| |
| |
| |
Werkzaamheden van de Academie in 1988
Vergaderingen van 20 januari 1988
I. Plenaire vergadering
Aanwezig: de heren Keersmaekers, voorzitter, Lampo, ondervoorzitter, en Van Elslander, plaatsvervangend secretaris;
mevrouw Deprez, de heren Lissens, Roelandts, Vanacker, Gysseling, Moors, Leys, Decorte, Coupé, De Belser, Couvreur, Deschamps, De Paepe, Willemyns, Van Herreweghen, Geerts, Janssens en Veulemans, leden.
Afwezig met kennisgeving: de heer Hoebeke, vast secretaris;
mevrouw D'haen, de heren Roose en Goossens, leden;
mevrouw Rosseels en de heren Walschap, Pauwels en Demedts, binnenlandse ereleden.
| |
Agenda
Opening van de vergadering
Aangezien de heer Hoebeke afwezig is, wordt het secretariaat waargenomen door de heer Van Elslander.
| |
Vaststelling van de agenda
Notulen
De notulen van de plenaire vergadering en van de commissievergaderingen van 16 december 1987 worden goedgekeurd.
| |
Mededelingen van de Vaste Secretaris
I. Bestuur voor 1988.
De verkiezing van het Bestuur voor 1988 werd op 28 december 1987 bij besluit van de Gemeenschapsminister van Cultuur goedgekeurd.
| |
| |
| |
II. Lidmaatschap.
De verkiezing van de heer Veulemans tot gewoon lid van de Academie werd bij ministerieel besluit van 3 december 1987 goedgekeurd.
| |
III. Onderscheiding en gelukwensen.
Eind december 1987 werd onze collega Christine D'haen vereerd met de driejaarlijkse cultuurprijs van de Stad Gent.
De Vaste Secretaris deed op 28 december jl. aan collega D'haen, mede namens de Academie, gelukwensen toekomen. Mevr. D'haen, dankte bij brief van 18 januari 1988.
| |
IV. Dankzegging.
Bij brief van 22 december jl. dankte de heer Coupé het Bestuur en de Academie voor de gelukwensen die hij n.a.v. de toekenning van de driejaarlijkse staatsprijs ter bekroning van een schrijversloopbaan van het Bestuur mocht ontvangen.
| |
V. Nationaal Biografisch Woordenboek.
Zopas verscheen het 12e deel van het Nationaal Biografisch Woordenboek. De leden van onze Academie kunnen op hun verzoek gratis een exemplaar krijgen. Het volstaat dat degenen die een exemplaar wensen te ontvangen mij hun wens te kennen geven, hetzij door mij te schrijven, hetzij door op de in de zaal circulerende intekenlijst naast hun naam hun handtekening te plaatsen.
| |
Overdracht van het ambt van Voorzitter
De heer De Belser, aftredend voorzitter, draagt zijn ambt over aan de heer Keersmaekers, voorzitter voor 1988, die zijn ambt aanvaardt. (voor de teksten, zie beneden)
| |
Mededelingen van het Bestuur en van de commissies
I. Ingekomen stuk. Verzoek om een jury samen te stellen.
Bij brief van 7 december 1987 (ontvangen na 16.12.87) verzoekt de Schepen van Cultuur van de Stad Brussel de Academie een jury samen te stellen voor het beoordelen van de werken die voor de letterkundige prijs van deze stad in de loop van 1988 zullen worden ingezonden. De prijs wordt in 1988 uitgeschreven voor een dramatisch werk. In 1986 was
| |
| |
het de beurt aan het epische genre: roman, verhalen en novellen, in 1987 van de poëzie. Zowel voor 1986 als voor 1987 heeft de Academie de collegae Decorte, Van Herreweghen en Janssens als lid van de door de Stad Brussel gewenste jury aangewezen.
Na bespreking wijst de Academie mevrouw Deprez en de heren Decorte en Janssens aan om in deze jury zitting te nemen.
| |
II. Aangeboden bijdrage. Goedkeuring.
Door Dr. W.L. Braekman werd een bijdrage voor publikatie in de ‘Verslagen en Mededelingen’ aangeboden: ‘Een merkwaardige collectie 'Secreten' uit de vijftiende eeuw’. De Vaste Commissie voor Oudere Taal en Letterkunde heeft het gunstig advies van de heren Gysseling en Deschamps, commissarissen ter beoordeling, goedgekeurd.
De Academie bekrachtigt deze goedkeuring.
| |
Lezing
‘Québec en Vlaanderen: overeenkomsten en verschillen’, lezing door de heer Willemyns.
| |
Geheime zitting
I. Lidmaatschap. Opvolging van de heer Demedts.
Ter vervanging van de heer Demedts, binnenlands erelid, wordt de heer Willy Spillebeen tot lid van de Academie verkozen.
| |
II. Samenstelling van de jury's belast met het beoordelen van de prijsantwoorden voor 1988:
Prijzen voor taalkunde.
a) | Op de prijsvraag ‘Een vergelijkende historische fonologie van het middeleeuwse Nederlands en het Duits’ werd ingezonden: ‘Historisch-vergleichende Phonologie des mittelalterlichen Niederländisch und Deutsch’, door Luc Draye, Belsenakenstraat 32, 3020 Herent.
Voorstel: de heren Goossens, Vanacker, Moors en G. de Smet (toegevoegd). |
b) | Op de prijsvraag ‘Een toponymie van Lommel’ werd ingezonden: ‘Toponymie van de Vrijheid Lommel’, door Victor Mennen, Molenstraat 13, 3900 Lommel. |
| |
| |
Voorstel: de heren Roelandts, Gysseling en Hoebeke. De voorstellen worden goedgekeurd.
| |
III. Verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie.
Het verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie van 16 december 1987 wordt aan de Academie voorgelegd.
| |
II. Commissievergaderingen
Vaste Commissie voor Moderne Letteren
Verslag door de heer De Belser, wd. lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Lampo, voorzitter, Janssens, ondervoorzitter, en De Belser, wd. secretaris;
mevrouw Deprez, de heren Lissens, Van Elslander, Decorte, Coupé, Van Herreweghen en Veulemans, leden.
Hospiterende leden: de heren Roelandts, Vanacker, Gysseling, Moors, Leys, Couvreur, Deschamps, Keersmaekers, De Paepe en Geerts.
Afwezig met kennisgeving: mevrouw D'haen, lid.
| |
Agenda
1. | Charles-Joseph de Grave, of Atlantis in Vlaanderen, lezing door de heer Lampo. Aan de bespreking namen de collega's Couvreur, Keersmaekers en Roelandts deel. |
| |
2. | Gelegenheid tot voorstellen en mededelingen. |
| |
3. | Opmaken van de agenda voor de volgende vergadering. (16 maart 1988). |
| |
Vaste Commissie voor Oudere Taal- en Letterkunde
Verslag door de heer Vanacker, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Geerts, ondervoorzitter, en Vanacker, secretaris;
de heren Roelandts, Gysseling, Moors, Leys, Couvreur, Deschamps, Keersmaekers en De Paepe, leden.
| |
| |
Hospiterende leden: mevrouw Deprez, de heren Lissens, Van Elslander, Decorte, Coupé, De Belser, Lampo, Van Herreweghen, Janssens en Veulemans.
Afwezig met kennisgeving: de heren Roose, Hoebeke en Goossens, leden.
| |
Agenda
1. Willem de Vreese herdacht, lezing door de heer Van Elslander.
Collega Van Elslander herdenkt Willem de Vreese naar aanleiding van zijn afsterven op 10 januari 1938. Hij herinnert eraan dat op de vergadering van 14 juli 1937 prof. Frans Daels, toen nog lid van onze Academie - hij zou in 1938 overgaan naar de toen pas gestichte Academie voor Geneeskunde - de hoop had uitgesproken dat de verwijdering van De Vreese uit onze Academie ongedaan zou worden gemaakt. Tot een herverkiezing, zoals met prof. Bellefroid was gebeurd, is het echter niet kunnen komen. Wel heeft Dr. Rob. Roemans kort na De Vreeses overlijden, op het Veertiende Vlaams Filologencongres te Leuven een lezing gehouden over ‘De Koninklijke Vlaamsche Academie en Dr. Willem de Vreese’. Die tekst vond later een plaats in Roemans' gedocumenteerde studie ‘Het werk en de betekenis van Prof. Dr. Willem de Vreese’, gepubliceerd in 1950. Op 7 juli 1953 promoveerde P.J.H. Vermeeren te Amsterdam over De Vreeses levenswerk, de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta, en in 1962 bezorgde hij een geannoteerde editie van ‘Tien codicologische Studiën’ van De Vreese onder de titel ‘Over Handschriften en Handschriftenkunde’.
