Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. Jaargang 1998
(1998)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde– Auteursrechtelijk beschermdVerslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. Jaargang 1998. Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent 1998
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde. Jaargang 1998 uit 1998.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
p. 1: de kop ‘Colloquium De toekomst van ons literair verleden’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 18, 28, 40, 74, 76, 78, 80, 90, 92, 96, 98, 100, 128, 130, 142, 152, 154, 164, 166, 252, 260, 276, 320) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, voorplat]
Verslagen & Mededelingen
Jaargang 108, 1998, aflevering 1
van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
[Deel 1, binnenkant voorplat]
ISSN 0770-786X
Te bestellen bij het Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
Koningstraat 18
B-9000 GENT (België)
INHOUD
1998 - Aflevering 1
Colloquium ‘De toekomst van ons literair verleden’ | ||
Ten geleide | 1 | |
G. Lernout, Openingslezing | 3 | |
L. Van Dijck, De rol van het AMVC in de studie van het literaire erfgoed | 7 | |
S. Van Peteghem, De rol van de universiteitsbibliotheken | 13 | |
G. De Schutter, De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en de teksteditie | 19 | |
H.T.M. Van Vliet, Het Constantijn Huygens Instituut. Een centrum voor de editiewetenschap in Nederland | 29 | |
M. De Smedt, Editie van moderne teksten | 41 | |
W. Waterschoot, De editie van oudere teksten uit de zuidelijke Nederlanden | 55 | |
P. Roelens en E. Vanhoutte, Een huis dat tussen nacht en morgen staat. Varianten bij Hugo Claus | 75 |
[Deel 2, voorplat]
Verslagen & Mededelingen
Jaargang 108, 1998, aflevering 2-3
van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
[Deel 2, pagina binnenkant voorplat]
ISSN 0770-786X
Te bestellen bij het Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde
Koningstraat 18
B-9000 GENT (België)
INHOUD
1998 - Aflevering 2-3
H. de Schepper, Betekenis van de Vrede van Munster voor de Nederlanden | 209 |
G. de Schutter, Talen, taalgemeenschappen en taalnormen in Vlaams-België | 227 |
C. D'haen, Een auteur zonder literatuurgeschiedenis: Walter Thys met Insulensis | 253 |
M. Janssens, Een brug te ver voor Anton van Wilderode? | 261 |
W. Spillebeen, Een Monument en zijn voorontwerpen. Over Martinus Nijhoff en de belangrijkste varianten van zijn gedichten | 277 |
B. de Nil, Het archief met betrekking tot de Vlaamse Beweging van de KANTL | 311 |
T. de Smet, De bello orthographico. Een karakterisering van het spellingdebat in het Nederlandse taalgebied aan de hand van de daarin gehanteerde argumenten | 321 |
C. Verhas, Het Latijn van de praktizijn. Juridische woordenboeken in historisch perspectief | 347 |
[ achterplat]
INHOUD JAARGANG 1998
Colloquium ‘De toekomst van ons literair verleden’ | ||
Ten geleide | 1 | |
G. Lernout, Openingslezing | 3 | |
L. van Dijck, De rol van het AMVC in de studie van het literaire erfgoed | 7 | |
S. van Peteghem, De rol van de universiteitsbibliotheken | 13 | |
G. de Schutter, De Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en de teksteditie | 19 | |
H.T.M. van Vliet, Het Constantijn Huygens Instituut. Een centrum voor de editiewetenschap in Nederland | 29 | |
M. de Smedt, Editie van moderne teksten | 41 | |
W. Waterschoot, De editie van oudere teksten uit de zuidelijke Nederlanden | 55 | |
P. Roelens en E. Vanhoutte, Een huis dat tussen nacht en morgen staat. Varianten bij Hugo Claus | 75 | |
H. de Schepper, Betekenis van de Vrede van Munster voor de Nederlanden | 209 | |
G. de Schutter, Talen, taalgemeenschappen en taalnormen in Vlaams-België | 227 | |
C. D'haen, Een auteur zonder literatuurgeschiedenis: Walter Thys met Insulensis | 253 | |
M. Janssens, Een brug te ver voor Anton van Wilderode? | 261 | |
W. Spillebeen, Een Monument en zijn voorontwerpen. Over Martinus Nijhoff en de belangrijkste varianten van zijn gedichten | 277 | |
B. de Nil, Het archief met betrekking tot de Vlaamse Beweging van de KANTL | 311 | |
T. de Smet, De bello orthographico. Een karakterisering van het spellingdebat in het Nederlandse taalgebied aan de hand van de daarin gehanteerde argumenten | 321 | |
C. Verhas, Het Latijn van de praktizijn. Juridische woordenboeken in historisch perspectief | 347 |