Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1997
(1997)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De taalsituatie in Zwitserland
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1) Hoe kunnen de verschillende taalgebieden en taalgrenzen worden omschreven?De overgrote meerderheid van de bevolking in het noorden, in het centrum en ook in het oosten van het land is Duitstalig. Het gaat over | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 44]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
65 procent van de bevolking. De grootste steden (met uitzondering van Genève) bevinden zich in het Duitstalige gebied: Zürich, Bern, Basel, Luzern, St. Gallen. 18 procent van de bevolking is Franstalig; zij wonen vooral in het (zuid-)westen van het land: in de kantons Neuchâtel, Fribourg, Valais, Vaud, Genève en Jura (het kanton Jura is opgericht op 1 januari 1979, na ernstige twisten tussen de bevolking en de overheid). In het kanton Ticino - in het zuiden van het land - is de grote meerderheid Italiaanstalig. Daarnaast is er ook een relatief grote minderheid Italiaanstaligen in het kanton Graubünden (Grigione). Sinds de jaren zestig hebben zich in alle kantons een groot aantal migranten uit de zuidelijke provincies van Italië gevestigd. De jaren zestig waren een bloeiperiode voor de bouwondernemingen in Zwitserland. Zij trokken veel Italiaanse en ook Spaanse werknemers aan. Hun kinderen zijn meestal tweetalig en goed geïntegreerd in hun Zwitserse omgeving. Zij zijn enkel nog door hun naam of soms door hun uiterlijk herkenbaar als (kinderen van) Italianen of Spanjaarden. Met de (vroegere) migranten zijn er 11 procent Italiaanstaligen in Zwitserland (tot in de jaren zestig waren er slechts 5 procent Italiaanstaligen). Slechts 1 procent van de Zwitserse bevolking spreekt Retoromaans. Tot voor kort was het Retoromaans geen ambtelijke taal, maar wel een van de vier officieel erkende ‘Landessprachen’ (landstalen). Sedert 1996 moeten officiële documenten ook in het Retoromaans verspreid worden. Dit is goedgekeurd door de meerderheid van de stemgerechtigden die op 10 maart 1996 naar de stembus zijn gegaan. De uitslag van de stemming wijst erop dat velen van mening zijn dat de taalvariëteit in Zwitserland niet mag verdwijnen en dat de regering maatregelen moet nemen om het kleinste van de vier taalgebieden te beschermen. Het Retoromaans was en is bedreigd, omdat de jonge Retoromanen allemaal twee- of zelfs drietalig zijn. Zij spreken zo goed Duits of Italiaans dat zij door Duits- of Italiaanstaligen niet als anderstaligen worden beschouwd. Het Retoromaans gebruiken zij enkel nog thuis in hun gezin, en niet (meer) op hun werkplaats. Alleen zeer oude mensen spreken vandaag nog uitsluitend Retoromaans. Het Retoromaans is ook bedreigd, omdat dit op zich al zeer kleine taalgebied opgesplitst is in verscheidene dialecten. Tot voor kort was er geen eenheidstaal. Pas enkele jaren geleden is de kunstmatige eenheidstaal Rumantsch Grischún gecreëerd. Dit artefact wordt nu op school als schrijftaal aangeleerd. Maar in Zwitserland denken veel mensen dat het Retoromaans vroeger of later zal uitsterven. In het parlement, dat in de hoofdstad zetelt (in Bern), mag iedereen gebruik maken van zijn of haar taal, maar in de praktijk wordt er meestal Duits en Frans gesproken. Op school wordt de tweede landstaal (ofwel het Duits ofwel het Frans) onderwezen als eerste vreemde taal. (De tweede vreemde taal is meestal het Engels.) Het Italiaans kan in het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 45]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
middelbaar onderwijs worden gevolgd als keuzevak. Maar slechts 5 procent van de Duits- of Franstalige Zwitserse rekruten kennen Italiaans.Ga naar voetnoot1 In sommige scholen, vooral in de arbeiderswijken van de steden zijn er tegenwoordig taalproblemen omdat er heel wat klassen zijn met méér kinderen van migranten dan van Zwitserse inwoners. In Zwitserland is het niet gebruikelijk de kinderen naar privéscholen te sturen. De lagere en enkele middelbare scholen worden door de gemeente ingericht, de athenea worden onderhouden door de kantons. Elk kanton heeft zijn eigen Ministerie voor Onderwijs en vaak ook eigen leerboeken. Dit maakt het niet bepaald gemakkelijk voor kinderen van ouders die verhuizen naar een ander kanton... Op de gemeentelijke school komen de kinderen uit alle sociale lagen van de bevolking bij elkaar. Ik wil niet suggereren dat op die manier alle sociale verschillen worden weggewerkt; het is enkel mijn bedoeling uit te leggen dat vandaag in Zwitserland vooral kinderen en leerkrachten van de eerste schooljaren geconfronteerd worden met grote taalproblemen. Het is bijna onmogelijk de kinderen bijvoorbeeld op een correcte manier Duits te doen spreken en schrijven als slechts een kleine minderheid leerlingen deze taal thuis en op straat