Onze Academie is bij dat alles niet ten achter gebleven. Onze betreurde collega E. Rombauts hield tussen 1959 en 1963 niet minder dan zeven lezingen over ‘Willem de Vreese, de Bibliotheca Neerlandica Manuscripta en de Academie’. Collega J.L. Pauwels wees op De Vreeses verdiensten als taalzuiveraar (Verslagen en Mededelingen 1968, pag. 297-313). In de door de Academie bekroonde tweedelige verhandeling van Dr. W. Rombauts ‘de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde (1886-1914)’, 1979-1981, werden de vooraanstaande rol en de grote verdiensten van De Vreese voor de Academie voortreffelijk belicht.
Collega Van Elslander is ervan overtuigd dat de Academie over de nodige specialisten beschikt om in dit De Vreese-jaar - dat trouwens al op 16 januari door het ANV. Oost-Vlaanderen te Gent werd ingezet - de boeiende figuur van De Vreese aan bod te laten komen als taalkundige
| |
| |
en codicoloog, als hoogleraar en bibliothecaris, als activist. De spreker leest als besluit de tekst voor die hij over Willem de Vreese voor het Nationaal Biografisch Woordenboek heeft geschreven.
Bespreking: Bij deze goed gedokumenteerde lezing stellen de collega's Deprez, Lissens, Deschamps en Roelandts nog enkele vragen o.m. over de lezingen die wijlen collega Rombauts in de Academie heeft gehouden over W. de Vreese.
| |
2. Gelegenheid tot voorstellen en mededelingen.
De heren Gysseling en Deschamps brengen een gunstig verslag uit over de aangeboden bijdrage van Dr. W. Braekman ‘Een merkwaardige collectie 'Secreten' uit de vijftiende eeuw’.
| |
| |
| |
Toespraak gehouden door de heer De Belser, aftredend voorzitter.
Waarde Collega's,
Uit de lezing over ‘De kognitieve achtergronden van de konstruktie om + infinitief’, die collega prof. Leys vorige maand in de Vaste Commissie voor Cultuurgeschiedenis heeft gehouden, is mij een voorbeeld bijgebleven dat het efemere bestaan en dus ook de beperkte mogelijkheden van een voorzitter van deze Academie symboliseert. Dat voorbeeld luidde: ‘Het vliegtuig steeg op om even later neer te storten.’ Als voorzitter heb je inderdaad het gevoel dat je, wanneer je eenmaal in de lucht bent en de boordinstrumenten hebt gecontroleerd, onmiddellijk weer hoogte verliest. Ieder van ons, die ooit een bestuursverantwoordelijkheid heeft aanvaard, kent dat gevoel. Men kan bedroevend weinig verwezenlijken van wat men bij het begin van zijn ambtstermijn hoopt en denkt te kunnen doen. De tijd is een onverbiddelijk verslinder van dromen en illusies en de omstandigheden verplichten je wel eens wat gas terug te nemen. Bovendien blijken de constructieve ideeën en initiatieven, waarmee men de buitenwereld tot nauwere samenwerking uitnodigt, niet altijd naar waarde te worden geschat. Een van mijn eerste initiatieven als voorzitter bestond erin, namens onze Academie een brief te richten aan het Antwerpse stadsbestuur n.a.v. de benoeming van twee straten op de Antwerpse Linkeroever naar Noordnederlandse schrijvers. In die brief spraken wij er onze verwondering over uit dat een aantal prominente Antwerpse auteurs, die bij hun leven deel uitmaakten van ons Genootschap, voor een dergelijk eerbewijs niet in aanmerking schenen te komen. Dat het Antwerpse College zich niet eens verwaardigde ons een antwoord te doen toekomen en zijn standpunt nader toe te lichten getuigt niet alleen van gebrek aan fatsoen, maar m.i. ook van onverschilligheid voor het culturele erfgoed dat wij als Vlaamse Academie verdedigen en levendig proberen te houden.
Dit betekent ondertussen niet dat ik met gevoelens van teleurstelling aan het voorbije jaar terugdenk. Ondanks het gebrek aan tegemoetkoming van bepaalde zijden, ondanks het feit dat wij van vier dierbare collega's afscheid moesten nemen (ons lid P.G. Buckinx en onze ereleden de professoren Rombauts, Van Loey en Vanderheyden) zal ik me het jaar 1987 toch ook blijven herinneren als een jaar van bezielde werkzaamheid, vruchtbare contacten en nieuwe perspectieven. Als u het goedvindt zou ik even met de natte vinger willen terugbladeren in de verslagen, en dan stel ik vast dat wij tot het Vondel- en Multatulijaar hebben bijgedragen met boeiende lezingen over deze beide onsterfelijke figuren uit de Nederlandse letterkunde. Wij betuigen hiervoor graag
| |
| |
onze dank aan onze aantredende voorzitter, prof. Keersmaekers, en aan onze collega prof. Janssens, die overigens ook met aardig wat andere referaten onze agenda in 1987 hebben verguld. In het voorbijgaan wil ik er de aandacht op vestigen dat ook de meeste andere leden niet hebben stilgezeten en dat in de commissievergaderingen niet minder boeiende, taalkundige en literaire onderwerpen ter discussie werden gesteld door onze collega's Roelandts, Van Elslander, Leys, Decorte, Goossens, Deschamps, Lampo en Geerts. Bovendien hebben wij voor het eerst een publiek literair salon georganiseerd, met de geestdriftige medewerking van onze collega's Jonckheere en Decorte. De bijval die dit initiatief heeft genoten heeft mij persoonlijk althans ervan overtuigd, dat meer openheid in onze betrekkingen met de buitenwereld ons prestige en ons gezag alleen maar ten goede kan komen. Het is misschien niet zonder betekenis dat wij ons wazig imago voor de buitenstaanders wat duidelijker hebben kunnen profileren in een decennium dat op het niveau van de internationale, politieke betrekkingen wordt gekenmerkt door ‘glasnost’ en ‘peresjtrojka’. Verheugend is ook de vaststelling dat wij in 1987 konden overgaan tot de verkiezing van een nieuw lid, de dichter en prozaïst Jan Veulemans, die als opvolger van wijlen P.G. Buckinx tot onze gelederen is toegetreden. Hij heeft hier vandaag, op de drempel van het nieuwe jaar, zijn entree gemaakt en ik heb als aftredend voorzitter nog net de gelegenheid om hem zeer hartelijk in ons midden te verwelkomen. Ook twee nieuwe buitenlandse ereleden, en niet de geringste onder hun vakgenoten, mochten wij vorig jaar met hun verkiezing gelukwensen: nl. Mevrouw Hella Haasse en prof. Maarten Cornelis van den Toorn. Dat onze Academie geen schuthok voor afgedankte literaire paradepaarden is, zoals sommige ‘reptilia Parnassi’ willen doen geloven, is ten slotte gebleken uit de belangrijkste onderscheidingen
die twee van onze leden te beurt vielen: aan collega Anton van Wilderode werd de driejaarlijkse Staatsprijs ter bekroning van een loopbaan toegekend en collega Christine D'haen werd met de driejaarlijkse Culturele Prijs van de Stad Gent gelauwerd. We hadden overigens nog een andere reden om te vlaggen. Dat een filoloog tot lid van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis wordt benoemd mag toch ook als een uitzonderlijke onderscheiding worden beschouwd: deze eer, het is u bekend, viel onze Vaste Secretaris, collega prof. Hoebeke, in het afgelopen jaar ten deel.
