporaine, andere hand. Deze laatste heeft de oorspronkelijk blanco-ruimte met een paar relevante recepten aangevuld. Het groepje jachthondrecepten - zoals reeds vermeld, aangevuld met de twee andere middeltjes - is dus wel bijzonder klein in vergelijking met de vogelrecepten. Aan de andere kant zijn ze - hoe weinig talrijk ook, of misschien juist daarom - bijzonder waardevol. Voorzover mij bekend zijn het immers de enige in hun soort die in ons taalgebied uit de Middeleeuwen, inclusief de zestiende eeuw, tot ons zijn gekomen.
Wanneer we de hiernavolgende groep teksten als geheel bekijken is daarin geen waarneembare structuur te bespeuren, die dieper gaat dan de zo-even reeds gemelde groepen honden- en vogelteksten met bij deze laatste nog de onderverdeling in havikerij en valkerij, met een gedeelte dat gewoon over | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘vogels’, zonder verdere precisering, handelt. De drie laatste recepten nemen een heel aparte plaats in. Ze lijken bedoeld als toemaatje, handelen over de beste tijd van het jaar voor het vangen (misschien wordt hiermee de jacht met roofvogels bedoeld) van kleine vogels als leeuweriken, mussen en vinken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De tekstNota: De volgende wijzigingen werden aangebracht: eigennamen en de naam van God met hoofdletter, i voor j, u voor v, uu voor w (en omgekeerd) werd aan hedendaags gebruik aangepast. Ook de nummering van de recepten en de indeling in alinea's is van mij. Ga naar margenoot+ Dit Cappittel spreect van saecken der weijicheit aengaende, soo voer hoenden als voghelen. Remedien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1. Om nijet betoovert te wordden alsmen ter jacht gaet.Ghij sult nemen roode beete, die suldie ghij op uwen hoet steecken. Probatum. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Om wolven te vergeven.Nempt .iij. oft .iiij. ossenclauwen ende doet in elck van dijen tbloet van ossen ende doet in tbloet elleborus albus, ende nux vomica, cuculus indij, dese .iij. dingen suldij tsamen stooten wel cleijne ende doense inden hooren wel geminght met het bloet. Dan wech gehangen, hoe ouder hoe beter. Ende wanneer men wilt eenen wolff vangen, dan salmen den horen aen eenen cooperdraet vast maecken alsoo dat den wolff niet wech en trecke, hij sal bersten. Probatum. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Tsegen die ruijicheijt vanden hoenden.Ghij sult den hont wasschen met werme looghe wel gewreven met eenen stromijn tot dat hij bloijt, daernaer laet hem druegen. Dan een salve gemaect ende daer met wel gevreven. Ende daertoe nempt een pinte bergensmout, een loot copperroijtGa naar voetnoot13b, een loot solffers, een halff loot salpeters, een halff loot peper, wat zeep ende wat poijers. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wanneer den hont wel gesmeert is geweest, dan salmen .viij. dagen laeten liggen, ende dan alsdan wederom soot voirseit es tot dat hij genesen es. Probatum. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Item. Als eenen hont luepich is.Gheeft hem in sijn spijse campher, thelpt. (fol. 165v) Tselve wanneer hij luepich is oft jonghen draecht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5. Om terstontz den hont te doen worppen.Soo gheeft hem .iij. wormen die men uuijt die kaerden snijt, die salmen hem ingeven met melck. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6. Om te verjaeghen die vliegen ende ander gewormte vanden honden.Nucibus grecis unguntur canum aures ac interdigiri ne infestentur a muscis et ricinis pulicibus, quod si non fiat ea exulcerarentur. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
7. Als eenen hont niet eeten en wilt ende truert, tsij vanden worm oft anderssins.Geeft hem drij betkens van boterram met pimpernelle, inden naem vanden Vader, Soone ende heyligh Geest: hij is terstons genesen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