nodig hebben en ook gebruiken. Ondanks het open schoolsysteem gebeurt het niet vaak dat Turkse, Marokkaanse of Viëtnamese jongeren in een atheneum komen. Velen belanden vanwege taalproblemen in hulpklassen of bijzondere scholen en hebben later slechts zeer beperkte mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Afgezien van de taalproblemen die kunnen ontstaan door de aanwezigheid van grote aantallen migranten, wordt de publieke opinie weinig beroerd door taalproblemen in Zwitserland. Als de geïnteresseerde toerist in Duitstalig Zwitserland de vraag stelt, of er taalproblemen zijn, zal hij waarschijnlijk een negatief antwoord krijgen. Als hij gaat polsen in een van de andere taalgebieden, zal hij waarschijnlijk heel wat opmerkingen te horen krijgen over moeilijkheden. Zo zijn er bijvoorbeeld in Franstalig Zwitserland veel klachten over de Duitstalige uitzendingen op televisie of radio. Sedert de jaren zeventig is het aantal dialectuitzendingen sterk toegenomen.Ga naar voetnoot2 Dit maakt het zeer moeilijk voor diegenen die géén Zwitserse dialecten begrijpen, maar graag Duitstalige Zwitserse uitzendingen willen beluisteren. (De verschillen tussen de dialecten die in het Duitstalige gedeelte van Zwitserland worden gesproken en de Duitse schrijftaal zijn nog wat groter dan de verschillen tussen Vlaamse dialecten en de taal van school en televisie in Vlaanderen. Op de verhouding tussen dialect en schrijftaal zal ik nog terugkomen.) De Italiaanstaligen in Zwitserland voelden zich tot voor kort benadeeld, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
omdat zij in Zwitserland niet over een eigen universiteit beschikten. Zij moesten ofwel naar Italië gaan studeren ofwel naar een universiteit in het Frans- of Duitstalige gedeelte van het land. Sedert oktober 1995 is er een Italiaanstalige universiteit met twee faculteiten in de stad Lugano en een academie voor architectuur in Mendrisio. Hoewel er heel wat spanningen zijn tussen de verschillende taalgebieden, is de verhouding meestal vreedzaam gebleven. Dit heeft te maken met de voorgeschiedenis en wordt bevorderd door het feit dat de confessionele structuur geenszins overeenstemt met de taalgebieden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2) Voorgeschiedenis: Van een vrijwillig verbond van Duitstalige kantons naar een viertalige nationale eenheidDe eerste overeenkomsten tussen kantons dateren uit de Middeleeuwen: In 1291 zijn mannen uit de regio's Uri, Schwyz en Unterwalden overeengekomen, zich gemeenschappelijk te verzetten tegen de onderdrukking door de Oostenrijkse graaf Rudolf van Habsburg. In de loop der eeuwen zijn meer en meer gebieden tot dit verbond toegetreden. Er volgt een overzicht van de data der toetreding:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Eeuwenlang ging het over een verbond van Duitstalige regio's. Relatief laat - in 1803 en in 1815 - kwamen er de Franstalige kantons, het kanton Graubünden en het kanton Ticino bij. Ik kan hier niet ingaan op details. Maar wij kunnen vaststellen, dat de meeste kantons zich vrijwillig hebben aangesloten bij een reeds bestaand verbond dat vrijwillig tot stand was gekomen. Het huidige Zwitserland is grotendeels een geheel dat in de loop van vele eeuwen is gegroeid. Deze factor is van groot belang voor de duurzaamheid van het verbond en ook voor de taalsituatie. Belangrijk is ook dat de kantons over relatief veel autonomie beschikken. Zij voelen zich meestal niet aan het handje gehouden door de bondsregering. Voor het verdere samenleven van de verschillende taalgebieden is de Franse bezetting onder Napoleon van groot belang geweest. Tot in 1798 was het toenmalige Zwitserland officieel Duitstalig. Het bestond uit Duitstalige kantons en het gedeeltelijk Franstalige kanton Fribourg. Met enkele niet-Duitstalige gebieden bestonden er afspraken en overeenkomsten. In de periode van 1798 tot 1802 was Zwitserland bezet door Franse troepen. Toen werden grote hervormingen ingevoerd op het gebied van de wetgeving en het onderwijs. Uit die periode dateert het feit dat de niet-Duitstalige kantons Ticino, Vaud, Genève, Neuchâtel en Valais qua taalstatuut gelijkgesteld werden met de Duitstalige kantons.Ga naar voetnoot3 Alle kantons werden van die tijd af als gelijkwaardig beschouwd. In die tijd werd voor de eerste keer een grondwet vastgelegd voor geheel het land: voor de ‘Helvetische Republiek’. Dat alle mensen gelijke rechten zouden hebben, werd uitdrukkelijk vastgesteld. Hoewel de jaren van ná 1802 een terugkeer tot de vóór-revolutionaire toestanden tot stand brachten, bleven nationalistische tendensen doorwerken.Ga naar voetnoot4 De Zwitserse ‘Bundesstaat’ is een relatief jong verschijnsel. Zwitserland in zijn huidige structuur bestaat pas sinds 1848. Voordien ging het over een verbond van merendeels autonome kantons. De band met het eigen kanton is ook vandaag nog bij vele Zwitsers veel sterker dan de band met het land als geheel. Een baan krijgen bij het kanton (de ‘Staat’) wordt meestal als beter beschouwd dan werken in dienst van de ‘Bund’ (het land als politiek geheel). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3) Hoe is de verhouding tussen Frans- en Duitstalige Zwitsers geëvolueerd in de twintigste eeuw?De afstand tussen het Franstalige en het Duitstalige gedeelte van Zwitserland wordt vaak omschreven als een kloof: Sommigen spreken van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de ‘Röstigraben’ (omdat het gerecht met de naam ‘Rösti’ - gebakken aardappelvlokjes met een lichtbruine korst -, dat door Duitstaligen graag als nationaal gerecht wordt beschouwd, in Franstalig Zwitserland minder gebruikelijk is); anderen verwijzen naar de ‘Polentagraben’ (polenta-kloof), de gastronomische grens tussen het kanton Ticino en de overige gebieden van Zwitserland. De eerste kloof is ook geografisch zichtbaar: de rivier Saane passeert de tweetalige stad Fribourg in een diepe kloof en vormt de grens tussen de taalgebieden. Hoewel er bruggen zijn over de rivier, zijn er opmerkelijk weinig contacten over de kloof heen. In de eerste decennia van de twintigste eeuw was het nog gebruikelijk dat jonge Duitstalige meisjes ná de verplichte schooljaren een jaar in het Franstalige gebied doorbrachten. Vandaag zijn er heel weinig persoonlijke en culturele contacten over de taalgrens heen.Ga naar voetnoot5 Dat er vandaag aan de ‘Saanegraben’ relatief weinig spanningen zijn waarover de kranten het zouden kunnen hebben, heeft vooral te maken met het gebrek aan belangstelling voor de buren aan de andere kant van deze taalgrens. Slechts relatief weinig administratieve medewerkers van de ‘Bondsregering’ hebben beroepshalve met verschillende taalgebieden van het land te maken. De grote rest van de bevolking houdt zich niet of nauwelijks bezig met de buren in de andere taalgebieden van het land. (Zo is het bijvoorbeeld niet gebruikelijk in het literatuuronderwijs Franse auteurs uit de Romandie te lezen. Wederzijdse bezoeken van schoolklassen worden eerder met collega's in het buitenland afgesproken dan met collega's uit andere taalgebieden binnen het eigen land.) Langs de taalgrens zijn contacten niet volledig te vermijden. In het leven van iedere dag vallen er dan ook kleine spanningen op te merken. Zo wordt in de tweetalige steden Bienne (in het Duits: Biel), Fribourg en Morat (in het Duits: Murten) soms ruzie gemaakt over de vraag, of bepaalde verkeersborden eentalig of tweetalig moeten zijn; soms wordt de taal van de kleuterleidsters tot uitgangspunt van discussies. Maar dit zijn problemen die het stadsbestuur of het gemeentebestuur moet oplossen. In de Duitstalige kranten van Zwitserland wordt er nauwelijks iets over vermeld. Wat wél vermeld werd, was de jarenlange zware politieke onrust in een gebied dat sinds 1979 officieel als het kanton Jura wordt erkend. Dit gebied is grotendeels Franstalig. Gedurende vele eeuwen maakte het deel uit van het grote, machtige kanton Bern. De Franstaligen in dit kanton voelden zich onderdrukt of zelfs in de steek gelaten. De economische achterstand van deze regio is vandaag nog duidelijk te zien. Pas na jarenlange (soms bloedige) opstanden is het gelukt een nieuw kanton te creëren. (Dit moest worden goedgekeurd door de meerderheid van de kantons en ook door de stemgerechtigde bevolking.) Nog vandaag wordt het kanton Jura door velen als rebels beschouwd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De kloof tussen de Franstalige en de Duitstalige gebieden was veel minder opvallend in de negentiende eeuw dan nu. In de negentiende eeuw stonden confessionele en ideologische tegenstellingen centraal. Vroeger stemden de rooms-katholieke en de hervormdeGa naar voetnoot6 gebieden in vele gevallen overeen met de grenzen van de kantons. De ‘bergkantons’ Uri, Schwyz en Unterwalden zijn rooms-katholiek. Genève is calvinistisch. Zürich volgt grotendeels de geloofsovertuiging van de reformator Ulrich Zwingli. Maar in sommige kantons - vooral in het lage, relatief vlakke ‘Mittelland’ - was er in de eeuwen ná de reformatie géén duidelijke geografische scheiding tussen rooms-katholieke en hervormde regio's. De confessionele verschillen stemmen niet overeen met taalverschillen. Zowel in het Franstalige als in het Duitstalige deel zijn er rooms-katholieke, hervormde en gemengde regio's.Ga naar voetnoot7 De ‘Landeskirchen’ worden als confessionele gemeenschappen officieel erkend en door de ‘Bond’ medegefinancierd. In de laatste tientallen jaren is de mobiliteit van de bevolking sterk toegenomen. In alle kantons en taalgebieden zijn er nu leden aanwezig van beide ‘Landeskirchen’. Door de vele Italiaanse migranten is het aantal rooms-katholieken sterk toegenomen; sedert de jaren zestig vermelden de Zwitserse bevolkingsstatistieken méér