Uit deze - niet geflatteerde, maar flatterende - balans mag ik alleszins concluderen dat wij een groot deel van de opdrachten, die ons krachtens art. 2 van het Huishoudelijk Reglement werden verleend, met
| |
| |
succes hebben vervuld. Ik ben me ervan bewust dat dit ook alleen maar mogelijk was dank zij uw aller dynamisme, uw loyaliteit, uw adviezen en opbouwende kritiek - ik zou bijna durven zeggen dank zij uw vriendschap, in de aristotelische betekenis die de Duitse dichter en dramaturg Botho Strauss hieraan hecht. Ik vind zijn filosofie van de vriendschap zo zinvol, dat ik de verleiding niet kan weerstaan ze even voor u te citeren:
Freundschaft ist immer erzählen und fragen,
ist ohne Begierde, ohne erkennbaren Vorteil, ohne Erklärung
einander versprochen sein aus tausend Gesprächen.
Ist: mutig, jeder an freier Stelle, sein Amt erkennen,
weil Verstandensein ihm Vernunft eingibt
und Klarheit schafft, wo das Gestöber der Gegner beginnt.
Eenzelfde vriendschap ‘ohne erkennbaren Vorteil’ heb ik ‘während tausend Gespräche’ mogen ervaren van onze beginselvaste, waakzame en wijze Vaste Secretaris, collega Hoebeke die helaas vandaag door ziekte verhinderd is, en van de zijde van de pragmatische, slagvaardige ondervoorzitter, onze huidige voorzitter collega Keersmaekers. Niet alleen hun vriendschap, maar ook de manier waarop zij, ‘mutig, jeder an freier Stelle’, me hebben geholpen plooien glad te strijken en blinde klippen te omzeilen vervult me met dankbaarheid en nederige voldoening over wat we samen tot stand hebben kunnen brengen.
Ook in de vergaderingen van de Bestuurscommissie heb ik, dank zij de fijngevoelige tussenkomsten en vriendschappelijke raadgevingen van de collega's Roelandts en Van Elslander, telkens weer dat door Botho Strauss bedoelde gevoel van ‘Verstandensein’ gehad, een gevoel dat me niet zelden ‘Vernunft eingegeben hat’ en dat daarenboven ‘Klarheit geschafft hat’ in de netelige problemen en ingewikkelde materies waarmee een Bestuurscommissie wel eens wordt geplaagd. Ik heb veel geleerd van deze ‘homines multarum literarum’, maar bovenal één kostbare levensles: nl. dat vriendschap inspireert tot verdraagzaamheid, en verdraagzaamheid tot wijsheid. Met een variant op het bekende adagium van Roger Ascham, de 16de-eeuwse Engelse pedagoog en lector in de klassieke talen, zou ik dan ook willen zeggen: ‘It is costly wisdom that is bought by friendship’.
Het zou onbillijk zijn als ik ook onze secretaris-beheerder, de heer Haeck, niet in mijn gevoelens van dankbaarheid zou betrekken. Als voorzitter kan men zich alleen maar gelukkig prijzen zo'n gedienstige en perfekt functionerende databank ter beschikking te hebben. Samen met de overige, geruisloze, niet altijd zichtbare, maar altijd efficiënte
| |
| |
leden van het administratief personeel - en ik noem hier graag Mevrouw De Wit, Mevrouw Roggeman en de heer Bauwens bij name - vormt hij, aangedreven door het vliegwiel dat onze Vaste Secretaris is, het onmisbare raderwerk dat de helaas alsmaar aangroeiende papiermolen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde draaiende houdt.
Mijnheer de Voorzitter, of laat ik toch maar heel even uit mijn rol vallen: vriend Gust, ik zal u missen, niet alleen aan de vergadertafel, maar ook aan de middagtafel, waar we zo mogelijk nog eensgezinder waren dan in de momenten van besluitvorming. Ik zal uw tact missen, uw bonhomie, uw relativerend gevoel voor humor, uw optimisme, maar ook uw klare inzichten en realistische denkbeelden. Nou ja, laat ik niet zelfzuchtig zijn: ik troost me met de gedachte, dat u al deze deugden en eigenschappen tot profijt van ons Genootschap zult kunnen aanwenden. En mocht het voorzitterschap u af en toe tot een last worden, denk dan aan een uitspraak van Jerolimo, de u zo vertrouwde Spaanse Brabander van Bredero: ‘Dat's een superbe last, gentiel en magnifiek’. Samen met onze nieuwe ondervoorzitter, collega Hubert Lampo, zult u, daar twijfel ik niet aan, met volle zeilen een veilige koers varen. Een optimistische realist als voorzitter en een gevierd magisch-realist als ondervoorzitter: dat wekt hoge verwachtingen.
Ik begeef me dan nu naar het parterre en vertrouw u graag het toneel toe.
| |
| |
| |
Toespraak van de heer A. Keersmaekers
Geachte Collega's,
Het is weer zover: de jaren gaan, de jaren komen en met elk wenden onder de hoede van de aloude Janus wordt in de Academie af- en aangetreden. Tot de vaste ceremoniële geplogenheden horen woorden van dank; die zouden als een plichtpleging kunnen klinken, maar de sfeer van vriendschappelijkheid die onze vergaderingen kenmerkt, verhoedt dat.
Deze - eerste - gelegenheid neem ik te baat om U allen oprecht te danken voor het vertrouwen, dat U me zo gul hebt geschonken. Ik zal m'n best doen om de eer en de last van het voorzitterschap moedig te dragen en het vertrouwen niet te beschamen.
De aftredende voorzitter, Collega Ward Ruyslinck, feliciteer en dank ik voor de voortreffelijke vervulling van zijn ambt. Na het zware eeuwfeest-jaar herbegon de gewone gang. We zien terug op een vruchtbaar jaar, onder hoffelijke én kordate leiding, die niet alleen een erfenis was van een zgn. ‘voorbereidings’-periode. In het bijzonder verheug ik me erover, mijn gewaardeerde voorganger te mogen feliciteren met het initiatief, om met een extra-openbare vergadering de Academie meer in de openbaarheid te brengen. Dat de knappe romanciervoorzitter Ruyslinck de besloten kring van een ‘literair-salon’ uitbreidde tot een openbare vergadering, was een behartenswaardig initiatief; het verdient hernomen en voortgezet te worden. In een tijd, waarvan de sfeer beslist niet zo gunstig is voor officiële instellingen die los van alle politieke gebondenheid een eeuw oud werden, is het goed te getuigen van leven en van zin voor initiatief. Waarde Voorganger, ik moge U danken en gelukwensen voor de wijze waarop U onze vergaderingen hebt geleid én voor de extra-vergaderingen, waarop dezelfde sfeer van werkzaamheid in vriendschappelijkheid heerste. Dat ik daarbij de Collegae Roelandts en Van Elslander, leden van de bestuurscommissie, betrek, is een vanzelfsprekend blijk van erkentelijkheid.
Een bijzonder woord van dank richt ik ook, niet uit gewoonte of plicht, maar in alle eenvoudige oprechtheid, tot onze Vaste Secretaris, Collega Hoebeke, vaste spil waardoor de werkzaamheden van onze Academie in zo voorbeeldige orde en regelmaat verlopen. Allen kennen we zijn nauwgezetheid en zijn bestendige ijver voor het welzijn van onze Academie, de zorg waarmee hij de afwikkeling van de talrijke grote en kleine vragen, verzoeken en problemen, de eigen-waarde en de ‘aanwezigheid’ van de instelling behartigt. Collega Hoebeke heeft inder- | |
| |
daad ‘hart’ voor zijn en onze Academie. Allen kennen we ook de hulpvaardigheid waarmee hij onze wensen tegemoetkomt, dikwijls zelfs voorkomt. Om dat alles, en om de gulle vriendschap waarderen we hem, daarvoor danken we hem. We betreuren het zeer dat onze Vaste Secretaris thans niet aanwezig kan zijn; we wensen hem een spoedig herstel.
Bij deze woorden van dank aan de leden van de bestuurscommissie en aan de - helaas afwezige - Vaste Secretaris, passen eveneens woorden van waardering en dank aan de heer Haeck en de leden van zijn staf, die zoveel administratieve of materiële beslommeringen voor de Academie en haar leden opvangen.