8. Remedi om der honden schurftheit te ghenesen.Neempt een half pont reusel, anderhalf once bayenolie - ock machmer wel daer uut latenGa naar voetnoot14 - twe oncen quicsilver, een once solfere, een once spaensgroen, twe oncen olie van neuten: dit te samen ghemenghet ende daermede den hont ghesmeert teghen een goet vier. Ende sanderendaechs de hont smeren met versche boter, het geneest voerseker. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+ 9. Noch een ander.Schuym van ghelas, reusel, solpher, boscruijt ende peper daervan een salf ghemaect ende drie daghen daermede ghesmeert. Maer acht[er] moet men den hont wassen met azijn ende solpher. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+ Aengaende die vogelrije: terssels, sperwaen, havicken. Remedien. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
10. Item. Wanneer men den vogel ierstmael sijn huijve aendoet.Alsoo salmen hem waeter oft wijn inde oogen spruijten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
11. Item eenen vogel en salmen niet langer waecken dan tot .xij. uren, dan laeten staen tot smorgens ten .iij. uren. Dan wederom gedragen.12. Item. Wanneer eenen vogel gruen smilt.Dat bediet dat hij sijn selff vleesch verteert. Daertegen salmen hem gevoech geven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
13. Item. Wanneer eenen vogel root smilt.Dat beteekent dat hij verhidt es. Daertegens geeft hem swaluwen voer aes. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
14. Item. Wanneer eenen vogel luijsen heeft.Soo salmen nemen eenen witten draet, dijen bestrijcken met quicsilver ende roosolie, den vogel dijn om den hals gebonden. Oft nempt peper wanneer den vogel sich nat gebaijt heeft ende stroijen daer op sijn vedderen, dan laeten druegen, dan op een witten doeck gestelt op een taffel, dan lopen sij hem aff. Oft alsen gedroocht ende gepulveriseert ende op die vedderen gestroijt helpt als voer. Oft nempt schepperstersskens datmen heet yserhert op die recke gebonden, tverdrijft die luijsen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
15. Item eenen vogel salmen geven voer gewel.Gelt doeckGa naar voetnoot15, diestelbloemen het wies daervan verkult, kempenwerck oft ongehekelt vlas, jonghe vogels es oijck goedt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
16. Item. Wanneer den vogel sijn gewel niet worpen en wilt.Dan suldij nemen eenen vorsch gepulveriseert, ende dat gestroijt opt vleesch als men hem sijn aes gheeft. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
17. Item. Wanneer een vogel wormen heeft.Soo nempt loock ende leght dat in melck te weijcke ende dat ingegeven een lanck stuck. Oft nempt tvel van een muijs ende laeten thoot vander muijs daeraen. Dan genomen een luttel gesouten boter fries, een pielken souffraens, dese dingen in tvel gewonnen gelijck een pilleken, dit den vogel ingegeven, thelpt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
18. Item. Wanneer de vogel die snuep heeft.Soo salmen tvleesch bepissen, dan gegeven. Oft nempt wijnruijte: die sal men den vogel houden bij het aes, thelpt. Oft men sal den vogel laeten trecken aen een vleugel van een oude hinne. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
19. Item. Wanneer den vogel het roder gecrooct es.Dan nempt bijvoet: dat sal men sieden ende dat water gieten in eenen langen podt. Daer sal men troder in steecken, thelpt. Oft nempt eenen coolstock ende braet dijen ende snijtden van malcanderen ende houden op elck vanden gebroken vedder, thelpt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
20. Item. Wanneer de vogel uuijtdroecht.Soo nempt melck van een vrauw die een zoon suecht, ende leggen daerin te weecke eene liemmer van een vercken. Wanneer sij wel geweect es, dan sal men daerop stroijen suijcker candij: wanneer datmen dit dicmael doet, men salder baet in vinden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
21. [Wanneer de vogel] uuijtdroocht oft hijcht.Dat is oft hi is van boven gebursten en hij hijcht oft hij droecht uuijt. Nempt oyck daertegen vrouwensoch ende leght daer in suycker candijt, ende alst gesmolten is dopt daer sijn aes in. Oft nempt dwit vanden eije ende slaet dat water wordde, ende dopt daer al sijn as in, ende gevet hem, hij geneest. Blauvoet. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