rooms-katholieken dan hervormden. Door de migranten is ook het aantal ‘andersgelovigen’ sterk toegenomen. De confessionele achtergrond was veel belangrijker in de negentiende eeuw dan nu. Toen waren er nog verschillende religieus gemotiveerde burgeroorlogen. Zo werden bijvoorbeeld de jezuïeten in 1847 uit het land gejaagd als gevolg van de ‘Sonderbundskrieg’.Ga naar voetnoot8 De kloof tussen het Duitstalige en het Franstalige gebied werd voor het eerst heel duidelijk naar aanleiding van de Eerste Wereldoorlog.Ga naar voetnoot9 Nadat de Duitsers België waren binnen gevallen in de nacht van 3 op | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4 augustus 1914, kwam het in Zwitserland tot hevige ruzies in de kranten: De Franstaligen voelden met de Belgen mee, vele Duitstaligen met de Duitsers!Ga naar voetnoot10 Ulrich Wille, een geprofileerde sympatisant van het Duitse Rijk, werd tot generaal verkozen. (Het leek toen vanzelfsprekend dat enkel Duitstaligen in aanmerking kwamen voor de generaalsfunctie.) De militairen kregen het bevel het Jura-massief - het gebergte aan de grens van Zwitserland en Frankrijk - preventief de beschermen. Aan de grens met Duitsland - langs de Rijn - werden in het begin van de oorlog géén soldaten geplaatst.Ga naar voetnoot11 Dit was een overduidelijke demonstratie van sympathie voor het Duitse Rijk en een belediging voor de Franstaligen (het Jura-gebergte bevindt zich grotendeels in het Franstalige gedeelte van het land). De stemming in het land was die van een mentale burgeroorlog. De uitdrukking ‘Romandie’ dateert uit die periode.Ga naar voetnoot12 In die tijd begon de Romandie een eigen culturele identiteit te ontwikkelen: Er werden cultuurtijdschriften uitgegeven die het ‘génie latin’ propageerden en vol trots de tegenstelling met de Duitstaligen beklemtoonden.Ga naar voetnoot13 In brede lagen van de Zwitserse bevolking was men zeer verontrust door de kloof tussen de taalgebieden en bovendien zenuwachtig door het feit dat de oorlog veel langer bleef duren dan verwacht. De Zwitserse auteur Carl Spitteler, die in 1919 de nobelprijs voor literatuur zou krijgen, probeerde te bemiddelen door zijn landgenoten tot eensgezindheid aan te moedigen. Hij hield in 1914 een toespraak met als titel ‘Unser Schweizer Standpunkt’ die de klemtoon legde op het feit dat hij en zijn landgenoten eerst en vooral Zwitsers waren en niet Franstaligen of Duitstaligen. Met de Eerste Wereldoorlog eindigde de periode van officieel geëtaleerde sympathie met het Duitse Rijk. De Zwitserse ‘bondsregering’ werd van die tijd af veel terughoudender dan in vroegere jaren op het gebied van de buitenlandse betrekkingen.Ga naar voetnoot14 In de jaren 1931-32 kwam het een tweede keer tot publicistische gevechten tussen Duitstaligen en Franstaligen. Toen werd bekritiseerd dat de directie van de ‘Schweizerische Bundesbahnen - SBB’ (de nationale Zwitserse Spoorwegmaatschappij) die in de Franstalige stad Lausanne gevestigd was toeliet dat vele ambtenaren in de stations van het tweetalige kanton Wallis (Valais) enkel Frans spraken. Er werd gesuggereerd dat de directie principieel de Franstaligen zou bevoordelen - en dit in een periode van grote werkloosheid.Ga naar voetnoot15 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Een derde keer kwam het tot schermutselingen tussen Franstaligen en Duitstaligen, toen in 1938 over de strafwet gestemd moest worden. Sommige Franstalige kantons hadden reeds eigen hervormingen van het strafrecht ingevoerd. Zij verzetten zich tegen het overwicht van de Duitstalige meerderheid en wensten hun eigen federalistische regeling te behouden. Maar aan de stembus verloren zij de strijd. Dit had veel bitterheid tot gevolg.Ga naar voetnoot16 De tegenstelling werd in het vervolg ook als taalstrijd verdergezet, niet enkel als politieke tegenstelling. Maar in de jaren van de Tweede Wereldoorlog leken de interne tegenstellingen van de jaren dertig plots veel minder belangrijk. De bedreiging door het ‘Derde Duitse Rijk’ had een verzachting van de interne spanningen tot gevolg: Het ‘génie latin’ begon nu de ‘esprit suisse’ toe te juichen. Tot in 1943 vreesden velen een invasie van de Duitsers. Het is bekend dat er nog ná de slag van Stalingrad plannen bestonden om Zwitserland binnen te vallen. Maar gelukkig bleef het land een tweede maal gespaard. Centraal stond in die tijd de ‘geistige Landesverteidigung’, het mentale verzet tegen collaborateurs binnen en buiten het land. Deze keer ging de sympathie van de overgrote meerderheid van Frans- én Duitstaligen naar de geallieerde strijdkrachten. De Duitstaligen probeerden zich reeds sedert 1931 van Duitsland af te zetten door hun dialect op te waarderen.Ga naar voetnoot17 In 1938 was er zelfs een discussie in het parlement of het dialect niet zou worden verheven tot de schrijftaal van het Duitstalige gedeelte van Zwitserland. Het nationalisme