Waarde Collega's, met vertrouwen zie ik het nieuwe jaar tegemoet. Ik verheug me erop in het bestuur te kunnen samen-werken met de aantredende ondervoorzitter, Collega en Vriend Hubert Lampo: hij zal de pittige geur van poëzie, beschouwing en vindingrijkheid en de Grobbendonkse bossen meebrengen, zoals de aftredende voorzitter die van de bossen uit de onmiddellijke Pulse buurt hier had meegebracht! Deze eerste vergadering in een nieuw jaar - waarvan de eerste maand intussen al wel voor twee derden voorbij is - biedt nog de gelegenheid U allen, waarde Collega's, een voorspoedig en vruchtbaar nieuwjaar te wensen. Moge 1988 voor U en voor de Uwen een goéd jaar zijn. En moge dezelfde wens voor onze Academie werkelijkheid worden.
Dat zal uiteraard mede afhangen van de inbreng van ons allen. Hierbij meen ik de aandacht van alle Collega's te moeten vragen voor een bewijs en een blijk van levenskracht bij uitstek van onze Academie: de ‘Verslagen en Mededelingen’. Naar onze Vaste Secretaris me bezorgd meedeelde, heerst hier werkelijk kopij-schaarste. Daarom is m'n eerste werk - indien dat ‘werk’ kan genoemd worden! - een dringende oproep, om de traditie van degelijkheid van onze ‘Verslagen en Mededelingen’ te helpen verzekeren. Dat is immers een zorg voor ons allen. En de Academie verdient het.
| |
| |
| |
Vergaderingen van 17 februari 1988
I. Plenaire vergadering
Aanwezig: de heren Keersmaekers, voorzitter, Lampo, ondervoorzitter, en Hoebeke, vast secretaris;
mevrouw Deprez, mevrouw D'haen, de heren Roelandts, Vanacker, Moors, Van Elslander, Weisgerber, Roose, Leys, Decorte, Coupé, Hadermann, De Belser, Goossens, Couvreur, De Paepe, Willemyns, Van Herreweghen, Geerts, Janssens en Veulemans, leden.
Afwezig met kennisgeving: de heren Lissens, Gysseling en Deschamps, leden;
mevrouw Rosseels en de heren Walschap, Pauwels en Demedts, binnenlandse ereleden.
| |
Agenda
Opening van de vergadering
De Voorzitter opent de vergadering om 14.15 u.
| |
Vaststelling van de agenda
De Voorzitter deelt de vergadering mee dat de heer Moors n.a.v. punt II. a van de notulen van de vergadering van 20 januari 1988 (geheime zitting) twee brieven heeft ingezonden, d.i. het punt dat betrekking heeft op de samenstelling van de jury belast met de beoordeling van het prijsantwoord van de heer L. Draye over een ‘Historischvergleichende Phonologie des mittelalterlichen Niederländisch und Deutsch’. In haar vergadering van 20.1.88 had de Academie de jury als volgt samengesteld: drie leden van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (de heren Goossens, Vanacker en Moors). Aan de aldus samengestelde jury had de Academie ook een lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, nl. de heer De Smet toegevoegd. De eerste brief (d.d. 21.1.88) van de heer Moors was gericht aan de Voorzitter, de tweede (d.d. 10.2.88) aan de vaste secretaris. Kort samengevat kan worden gezegd dat de heer Moors vraagt of het niet verkieslijk is dat de
| |
| |
heer Leys in zijn plaats wordt aangewezen en dat hij bezwaren maakt tegen de toevoeging van een vreemd lid. Volgens de heer Moors druist die toevoeging in tegen artikel 36, § 1, van het huishoudelijk reglement, welk artikel betrekking heeft op de samenstelling van de jury's die belast worden met de beoordeling van prijsantwoorden.
De Voorzitter stelt voor de kwestie te bespreken onder het volgende punt van de agenda: notulen. Zijn voorstel wordt aanvaard.
Voorts herinnert de Voorzitter eraan dat in de vergadering van 20.1.88 was afgesproken, dat in de vergadering van vandaag aandacht zou worden geschonken aan de samenstelling van de jury's belast met het toekennen van de staatsprijzen voor literatuur. De vergadering is het ermee eens dat dit gebeurt onder punt 7 van de agenda.
| |
Notulen
De Voorzitter snijdt de hierboven ingeleide kwestie aan en verleent het woord aan de heer Moors, die zijn bezwaren uiteenzet en de toevoeging van een vreemd lid als een overtreding van het reglement bestempelt. De Voorzitter deelt de mening van de heer Moors niet. Hij wijst erop dat de zaak t.g.v. een vergadering van het Bestuur door de vaste secretaris ter sprake was gebracht en dat het reglement wèl geraadpleegd werd. Er werd toen geconstateerd dat art. 36 van het reglement zich over de mogelijkheid om aan de jury's belast met het beoordelen van het prijsantwoorden een ‘vreemd’ lid toe te voegen niet uitspreekt, maar die mogelijkheid ook niet expliciet afwijst. De heer Hoebeke zet dan kort uiteen hoe het idee bij bepaalde gelegenheden een beroep te doen op leden van de zusteracademie te Brussel ontstaan is: gesprekken met sommige leden en met de vaste secretaris van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten over het intensifiëren van de samenwerking tussen de twee academiën en over mogelijke vormen daartoe, en het feit dat de Brusselse Academie nu al een beroep wil doen op leden van onze Academie om in sommige van haar jury's zitting te nemen en dat recentelijk heeft gedaan. De heer Hoebeke zegt dat hij het voorstel om de heer De Smet aan de bovengenoemde jury toe te voegen in de vergadering van 20.1.88 aan de Academie zou hebben voorgelegd, maar dat de omstandigheden (ziekteverlof) hem hebben belet die vergadering bij te wonen. Daarop volgt dan de discussie, waaraan hoofdzakelijk de Voorzitter en de heer Moors en voorts de heren Leys, Goossens, mevrouw Deprez, de heren Willemyns, Couvreur en Geerts deelnemen. Uit deze discussie blijkt dat
| |
| |
de meerderheid art. 36, § 1 van het huishoudelijk reglement strikt wil toepassen en de vergadering neemt het besluit de notulen van de vergadering van 20.1.88 in overeenstemming te brengen met het huishoudelijk reglement. De samenstelling van de jury voor het beoordelen van het prijsantwoord van de heer Draye wordt derhalve herzien en als volgt gewijzigd: de heren Goossens, Leys en Vanacker, in deze volgorde. Vervolgens worden de notulen van de plenaire vergadering en van de commissievergaderingen van 20.1.88 goedgekeurd.
| |
Mededelingen van de vaste secretaris
I. Onderscheiding.
Op woensdag 10 februari 1988 werd de heer Gysseling t.g.v. de voltooiing van zijn ‘Corpus van Middelnederlandse teksten (tot en met het jaar 1300)’ te Antwerpen in het Provinciehuis door Prof. Dr. A. Kinsbergen, Voorzitter, en de leden van het Bestuur van de Stichting Instituut voor Nederlandse Lexicologie gehuldigd.
De heer Gysseling werd benoemd tot commandeur in de orde van Oranje Nassau. Deze hoge onderscheiding werd hem toegekend om zijn grote verdiensten voor de Nederlandse taalwetenschap door de inventarisering en beschrijving van het oudste Nederlands. De heer Gysseling ontving de versierselen uit de handen van de Nederlandse Minister van Onderwijs en Wetenschappen, de heer W.J. Deetman. Bovendien reikte de Voorzitter van het I.N.L. aan de heer Gysseling voor zijn verdiensten op het gebied van de Nederlandse lexicologie nog de Matthias de Vriespenning uit.
| |
II. N.B.W.
Namens de commissie voor het N.B.W. deed Prof. Dr. G. de Smet, redactiesecretaris van het N.B.W., aan de vaste secretaris van onze Academie, die het N.B.W. mede patroneert, 30 ex. van een lijst toekomen met de namen van oud-leden van onze Academie van wie de biografie in ons Woordenboek ontbreekt. De redactie van het N.B.W. zou het zeer op prijs stellen dat deze lijst aan de leden van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde wordt meegedeeld, in de hoop dat enkele leden bereid gevonden worden ofwel een aantal artikelen over personen uit hun discipline te schrijven of de namen mee te delen van gegadigden tot wie de redactie zich kan richten.