22. Wanneer een blauvoet luijsen heeft.Soo salmen hem peper stroijen op sijn vedders als hij hem nat gemaect heeft of gebaijt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+ 23. Item. Wanneer men een B. gewel wilt geven.Lijnwaet wel gecnoept, daernaer dat eenen B. spittich es, wanneer men hem wilt sterck gewel geven. Item widt wullen doeck, drij kaijkens om te vercoelen, drij witte kieschelkaijkens alsoo groot als een boone in elck geleet is goedt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
24. Item. Wanneer een B. sijn gewel niet worpen en wilt.Alsoo salmen nemen een pepercoren gestooten, dat salmen hem ingeven met vleesch. Oft een stuck van een gaudtwortel alsoo lanck, thelpt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
25. Item. Wanneer een B. hem treckt, dan heeft hij winden int lijff.26. Item. Wanneer een B. tgewel geel siet, dan eest goedt.27. Item. Een b. salmen geven kaijkens gestooten om te vercoelen ende te pour gereijt.28. Item. Wanneer een b. wormen heeft.Dan salmen hem ingeven een galle van een hoen met wat lijnendoeck. Oft een galle van een karper es beter. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
29. Item. Daernaer dat een b. spittich is.Daernaer salmen hem sterck houden met aes. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
30. Item. Wanneer men een b. veinnigher handelt hoe beter.31. Item. Houmen een blauwvoetGa naar voetnoot16 het aes better het bloet uuijtvastGa naar voetnoot17 hoe beter. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
32. Item. Wanneer men een b. wilt loecken op het garen.Dan salmen ierstmal .ij. oft .iij. mael daerover locken, dan een duyve daerop schieten, dan leert hij tgaren kennen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
33. Item een blaet dat salmen mussen oft muijten van opt begin vanden vasten tot op Sint JanssGa naar voetnoot18.34. Item een B. salmen geven tgewel van dijstelbloemen.Ga naar margenoot+ 35. Item wanneer een B. vercaut is.Soo geeft hem in een pepercoren gestoten in wat vleesch. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
36. Item. Wanneer men een B. wel wilt purgeren.Soe salmen hem ingeven voer gewel wit wullen doeck, den tweeden dach daernaer caerdenbloemen alsoo dick als een vinger ende lanck alst ledt van eenen vinghere. Item een b. salmen geven voer gewel hoenderenvedderen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
37. Een tiras.Een tiras salmen maecken .viij. clasteren lanck, die men wilt gebruijcken met eenen liggenden hondtGa naar voetnoot19. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
38. Om een terssel sijn vedderen haest te doen worppen.Nempt eenen vorsch gedroocht, dan gepulverizeert, dat pulver genomen ende gestroijt op des vogels aes. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
39. Item eenen terssel oft sperwaer oft smeerel oft havick die crijtachtich smilten.Om hueren derm te doen purgeren die salmen een boon groot oft meer, naer dat den vogel es, geven van wat aes, ongesouten boter, thelpt. Probatum sepe bij ZGa naar voetnoot20. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
40. Item wanneer dat eenen vogel es cort van aesem.Dan salmen wieroock barnen als hij aest oft trect, dat in sijn maghe compt, thelpt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
41. Item. Een sperwaer salmen geven voer gewel nieuw liewaet gecnoept.Sommighe nemen werck, oft cattoen oft diestelbloemen, maer tgecnoept lijnwaet es tbeste om te verdrijven het frons. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
42. Item als eenen vogel wormen heeft.Soo geeft hem .ij. oft .iij. pillen soffraens in sijn aes, thelpt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+ 43. Item. Wanneer eenen vogel flanders heeft.Soo geeft hem in sijn aes wat alsem. Oft nempt een haelf roomer wijns ende doet daerin .iij. groffenagels ende was aessein. Dat salme[n] te waicke laeten staen 48 uren lanck, ende steecken daerin cattoen, ende geven hem dat voer gewel. Flanders dat sijn cleijn wormen; dat sietmen wanneer sij staen ende trecken ende gapen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
44. Tegen pantauw vanden vogel.Soo geeft hem iffvraumercke met boter. Sommige prijsen sonder boter. Het pantauw hebben sij wanneer sij blasen ende blauw smilten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