laaide op met in deze Europese crisisperiode bijna onvermijdelijk chauvinistische trekken: ‘Heimatkunst’, nationale liederen, regionale kledij (‘Trachten’) en de specifieke manier van populaire zangkunst die als ‘jodeln’ bekend staat, werden verspreid en als tekenen van ‘eigen identiteit’ geïnterpreteerd. Een hoogtepunt bereikte deze herbezinning op de eigen volkskunst naar aanleiding van een grote nationale tentoonstelling die in het jaar 1939 plaatsvond. De renaissance van het dialect zou later tot nieuwe spanningen tussen de Zwitserse taalgebieden bijdragen. De ‘dialectgolf’ (‘Mundartwelle’) van de jaren dertig eindigde niet in 1945; in de jaren vijftig werden vele dialectfilms gedraaid (onder meer verfilmingen van romans van de negentiende-eeuwse schrijver Jeremias Gotthelf; deze romans bevatten veel dialectgetinte woorden en spelen zich af in landelijke gebieden met veel boerderijen, koeien en bergen). In de jaren zestig werd een nieuwe dialectgolf geconstateerd. Ik herinner mij uit die tijd dat enkele van mijn medeleerlingen weigerden hun dagboeken en brieven in de standaardtaalGa naar voetnoot18 te schrijven. Zij gaven de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voorkeur aan het dialect, wat de ouders en de leraren Duits niet erg apprecieerden. Sindsdien is het enthousiasme voor het dialectgebruik nog toegenomen. De standaardtaal wordt vandaag in nog minder situaties gesproken dan in de jaren zestig. Ik geef maar een voorbeeld: 1 augustus is de nationale feestdag van Zwitserland. Op die dag houden politici bij voorkeur plechtige en patriottische toespraken voor hun medeburgers. In de jaren zestig gebeurde dit meestal nog in de standaardtaal. In de laatste jaren worden bijna al dergelijke toespraken in het dialect gehouden.Ga naar voetnoot19 Ook in de kantonnale parlementen wordt er nu bijna altijd van het dialect gebruik gemaakt, niet meer van de standaardtaal. In de kerk was het tot in de jaren zeventig gebruikelijk de standaardtaal te spreken. Hier is in de laatste jaren verandering in gekomen. Vele jonge dominees proberen de lege zitbanken te vullen door dialect te spreken en mensen bij de godsdienst te betrekken die ook dialect spreken. Zelfs sterk geformaliseerde liturgische delen en het gebed ‘Onze Vader’ worden soms in het dialect vertaald. Als organiste heb ik in de jaren zeventig en tachtig kunnen vaststellen dat noch de hervormde noch de rooms-katholieke kerk gespaard bleef van deze ontwikkeling. De enige bolwerken van de gesproken Duitse standaardtaal in Zwitserland zijn op dit ogenblik - in 1998 - nog de school en het gerecht. De gevolgen voor de anderstalige inwoners van het land en ook voor migranten en toeristen zijn niet bepaald aangenaam: Zij kunnen nauwelijks iets begrijpen. Zij krijgen meestal zelfs antwoord in het dialect, als zij zelf de standaardtaal gebruiken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4) De hoge status van de dialectenIn alle taalgebieden van Zwitserland worden vele dialecten gesproken. Het minst gebeurt dit in het Franstalige gedeelte,Ga naar voetnoot20 het meest in het Duitstalige gedeelte van het land. De appreciatie die het dialect in Duitstalig Zwitserland geniet is uniek. De schrijfster Ricarda Huch, die opgroeide in het Noordduitse stadje Braunschweig, kwam in 1887 naar Zürich om er te studeren. (Vóór 1900 konden vrouwen zich in het Duitstalige gebied enkel aan de Universiteit Zürich inschrijven.) In het hotel beluisterde Ricarda Huch een vrolijk groepje mannen en vrouwen, zonder een woord van hun gesprek te begrijpen. Omdat één van de mannen Aziatische gelaatstrekken had, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dacht zij aan Tataars. Enkele weken later ontmoette zij deze man opnieuw en begreep dat zijn taal het dialect van Zürich was dat zij ondertussen al een beetje bestudeerd en aangeleerd had.Ga naar voetnoot21 Vele Zwitsers denken (of beelden zich in) dat hun taal een soort geheimtaal is. Dit schept een gevoel van samenhorigheid en van een apart zijn dat door vele Zwitserse dialectsprekers zeer gewaardeerd wordt. Duitstalige Zwitsers zijn zeer in hun regionaal zelfbewustzijn gevleid, als vreemdelingen hen verzekeren dat zij helemaal niets begrijpen. In het Duitstalige gedeelte van Zwitserland spreekt iedereen zijn of haar dialect. Dit is onafhankelijk van de sociale afkomst en het intellectuele niveau van de sprekers. De Zwitserse dialecten zijn géén sociolecten. Zij verbinden alle lagen van de bevolking. Als de directeur van een atheneum in de trein of in de wachtzaal van de dokter iemand ontmoet die als portier in een bedrijf werkt, dan spreken zij in hun dialect over het slechte weer of over het onrustwekkende feit dat de trein twee minuten vertraging heeft. De directeur die uit het kanton St. Gallen afkomstig is, kan zonder moeite begrijpen wat de portier zegt die in Bern is opgegroeid. Vele