Elk lid heeft een exemplaar van deze lijst op zijn tafel gevonden en de Vaste Secretaris, die met de heer Lissens onze Academie in de redac- | |
| |
tieraad van het N.B.W. vertegenwoordigt, spreekt de hoop uit dat een aantal collega's bereid zullen zijn mee te werken aan het N.B.W., waarvan de delen 13, 14 en 15 in het vooruitzicht zijn gesteld.
| |
Mededelingen en voorstellen van het bestuur en van de commissies
De heer Hoebeke, secretaris van de Vaste Commissie voor Moderne Taal, deelt mee dat deze vaste commissie in haar vergadering van hedenochtend kennis gekregen heeft van de verslagen van de heren Moors en Geerts over het door de heer Th. Vindevogel als werk ter publikatie aangeboden Uitspraakwoordenboek van eigennamen.
Het blijkt dat beide beoordelaars tot de bevinding zijn gekomen dat het aangeboden werk niet geschikt is om in een van de reeksen van de Academie te worden opgenomen. Het werk behandelt immers een moeilijke, steeds wisselende materie en zou voortdurend correcties, verbeteringen, aanpassingen en aanvullingen vergen.
Na bespreking is de Commissie tot het besluit gekomen, dat het werk van de heer Vindevogel voor publikatie door de Academie niet kan worden aanbevolen. Op grond van het oordeel van de Commissie voor Moderne Taal beslist de Academie het werk van de heer Vindevogel niet uit te geven.
| |
Lezing
‘Een gedicht van Hugo Claus en een schilderij van Jeroen Bosch’, lezing door de heer Janssens.
| |
Eventuele voorstellen en mededelingen
De Voorzitter brengt de kwestie van de samenstelling van de jury's voor de staatsprijzen en van de aanwezigheid van de Academie in deze jury's ter tafel. Hij verleent dadelijk het woord aan de heer Janssens.
Deze heeft vastgesteld dat de Academie in zekere zin in de bedoelde jury's wel vertegenwoordigd is, doordat er geregeld leden van de Academie zitting in hebben, maar dat die aanwezigheid niet het gevolg is van een recht dat de Academie is toegekend. De heer Janssens heeft nagegaan hoe de samenstelling van de jury's er in de laatste jaren heeft uitgezien. Er zijn 7 staatsprijzen voor literatuur, d.w.z. ook 7 jury's. Welnu over een periode van 1966 tot heden heeft hij de namen van
| |
| |
14 leden van de Academie aangetroffen. Wat de wijze betreft waarop de jury's voor de staatsprijzen worden samengesteld, deelt de heer Janssens mee, dat de juryleden op voordracht van de Commissie der Letteren door de Gemeenschapsminister worden benoemd. Hij stelt de Academie voor aan de Minister te vragen dat een ‘rechtsgrond’ wordt geschapen waardoor de Academie het recht krijgt in elke jury belast met het toekennen van een staatsprijs door een lid vertegenwoordigd te zijn. De Academie moet bij de samenstelling van deze jury's evenzeer inspraak hebben als de Commissie der Letteren.
Op de vraag van de heer Van Herreweghen of er ook een staatsprijs voor T.V.-spelen bestaat, wordt geantwoord door de heer Decorte: de bekroning van T.V.-spelen berust op inzending en de procedure is te vergelijken met die van onze prijsantwoorden. De heer Janssens heeft die prijs niet meegerekend.
Tot slot van de bespreking formuleert de Voorzitter de conclusie als volgt: de Academie keurt het voorstel van de heer Janssens goed en de vaste secretaris zal, onder verwijzing naar de traditie en de statuten van de Academie, aan de Minister vragen dat de wens van de Academie in de jury's voor de staatsprijzen vertegenwoordigd te zijn wettelijk wordt geregeld.
| |
Geheime zitting
I. Aanstelling van een Commissie van Voordracht voor de opvolging van mevrouw Rosseels.
Het Bestuur stelt voor de heren Weisgerber en Coupé aan het Bestuur toe te voegen. Dit voorstel wordt aanvaard.
| |
II. Samenstelling van de jury's voor de fondsprijzen.
Er moeten jury's worden samengesteld voor het beoordelen van de werken die in aanmerking komen voor de in 1988 uit te reiken fondsprijzen.
Op voorstel van het Bestuur en na bespreking worden de volgende jury's samengesteld.
1. | A. Beernaertprijs (periode 1986-1987), ten bedrage van 50.000 F.: 4 leden van de Academie + 1 lid van buiten de Academie, door de Minister aan te wijzen: de heren Weisgerber, Coupé, Keersmaekers en Veulemans. |
2. | N. de Tièreprijs (periode 1986-1987), ten bedrage van 20.000 F.: de heren Decorte, Lampo en Van Herreweghen. |
| |
| |
3. | J. Eeckhoutprijs (periode 1986-1987), ten bedrage van 20.000 F.; de heren Hadermann, Keersmaekers en Janssens. |
4. | J. van Ginderachterprijs (periode 1984-1987), ten bedrage van 20.000 F.: de heren Roelandts, Decorte en Van Herreweghen. |
5. | L. Baekelmansprijs (periode 1985-1987), ten bedrage van 50.000 F.: de heren De Belser, Lampo en Spillebeen. |
6. | A. Merghelynckprijs: (periode 1985-1987), ten bedrage van 20.000 F. van poëzie en 20.000 F. voor proza: mevrouw D'haen, de heren Roose en Veulemans. |
7. | L. Willemsprijs (periode 1986-1987), ten bedrage van 50.000 F.: de heren Keersmaekers, voorzitter, Vanacker, Gysseling, Van Elslander en De Paepe. |
8. | Prof. L. Elautprijs (periode 1986-1987), ten bedrage van 100.000 F.: mevrouw Deprez en de heren Lissens en Couvreur. |
Aangezien er onder de vier werken die voor de Elautprijs zijn ingezonden zich twee zeer lijvige typoscripten bevinden en de leden van de jury door de te lezen massa overbelast dreigen te worden, wordt besloten dat mevrouw Deprez en de heren Lissens en Couvreur, onder het voorzitterschap van de heer Keersmaekers, op woensdag 9 maart 1988 om 10 u. 30 in het Academiegebouw zullen vergaderen om de werken in het licht van het reglement voor de Elautprijs te schiften.
| |
III. Verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie van 4 februari 1988.
De Voorzitter vestigt er de aandacht op dat collega Willemyns voor de Verslagen en Mededelingen een bijdrage in het Duits heeft aangeboden, getiteld: ‘Dialekt als Schlüsselbegriff der belgischen Sprachverhältnisse’ en dat de bestuurscommissie het oordeel van de Academie over publikatie in de Verslagen en Mededelingen in een vreemde taal wenst te kennen.
Uit de bespreking blijkt, dat de meerderheid van de aanwezige leden geen bezwaar heeft.
| |
| |
| |
II. Commissievergaderingen
Vaste commissie voor cultuurgeschiedenis
Verslag door de heer Deschamps, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Van Herreweghen, voorzitter, Lampo, ondervoorzitter, en Deschamps, secretaris;
mevrouw Deprez, de heren Van Elslander, Decorte, De Belser, De Paepe, Janssens en Veulemans, leden.
Hospiterende leden: de heren Roelandts, Vanacker, Moors, Weisgerber, Leys, Hoebeke, Coupé, Hadermann, Goossens, Couvreur, Keersmaekers, Willemyns en Geerts.
Afwezig met kennisgeving: de heer Lissens, lid.
| |
Agenda
1. | ‘Reinaertbewerkingen: De gecastreerde neus en de talige verwerking van het taboe’, lezing door de heer Goossens.
Aan de bespreking die op de boeiende en merkwaardige lezing volgt, namen vooral de heren Roelandts en Hadermann deel. |
2. | Opmaken van de agenda voor de volgende vergadering. (20 april 1988)
Deze agenda zal door bemiddeling van het secretariaat worden opgemaakt. |
| |
Vaste commissie voor moderne taal
Verslag door de heer Hoebeke, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Geerts, voorzitter, Willemyns, ondervoorzitter, en Hoebeke, secretaris;
de heren Roelandts, Vanacker, Moors, Weisgerber, Leys, Coupé, Hadermann, Goossens, Couvreur en Keersmaekers, leden.