45. Item om eenen vogel te peperen.Salmen nemen een halvenGa naar voetnoot21 romer rijnsschen wijnazijn, eenen halven roomer wijns, ende dat met het peper doer eenen doeck gegoten int werm waeter. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
46. Item als eenen vogel melwen heeft.Soo strijct den vogel aen sijnen neuse met pieterolie, thelpt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
47. Item om eenen vogel goedt lijff te doen hebben.Soo salmen sijn aes int vrauwensoch te waicke leggen wanneer sij eenen soon soecht. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
48. Recept voer eenen vogel daer gheen hope meer aen en is, hebbende sijn aes .iij. oft .iiij. mael geworpen.Item men sal den vogel smorgens vroech in den hoff setten totter noenen toe, oft soe lange alst ghijt goet vinden sult. Ende nemen den selven daer uuijt, ende haudt hem dat hij seer stille staet tot naer de noene ten .iiij. of .v. uren toe. Voertz soo suldij nemen een levende duve ende nijet vander grootsten, ende trecken dan eenen vlogel al levende uuijt, die welck ghij sult een[s]Ga naar voetnoot22 (fol. 169v) oversouten ende laeten den selven een halff ure int saudt liggen. Voertz nempt een scotel met schoender fontainen ende wascht dat soudt .ij. oft .iij. mael aff, ende gheeft dijen den vogel ende laet hem wel stille staen tot smorgens toe, tsal helpen. Geprobeert per plurimos. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
49. Item. Voer gewel suldij eenen vogel geven werck gesoden in schoen waeter.50. Item. Als ghij met eenen vogel wilt vliegen.Alsoo suldij hem altoes geven goedt lijff ende alle weecken verssche botere uuijt die stamine alsoo veel als een boone. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
51. Als eenen vogel ierst vanden horst compt.Dan suldij hem al overanderdach oft alle dage geven met sijn gewel aloes alsoo groot als een eertte. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
52. Item. Eenen vogel daer ghij met vliecht.Suldij alle .xiiij. daegen wat aloes geven in sijn gewel oft met tvelleken van een duijve om gretich te maecken ende suijver te hauwen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
53. Wanneer dat ghij met uwen vogel nijet vliegen en wilt.Dan hem geven tweemael tsdaechs eenen goeden crop. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
54. Item. Wanneer dat eenen vogel luijsen heeft of melwen.Balsem die suldij pulveriseren ende blasen die vogel dat op sijn beenkens van sijn vluegels ende op den stirt vanden vogel, thelpt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
55. Item als een vogel sijn voeten geforseert heeft.Dan suldij hem nachtscaij binden op die recke, laeten daerop staen, ende tsap van het cruijt salmen daerop strijken, tsal genesen. Probatum est. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+ 56. Van den leeuwerckentijdt ende fanck.Gaet in op Ste MachielsdachGa naar voetnoot23, duert .xiiij. daegen in septembreGa naar voetnoot24. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
57. Item. Den meusschenvanck is in den oost.58. Item. Den vinckenvanck begint op St. JacopsdachGa naar voetnoot25, duert tot in den vasten.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Inhoudsoverzicht
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
GlossariumNota: Gebruikte speciale referentiewerken, buiten de algemene woordenboeken:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
E
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
F
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
G
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
H
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
I
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
K
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
L
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
M
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
N
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
O
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
P
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
R
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
S
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
T
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
V
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
W
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie:
|
|