mensen spreken een mengeling van verschillende dialecten. Het is bijna ondenkbaar dat zij in een gesprek met landgenoten hun toevlucht zouden nemen tot de standaardtaal. Zij zullen dit meestal ook niet graag doen tegenover een buitenlander.Ga naar voetnoot22 De uitdrukking ‘Schweizerdeutsch’ die voor de Zwitserse dialecten van de Duitstalige regio wordt gebruikt, suggereert op misleidende wijze uniformiteit. In het DUDEN Universalwörterbuch A-Z (derde herwerkte oplage, 1996, p. 1371) wordt vermeld dat het ‘Schweizerdeutsch’ de ‘Verkehrssprache der deutschsprachigen Schweiz’ zou zijn. Deze definitie dient radicaal verworpen te worden, want het gaat geenszins over één gelijkvormige omgangstaal, maar over tientallen uiteenlopende dialecten. Vele Zwitsers spreken twee of méér dialecten, afhankelijk van de situatie waarin zij zich bevinden; bijvoorbeeld zullen kinderen die in het kanton Schaffhausen opgroeien, maar ouders uit het kanton Bern hebben, thuis ‘Berndeutsch’ spreken en op school het dialect van Schaffhausen. Welke functie heeft de standaardtaal in het Duitstalige gedeelte van Zwitserland? De standaardtaal is de schrijftaal die op school voor het eerst wordt aangeleerd. Het is gebruikelijk dat de kinderen eerst een jaar of twee naar de kleuterschool gaan. Daar komen zij met de standaardtaal niet of nauwelijks in contact. Pas in hun zevende jaar - in hun eerste schooljaar - krijgen zij hun lessen (gedeeltelijk) in de standaardtaal, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en dit meestal met een sterk dialectische kleur. In de pauze spreekt iedereen dialect. Dit geldt ook voor de professoren Duitse taalkunde aan de universiteiten, voor zover het niet over Duitsers gaat. Iedereen vindt het vanzelfsprekend of leuk, dat in informele situaties (en ook in vele formele situaties) gebruik gemaakt wordt van het dialect. Er zijn heel wat thema's en situaties, waar een Zwitser alleen maar in de literatuur of op TV de standaardtaal hoort. Het dialect is verbonden met gevoelens van vertrouwelijkheid en gezelligheid. Omdat de standaardtaal aangeleerd wordt op school, is zij voor vele mensen negatief geconnoteerd. Zij wekt onaangename herinneringen en associaties op. Bovendien komen de Zwitsers vaak in contact met Duitsers en hebben daarbij het gevoel dat zij veel trager en minder alert zijn in het gesprek. Een latente antipathie tegenover de Duitsers draagt ertoe bij dat vele Zwitsers een sterke afkeer vertonen tegenover het gebruik van de standaardtaal. Velen zijn trots op hun dialect en vinden het zeer mooi. Vandaag wordt de Duitse standaardtaal in Zwitserland enkel nog in heel bijzondere, sterk geritualiseerde situaties én in het onderwijs gesproken: op school in alle studievakken behalve de gymnastiek, tekenlessen en het onderwijs in het koken, poetsen en breien. De standaardtaal wordt gebruikt bij begrafenissen. De openbare toespraken van hooggeplaatste politici in het parlement van de ‘bond’ zijn meestal in de Duitse standaardtaal of in het Frans. Voor het gerecht wordt nog altijd de standaardtaal gebruikt. In de Zwitserse kranten wordt een Duits geschreven dat overeenkomt met de standaardtaal, versierd met enkele Franse woorden en ‘helvetismen’.Ga naar voetnoot23 Het is niet zo, dat de mensen in het Duitstalige gedeelte van Zwitserland weinig ervaring hebben met het Duits als gesproken taal. Sedert enkele tientallen jaren zijn de Duitse TV-programma's toegankelijk voor bijna iedereen. Als lerares heb ik in de jaren zeventig kunnen vaststellen dat jonge leerlingen veel minder gêne hadden om Hoogduits te spreken dan de kinderen van mijn generatie in de jaren vijftig en zestig. De passieve kennis van het Duits is uitstekend. Maar slechts een heel klein percentage slaagt erin, op een vloeiende manier en ook met plezier ‘Schriftdeutsch’, de op school aangeleerde taal, (ook in alledaagse situaties) te spreken. Sommigen slagen er wél in, zeer goed en op bijzonder mooie manier te schrijven. In de jaren 1992-96 gaf ik colleges over Duitse literatuur aan de Universiteit Basel. Er zijn aldaar ook studenten van Duitse afkomst. In het gesprek zijn de Duitse studenten meestal sneller met argumenten en briljanter dan hun Zwitserse collega's; zij spreken meestal graag en veel, wat ik niet over veel Zwitsers zou kunnen zeggen; maar de stilistisch beste opstellen of artikelen heb ik veelal van Zwitserse studenten gekregen. Het is bekend dat sommige Zwitserse | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