Hospiterende leden: mevrouw Deprez, de heren Van Elslander, Decorte, De Belser, Deschamps, Lampo, De Paepe, Van Herreweghen, Janssens en Veulemans.
Afwezig met kennisgeving: de heer Gysseling, lid.
| |
| |
| |
Agenda
1. | ‘De neerlandistiek te Gent van 1817 tot heden’, lezing door mevrouw Deprez.
Aan de bespreking die op de boeiende lezing volgde namen in hoofdzaak de heren Moors en Roelandts deel, die om aanvullende informatie verzochten i.v.m. de activiteiten van Bormans te Luik.
De heer De Paepe stelde de spreker enkele vragen m.b.t. de werkzaamheden van P. Fredericq op het gebied van de Neerlandistiek te Gent en de heer Deschamps wees op de belangstelling van Heremans voor de Nederlandse Literatuur (cf. De Nederlandsche Dichterhalle). Ook de handboeken van Vercoullie kwamen ter sprake. De heer Goossens wees erop, dat die wel het resultaat van Vercoullie's colleges zullen zijn. |
2. | Gelegenheid tot voorstellen en mededelingen.
De heer Hoebeke vraagt dat de commissie zich zou uitspreken over het al dan niet publiceren van het door de heer Vindevogel ter publikatie aangeboden Uitspraakwoordenboek van eigennamen. Na de verslagen van de heren Moors en Geerts gehoord te hebben, komt de Commissie tot het besluit dat ze de uitgave van dit werk aan de Academie niet kan aanbevelen. |
3. | Opmaken van de agenda voor de volgende vergadering. (20 april 1988). |
Mevrouw Deprez zal het tweede deel van haar lezing over ‘De neerlandistiek te Gent van 1817 tot heden’ in de vergadering voor Moderne Letteren van 16 maart 1988 voortzetten.
| |
| |
| |
Vergaderingen van 16 maart 1988
I. Plenaire vergadering
Aanwezig: de heren Keersmaekers, voorzitter, Lampo, ondervoorzitter, en Hoebeke, vast secretaris;
mevrouw Deprez, de heren Roelandts, Van Elslander, Decorte, Coupé, De Belser, Couvreur, Deschamps, De Paepe, Van Herreweghen, Geerts en Janssens, leden.
Afwezig met kennisgeving: de heren Lissens, Vanacker, Gysseling, Leys, Goossens, Veulemans en Spillebeen, leden;
mevrouw Rosseels en de heren Walschap, Pauwels en Demedts, binnenlandse ereleden.
| |
Agenda
Opening van de vergadering
De Voorzitter opent de vergadering om 14.15 u.
| |
Vaststelling van de agenda
De agenda wordt niet gewijzigd.
| |
Notulen
De notulen van de plenaire vergadering en van de commissievergaderingen van 17 februari 1988 worden na een paar kleine correcties goedgekeurd.
| |
Mededelingen van de vaste secretaris
I. Lidmaatschap.
De verkiezing van de heer Spillebeen tot gewoon lid van de Academie werd bij Ministerieel Besluit van 18 februari 1988 goedgekeurd.
| |
| |
| |
II. Onderscheiding.
Aan de heer Spillebeen werd onlangs de Prijs voor Letterkunde van de Vlaamse Provincies 1987 (Jeugdboek) toegekend. De proclamatie van de Provinciale Prijzen 1987 zal plaatshebben op zaterdag 26 maart e.k. om 16 u., in de Raadzaal van het Provinciaal Hof, Markt 3, te Brugge.
De vaste secretaris deed op 10 maart jl. aan de heer Spillebeen de gelukwensen van het Bestuur en de Academie toekomen.
| |
III. Nationaal biografisch Woordenboek (NBW). Medewerking aan een of meer van de delen 13, 14 of 15.
De redactie van het NBW heeft gevraagd de oproep tot onze leden te hernieuwen om mee te werken aan een van de delen 13, 14 of 15 van het woordenboek en voor een van deze delen een of meer levensberichten van overleden leden van onze Academie te schrijven. De lijst van onze overleden leden van wie in het NBW nog geen levensbericht verscheen, werd in onze vergadering van 17 februari uitgedeeld.
| |
Mededelingen en voorstellen van het bestuur
Herziening van het reglement van de Karel Bouryprijs.
Op 18 juni 1986 heeft de jury belast met het beoordelen van de werken die voor de Karel Bouryprijs (periode 1982-1985) waren ingezonden, laten opmerken dat het reglement voor deze prijs zou dienen te worden herzien. De jury, bestaande uit de heren Van Herreweghen, Louël en Corijn, was tot de bevinding gekomen dat er bij het publiek voor deze prijs geen belangstelling meer is. De jury was van oordeel dat de reden van dit gebrek aan belangstelling te zoeken is in het feit dat het van kracht zijnde reglement de in aanmerking komende genres, nl. ‘Vlaamse school- en volksliederen’ al te zeer beperkt. Ze stelde daarom voor de paragrafen 2 en 3 van het reglement te wijzigen en als volgt te formuleren:
‘2o Te dien einde schrijft de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde prijskampen uit voor Vlaamse liederen. De verschillende liedgenres komen in aanmerking.’
‘3o Om de vier jaren wordt een prijs van twintigduizend frank (20.000 F.) uitgeloofd aan de toondichter van de beste onuitgegeven Vlaamse liederen. De teksten zijnde door de toondichter zelf gekozen.’
| |
| |
N.B.: het reglement bepaalt sedert de stichting van de prijs (1895-1909) ook dat er ten minste twee liederen moeten worden voorgelegd.
In 1986 werd de Bouryprijs (periode 1982-1985) niet toegekend. In haar plenaire vergadering van 18.06.1986 besliste de Academie het reglement van de K. Bouryprijs t.g.t. te herzien (Verslagen en Mededelingen, 1986, 423) en in haar vergadering van 15 april 1987 heeft de Academie kennis gekregen van het feit dat het Bestuur de vaste secretaris had opgedragen een ontwerp voor te bereiden.
In het vooruitzicht van de volgende periode van vier jaar waarvoor de K. Bouryprijs kan worden uitgeloofd (1990-1993), heeft het Bestuur het ontwerp van de vaste secretaris in de vergadering van 4 maart jl. besproken en aangepast. Deze versie wordt nu, samen met de van kracht zijnde versie (1932) aan de Academie voorgelegd.
De door het Bestuur aangepaste nieuwe lezing luidt:
Artikel 1. | - De Karel Bouryprijs is gesticht met het doel Vlaamse liederen onder het volk te verspreiden. |
| |
Art. 2. | - Te dien einde looft de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde prijzen uit voor Vlaamse liederen. Alle genres komen in aanmerking. |
| |
Art. 3. | - § 1 Om de vier jaar kan een prijs van twintigduizend frank (20.000 F.) worden toegekend aan de toondichter van de beste onuitgegeven Vlaamse liederen. De teksten worden door de toondichter zelf gekozen.
§ 2 Er moeten ten minste twee liederen worden voorgelegd, die de toondichter t.g.t. op het secretariaat van de Academie doet toekomen. |
| |
Art. 4. | - Er kan bovendien een tegemoetkoming worden verstrekt om de toondichter te helpen de bekroonde liederen uit te geven. |
| |
Art. 5. | - De jury bestaat uit drie leden, die door de Academie worden benoemd. |
| |
Art. 6. | - De lopende periode zal worden gesloten op 31 december 1989. |
Na de bespreking, waaraan vooral de heren Van Herreweghen, Deschamps en Geerts deelnemen, wordt de tekst goedgekeurd, mits de volgende wijzigingen worden aangebracht:
| |
| |
a. | Art. 2: het woord prijzen wordt vervangen door een prijs en de groep Vlaamse liederen door het Vlaamse lied. De laatste zin wordt geschrapt. |
b. | Art. 3, r. 2: na het woord onuitgegeven wordt ingevoegd: of in de betrokken periode uitgegeven. |
c. | Art. 6: de werkwoordelijke groep zal worden gesloten wordt vervangen door: wordt afgesloten. |
| |
Geheime zitting
I. Vertrouwelijk verslag van de vergadering van de commissie van voordracht voor de opvolging van mevrouw Rosseels, binnenlands erelid.
De Vaste Secretaris doet voorlezing van het vertrouwelijk verslag van de vergadering van de commissie belast met het voordragen van twee kandidaten voor de opvolging van mevrouw Maria Rosseels, binnenlands erelid.
Naar aanleiding van de bespreking van de kandidaturen vraagt de heer Geerts of het niet wenselijk zou zijn dat de Academie lijsten aanlegt met de namen van personen die vroeger vergeten werden en daarom ook niet voorgedragen. Dat zou een middel zijn om de toevalligheid van het lidmaatschap, die thans tot op zekere hoogte bestaat, te vermijden.
Mevrouw Deprez is van oordeel dat bij de kennisgeving van het vertrouwelijk verslag van de vergadering van de commissie van voordracht, ook zou worden meegedeeld wie door wie schriftelijk als kandidaat voor het lidmaatschap werd voorgedragen.
Uit de discussie blijkt dat de meningen over deze twee punten verdeeld zijn en er worden i.v.m. deze suggesties geen beslissingen genomen.
| |
II. Samenstelling van de prijsvragencommissie.
De Vaste Secretaris herinnert de Academie eraan dat het reglement bepaalt dat de vier vaste commissies in deze commissie moeten vertegenwoordigd zijn en dat naar evenredigheid op ideologisch vlak moet worden gestreefd. Hij heeft al enkele collega's gepolst en wijst erop dat een mogelijke oplossing daarin bestaat, dat de collega's Roelandts en Van Elslander aan het bestuur worden toegevoegd.
De Academie is het met deze samenstelling eens.
| |
| |
| |
III. Verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie.
Het verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie d.d. 4 maart 1988 wordt aan de Academie voorgelegd.
| |
II. Commissievergaderingen
Vaste commissie voor oudere taal- en letterkunde
Verslag door de heer De Paepe, lid- wd. secretaris.
Aanwezig: de heer Geerts, ondervoorzitter;
de heren Roelandts, Gysseling, Hoebeke, Couvreur, Deschamps, Keersmaekers en De Paepe, leden.
Hospiterende leden: mevrouw Deprez, de heren Van Elslander, Decorte, Coupé, De Belser, Lampo, Van Herreweghen en Janssens.
Afwezig met kennisgeving: de heer Vanacker, secretaris;
de heren Leys en Goossens, leden.
Het voorzitterschap wordt waargenomen door de heer Geerts, ondervoorzitter.
| |
Agenda
1. | ‘Conscience en Nederland’, lezing door de heer Keersmaekers.
Aan de bespreking nemen de heren Janssens, Couvreur, Deschamps, Van Herreweghen en Lampo deel. |
2. | Gelegenheid tot voorstellen en mededelingen. |
De heer W. Braekman heeft als bijdrage tot een van de reeksen van de publikaties van de Academie een tekstuitgave van Marcus van Vaernewijcks Catechismus der Minne aangeboden en de Commissie wordt gevraagd twee leden van de commissie als beoordelaars van deze bijdrage aan te wijzen. Na een korte bespreking worden de collega's Keersmaekers en Hoebeke met de taak belast.
Een tweede bijdrage werd door bemiddeling van collega Willemyns aangeboden door mw. Helga Bister, die handelt over Verdwijnende Nederlandse woorden in het dialect van Krefeld.
De heren Willemyns en Goossens worden als beoordelaars aangewezen.
| |
| |
| |
Vaste commissie voor moderne letteren
Verslag door de heer Decorte, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Lampo, voorzitter, Janssens, ondervoorzitter, en Decorte, secretaris;
mevrouw Deprez, de heren Van Elslander, Coupé, De Belser en Van Herreweghen, leden.
Hospiterende leden: de heren Roelandts, Gysseling, Hoebeke, Couvreur, Deschamps, Keersmaekers, De Paepe en Geerts.
Afwezig met kennisgeving: de heren Lissens, Veulemans en Spillebeen, leden.
| |
Agenda
‘De neerlandistiek te Gent van 1817 tot heden’, vervolg van de lezing door mevrouw Deprez gehouden op 17 februari 1988.
In dit gedeelte van haar lezing handelde Prof. Deprez over de Neerlandistiek sedert 1890.
| |
| |
| |
Vergaderingen van 20 april 1988
I. Plenaire vergadering
Aanwezig: de heren Lampo, ondervoorzitter, en Hoebeke, vast secretaris;
mevrouw D'haen, de heren Lissens, Roelandts, Vanacker, Gysseling, Moors, Van Elslander, Weisgerber, Leys, Decorte, Coupé, Hadermann, Goossens, Couvreur, Deschamps, De Paepe, Van Herreweghen, Geerts, Janssens, Veulemans en Spillebeen, leden.
Afwezig met kennisgeving: de heer Keersmaekers, voorzitter van de Academie;
mevrouw Deprez en de heer De Belser, leden;
mevrouw Rosseels en de heren Walschap, Pauwels en Demedts, binnenlandse ereleden.
| |
Agenda
Opening van de vergadering
Daar de Voorzitter afwezig is, neemt de heer Lampo, ondervoorzitter, het voorzitterschap waar.
| |
Vaststelling van de agenda
De agenda wordt niet gewijzigd.
| |
Notulen
De notulen van de plenaire vergadering en van de commissievergaderingen van 16 maart 1988 worden goedgekeurd.
| |
Mededelingen van de vaste secretaris
I. Vertegenwoordiging van de Academie.
1. | Op zaterdag 19 maart jl. vertegenwoordigde de heer Van Elslander de Academie op de plechtige uitreiking van de ‘Driejaarlijkse Cultuurprijs van de Stad Gent 1987 - Literatuur’ aan onze collega Christine D'haen. |
| |
| |
2. | Op maandag 11 april jl. vertegenwoordigde de Voorzitter de Academie op de jaarlijkse Verenigde Vergadering der beide Afdelingen van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen te Amsterdam. |
3. | Op 16 april jl. vertegenwoordigde de heer Lissens de Academie op de eerste Algemene Vergadering van de P.G. Buckinx-Stichting te Kortessem. Tijdens deze vergadering overhandigde Mw. Buckinx officieel het archief van P.G. Buckinx aan de Stichting. |
De heer Lissens hield ook de gelegenheidstoespraak.
| |
II. Werken uit ons boekenbezit die na het overlijden van bepaalde leden door de familie niet werden teruggegeven.
N.a.v. punt III. van het verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie van 5 april 1988 ben ik zo vrij de collega's te vragen mij zoveel mogelijk nuttige inlichtingen te willen bezorgen betreffende de lotgevallen van de bibliotheek van wijlen J. Aerts, R. Brulez, H. Draye, W. van Eeghem, M. Gilliams, L. Indestege, J. Muls en J. van de Wyer. De informatie moet het mogelijk maken de verloren boeken en werken op te sporen. Nuttige adressen zijn vooral welkom.
| |
Mededelingen en voorstellen van het Bestuur
I. Nationaal Fonds voor de Letterkunde: Voorstellen van de bestuurscommissie betreffende de samenstelling van de Commissie voor Advies.
Aangezien de Voorzitter de wens heeft uitgesproken, dat de bespreking van de voorstellen die de bestuurscommissie m.b.t. de bij de samenstelling van de Commissie voor Advies te volgen procedure heeft uitgewerkt in zijn aanwezigheid zou worden gehouden, wordt de behandeling van dit punt verdaagd tot de vergadering van mei.
| |
II. Vertegenwoordiging van de Academie.
De Vaste Secretaris kreeg van de Voorzitter van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België een uitnodiging om op zaterdag 23 april 1988 de ‘Herdenking Burggraaf Gaston Eyskens’ in het Auditorium van het Paleis der Academiën te Brussel bij te wonen.