auteurs en essayisten een bijzonder mooi Duits schrijvenGa naar voetnoot24 (bijvoorbeeld Peter von Matt). Het is dus geenszins zo, dat de Duitstalige Zwitserse bevolking principieel in het nadeel is als het over de omgang met de Duitse standaardtaal gaat. Maar slechts een zeer klein percentage is in staat, het ‘Schriftdeutsch’ als spreektaal op vloeiende en aangename manier te beheersen. Voor de leraren Duits in Zwitserland is de situatie zeer moeilijk. Zij moeten de leerlingen een taal laten spreken die bijna niemand in Zwitserland graag en vrijwillig spreekt. Velen ervaren de verwerving van die taal als iets dat aan hen wordt opgedrongen en zijn vervuld van een gevoel van vage onlust. Zwitserse leraren zijn bijna genoodzaakt geen al te ‘Duitse’ uitspraak toe te passen. Meestal spreken Zwitsers met een zwaar dialectisch accent. Als een Zwitser probeert de Duitse taal voor zijn Duitstalige landgenoten in Zwitserland op een meer Duitse manier uit te spreken, moet hij een dik vel hebben, want hij zal allerlei onvriendelijke opmerkingen krijgen. De leraren Duits staan voor bijna onoverkomelijke moeilijkheden. In de eerste schooljaren moeten hun leerlingen de vreemde schrijftaal verwerven en leren inzien, dat er een verschil is tussen dialectische woorden en ‘correcte’ woorden die geschreven mogen worden. In alle schooljaren moeten zij trachten het innerlijke verzet van de Zwitsers tegen de taal van de ongeliefde Duitsers te overwinnen. Nog in het atheneum zwijgen sommige leerlingen liever dan in aanwezigheid van lachlustige medeleerlingen een zin in de ‘schrijftaal’ te formuleren. - Gelukkig kan ik ook een positieve verandering vermelden. De Duitse televisie heeft het wonder tot stand gebracht, dat vrij veel jongeren er vandaag vlugger toe komen de standaardtaal te spreken dan hun ouders en grootouders. De vraag of de taalbeheersing van de jeugd achteruit of vooruit gaat, of gelijk gebleven is, zou ik niet kunnen beantwoorden. De linguïsten zijn het niet eens.Ga naar voetnoot25 Vele (vooral oudere) leerkrachten zijn ervan overtuigd dat de leerlingen in het hoger middelbaar onderwijs meer fouten maken en kortere zinnen schrijven in hun opstellen dan de leerlingen van twintig jaar geleden. Maar men moet ook rekening houden met het feit dat veel méér jongeren dan vroeger zich voor het middelbaar onderwijs aanmelden dan vroeger.Ga naar voetnoot26 Op radio en televisie zijn bijna dagelijks sprekers uit alle lagen van de bevolking te horen. Twintig of dertig jaar geleden mochten alleen diegenen aan het woord komen, die zich op een behoorlijke manier in de standaardtaal konden verstaanbaar maken. Vandaag is dit niet meer nodig, want het | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
aantal dialectuitzendingen is sterk toegenomen. De ‘dialectgolf’ heeft de sociale drempel verlaagd in de Zwitserse massamedia die op gesproken taal gebaseerd zijn. De leraren hebben de moeilijke taak hun leerlingen perfectie in twee talen bij te brengen: in het dialect en in de standaardtaal. De ‘tweetaligheid’ (diglossie) van de Duitstalige Zwitsers zou tot gevolg kunnen hebben dat de jongeren aan het einde van hun schooljaren noch het dialect noch de standaardtaal goed beheersen. Niet alle pedagogen en wetenschappers zijn daarvan overtuigd. Ikzelf vertrouw op het aanpassingsvermogen van de jongeren. De ervaring toont aan dat de communicatie vlot verloopt, als het moet: als het bijvoorbeeld over economische, culturele of vriendschappelijke contacten gaat. Voor Duitstalige Zwitsers die hun hele leven in Zwitserland doorbrengen zullen er niet veel taalproblemen ontstaan. Bij contacten met buitenlanders en op reis in het buitenland is het wat moeilijker. Maar velen nemen hun toevlucht tot het Engels. Vervelend is de taalsituatie in Zwitserland vooral voor buitenlanders en voor schoolkinderen die naar het Duitstalige deel van het land moeten verhuizen. Voor Duitsers die beroepsactiviteiten uitoefenen in Zwitserland is de situatie bijzonder onaangenaam.Ga naar voetnoot27 Zij worden geconfronteerd met moeilijkheden die bijna niet te overbruggen zijn. Duitse verkopers en medewerkers van bedrijven of verzekeringen die met succes in Zwitserland willen werken, moeten zo vlug en zo goed mogelijk het lokale dialect aanleren. Zelfs dan zullen zij met heel wat sarkastische opmerkingen af te rekenen hebben. Door de Eerste en vooral de Tweede Wereldoorlog is de houding ten opzichte van de Duitsers in Zwitserland erg verslechterd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
5) De anderstalige landgenoten: vreemde burenHet Zwitserse Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek heeft onderzoek gesubsidieerd over de wederzijdse waardering van de vier delen van het land. Er is gebleken dat de contacten tussen de landsdelen zeer schaars zijn. De Franstaligen bijvoorbeeld weten bijna niets af van de problemen van de Retoromanen en omgekeerd. Een verrassend resultaat is het feit dat niet alleen de Duitstalige meerderheid onverschillig is ten opzichte van de anderstalige landgenoten, maar dat ook de Frans- en Italiaanstaligen bijna niets afweten van de Retoromanen.Ga naar voetnoot28 Als het onsympathiekst worden de Duitstaligen beschouwd door hun landgenoten, als het sympathiekst de Italiaanstaligen. Vele van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
geïnterviewde rekruten hebben vermeld dat zij geen oordeel hadden over de Retoromanen.Ga naar voetnoot29 De Retoromanen worden ook het minst gekarakteriseerd door stereotypen. Over hen is blijkbaar niet veel bekend in de anderstalige gebieden van Zwitserland. Zwitserland wordt door de politici en door toeristische publicaties bij voorkeur als viertalig land geprezen, waar grote diversiteit aanwezig is, maar ook vrede en harmonie heersen. Uit het empirisch onderzoek blijkt dat het over een mentale constructie gaat die mythische waarde heeft, maar die in de hoofden en de harten van de bevolking vooral op een cliché-achtige manier aanwezig is. Als de Zwitsers uitleg moeten geven over hun anderstalige landgenoten, maken zij bij voorkeur gebruik van stereotypen die al lang bekend zijn: De Franstaligen worden als ‘léger’ en niet bijzonder werklustig beschouwd, als vrolijk, maar een beetje frivool, en als open voor contacten, die bij voorkeur oppervlakkig blijven. De Duitstaligen worden door Franstalige en Italiaanstalige Zwitsers als koppige opscheppers beschreven, die hun materiële rijkdom tentoonstellen en grote hoeveelheden bier drinken. De Ticinesi worden door Duitstaligen bij voorkeur gezien als vrolijke, sympathieke mensen, die onder palmen liggen, wijn drinken en muziek beluisteren of liederen zingen. Veel meer dan vooroordelen over de anderstalige landgenoten zijn in empirisch onderzoek niet naar voren gekomen. Het is vooral een zaak van wederzijdse onwetendheid en onverschilligheid: men kan geen genuanceerde beschrijving verwachten, wanneer iemand plots en onverwacht uitleg moet geven over een hele groep mensen waarvan hij of zij niet veel afweet. Het onderzoek maakt één feit duidelijk: de verschillende taalgroepen in Zwitserland leven relatief vreedzaam naast elkaar, maar niet in vriendschap met en vol belangstelling voor elkaar. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
6) BesluitDe samenleving in Zwitserland is in grote trekken rustig en vreedzaam te noemen, maar minder idyllisch dan vele mensen denken. Het land is samengegroeid in een eeuwenlang historisch proces. De politieke structuren zijn kleinschalig en sterk federalistisch. De autonomie van de gemeenten en de kantons is relatief groot. Dit bevordert een realistische oplossing voor conflicten. Bovendien ontstaan er minder spanningen dan in België omdat de taalgebieden sterker gescheiden zijn; alleen maar op relatief weinig plaatsen met een uitgesproken provinciaal karakter (niet in de hoofdstad!) worden Duits- en Franstaligen dagelijks met elkaar geconfronteerd. Er komt nog bij dat de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
winstpunten niet geconcentreerd zijn in één enkel taalgebied: Niet altijd zijn de Duitstaligen in het voordeel. Internationaal zijn de Franstaligen geenszins benadeeld. Op nationaal vlak wordt er (méér dan in vroegere jaren) op gelet dat de landgenoten uit alle taalgebieden vertegenwoordigd zijn in de administratie en in belangrijke landelijke commissies. Er komt nog iets bij dat gunstig is voor de verdraagzaamheid: In historisch, politiek, economisch, confessioneel en cultureel opzicht is noch de ‘Romandie’ noch het Duitstalige gedeelte een uniform geheel. In het Duitstalige gedeelte van Zwitserland zijn er grote tegenstellingen aanwezig tussen bepaalde kantons: De inwoners van bijvoorbeeld Zürich en Basel vinden elkaar wat bespottelijk en willen liefst niets met elkaar te maken hebben. Ook de inwoners van Basel-Landschaft en Basel-Stadt (die vroeger tot één kanton behoorden, maar elkaar in 1833 na bloedige gevechten de rug hebben toegekeerd) houden niet erg van elkaar. Zij vinden elkaars dialect lelijk en vertellen grapjes over elkaars mentaliteit. De diversiteit binnen het Duitstalige gebied is zeer groot. Er valt ook een zekere culturele en economische achterstand op te merken van de rooms-katholieke ten opzichte van de hervormde kantons: De industrie is (reeds sedert de 17de eeuw) vooral gevestigd in de hervormde gebiedenGa naar voetnoot30, waar ook de grootste steden zijn. Avantgardistische cultuurhappenings zullen misschien eerder in de hervormde steden georganiseerd worden dan in rooms-katholieke, hoewel de confessionele tegenstellingen in de laatste tientallen jaren sterk vervaagd zijn. Dit alles draagt ertoe bij dat de tegenstellingen langs de taalgrenzen minder belangrijk lijken dan in andere landen. Dit vindt zijn verklaring in een conglomeraat van uiteenlopende impulsen en feiten van vooral historische aard. En als het toch eens tot tegenstellingen komt, dan gaat het meestal niet over puur talige verscheidenheid, maar over ideologische of mentaliteitstypologische verschillen die naar een ander vlak verplaatst en als ‘taalproblemen’ gemaskeerd worden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bibliografie
|
|