Het Bestuur stelt voor de Vaste Secretaris als vertegenwoordiger van de Academie op deze plechtigheid af te vaardigen. Het voorstel wordt goedgekeurd.
| |
| |
| |
Lezing
‘Een roman in een notedop. Over de proloog tot “De Aanslag” van Harry Mulisch’, lezing door de heer Janssens.
| |
Geheime zitting
I. Lidmaatschap. Opvolging van mevrouw Rosseels.
Ter vervanging van mevrouw Rosseels, binnenlands erelid, wordt de heer Rudolf van de Perre tot lid van de Academie verkozen.
Naar aanleiding van dit punt van de agenda vraagt de heer Goossens of de Academie de tijd niet gekomen acht, dat ze de criteria die ze bij de werving van nieuwe leden hanteert herziet.
Op vraag van de Vaste Secretaris verklaart de heer Goossens zich bereid op het secretariaat een korte nota ten behoeve van het Bestuur te doen toekomen.
| |
II. Academische prijsvragen.
De volgende prijsvragen worden uitgeschreven voor 1991:
Letterkunde:
1. | ‘Tafereel van de belacchende Wereldt’. Een kermissatire van een poeta doctus, door Adriaen van de Venne. |
2. | De Vlaamse literatuur voor kinderen in de 19de eeuw. |
Taalkunde:
- Een pragmatisch-syntactische analyse van pre- en postposities.
Het voorstel van de commissie voor de prijsvragen om aan elke prijs een bedrag van 50.000 F. te hechten wordt goedgekeurd.
| |
III. Verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie.
Het verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie d.d. 5 april 1988 wordt aan de Academie voorgelegd.
| |
II. Commissievergaderingen
Vaste commissie voor moderne taal
Verslag door de heer Hoebeke, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Geerts, voorzitter, en Hoebeke, secretaris;
de heren Roelandts, Vanacker, Gysseling, Moors, Weisgerber, Leys, Coupé, Hadermann, Goossens en Couvreur, leden.
| |
| |
Hospiterende leden: de heren Lissens, Van Elslander, Decorte, Deschamps, De Paepe, Van Herreweghen, Janssens en Veulemans.
Afwezig met kennisgeving: de heer Keersmaekers, lid.
| |
Agenda
‘Na 35 (18) jaar: De Nederlandse versie van de Belgische wetten’, lezing door de heer Moors.
In 1953 (35 jaar geleden) werd een Commissie opgericht ‘belast met de voorbereiding van de Nederlandse tekst van de Grondwet, de wetboeken en de voornaamste wetten en besluiten’. In 1970 (18 jaar geleden) hield spreker hier een lezing over haar werk. Nu haar werk ver gevorderd is, wil hij terugblikken op de afgelegde weg.
Na een korte geschiedenis van de Nederlandse wetteksten in de twee vorige eeuwen expliciteert spreker het doel van de commissie; hij beschrijft haar methode, wijst op de tot stand gekomen vertalingen en op de belangrijkheid van de onderneming voor het Vlaamse volk.
Hij besteedt een groot gedeelte van zijn mededeling aan de voornaamste ondervonden moeilijkheden: het Franse uitgangspunt is niet altijd duidelijk, de Franse en Belgische vaktaal is niet onberispelijk, de gewenste terminologische eenheid met Nederland is soms niet mogelijk.
De heer MOORS laat ook een Frans-Nederlands vertalend woordenboek rondgaan waarin hij, als secretaris van de Commissie, de gebruikte officiële termen heeft geïnventariseerd met het oog op hun verspreiding bij de specialisten en het grotere publiek (uitg. Die Keure, Brugge).
Aan de bespreking namen de heren Goossens, Decorte, Gysseling, Veulemans, Geerts en Deschamps deel. De bespreking bestond grotendeels in het vragen naar en het geven van nadere toelichtingen.
| |
Vaste commissie voor cultuurgeschiedenis
Verslag door de heer Deschamps, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Van Herreweghen, voorzitter, en Deschamps, secretaris;
de heren Lissens, Van Elslander, Decorte, De Paepe, Janssens en Veulemans, leden.
Hospiterende leden: de heren Roelandts, Vanacker, Gysseling, Moors, Weisgerber, Leys, Hoebeke, Hadermann, Goossens, Couvreur en Geerts.
| |
| |
Afwezig met kennisgeving: de heer Lampo, ondervoorzitter; mevrouw Deprez en de heer De Belser, leden.
| |
Agenda
‘Reinaertbewerkingen: mentaliteitshistorische achtergronden’, lezing door de heer Goossens.
Aan de bespreking namen deel: de heren Gysseling, Weisgerber, De Paepe, Geerts, Van Elslander, Janssens, Hoebeke en Decorte. Ze werd overwegend gewijd aan de middeleeuwse en latere preutsheid en aan de geschiedenis van de mentaliteit inzake de seksualiteit.
De tekst van de lezing zal elders verschijnen.
| |
| |
| |
Vergaderingen van 18 mei 1988
I. Plenaire vergadering
Aanwezig: de heren Keersmaekers, voorzitter, en Hoebeke, vast secretaris;
mevrouw D'haen, de heren Lissens, Roelandts, Vanacker, Moors, Van Elslander, Weisgerber, Leys, Coupé, Hadermann, Couvreur, Deschamps, Van Herreweghen, Geerts en Spillebeen, leden.
Afwezig met kennisgeving: de heer Lampo, ondervoorzitter;
mevrouw Deprez, de heren Gysseling, Decorte, De Belser, Goossens, De Paepe, Willemyns, Janssens en Veulemans, leden;
mevrouw Rosseels en de heren Walschap, Pauwels en Demedts, binnenlandse ereleden.
| |
Agenda
Opening van de vergadering
De Voorzitter opent de vergadering om 14.15 u.
| |
Vaststelling van de agenda
De agenda wordt niet gewijzigd.
| |
Notulen
De notulen van de plenaire vergadering en van de commissievergaderingen van 20 april 1988 worden goedgekeurd.
| |
Mededeling van de vaste secretaris
Dankbetuiging.
Bij brief van 26 april jl. dankt de heer Van de Perre de Voorzitter en de leden van de Academie voor zijn verkiezing tot lid en voor het vertrouwen dat ze in hem hebben gesteld.
| |
| |
| |
Mededelingen en voorstellen van het bestuur
I. Ingekomen stuk.
Brief van de voorzitter van de Vereniging Algemeen Nederlands. Steun gevraagd voor een actie voor versterking van het onderwijs van het Nederlands in de B.R.D.
Bij brief van 21 april jl. vraagt Dr. F. Debrabandere, voorzitter van de VAN, de steun van de Academie voor de actie bij de Kultusministers van Niedersachsen, Nordrhein-Westfalen en Rheinland-Pfalz ten gunste van het versterken of het op gang brengen van het onderwijs van het Nederlands in deze buurlanden. Het bestuur wil graag het standpunt van de Academie kennen.
De vergadering is van oordeel dat de Academie aan de wens van Dr. Debrabandere tegemoet moet komen.
| |
II. Bekrachtigingscommissie 1988-1989.
Bij brief van 29 april jl. vraagt de Dienst Universitair Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs de Academie haar vertegenwoordiger in de commissie voor de bekrachtiging van de academische diploma's 1988-1989 aan te willen wijzen. Voor dit mandaat komen alleen als filoloog tot lid van de Academie benoemde leden die geen hoogleraar in functie zijn in aanmerking.
De heer Lissens, die al herhaaldelijk in deze commissie zitting heeft gehad, wordt door de vergadering aangewezen om het mandaat te vervullen.
| |
III. Vertegenwoordiging van de Academie.
Op zaterdag 23 april jl. herdacht de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België burggraaf Gaston Eyskens. Deze herdenking had plaats in het Paleis der Academiën, Hertogstraat 1, 1000 Brussel. De heer Hoebeke, vast secretaris, vertegenwoordigde onze Academie.
De heer Walschap, binnenlands erelid, woonde deze herdenking eveneens bij. Hij heeft de Vaste Secretaris gevraagd dat het Bestuur aan de collega's zijn groeten zou overbrengen. De heer Walschap laat de collega's ook meedelen, dat hij het betreurt dat hij de vergaderingen niet meer kan bijwonen. Hij beschikt immers over geen vervoer en met de trein kan hij de reis niet meer maken.
| |
| |
Bespreking van de voorstellen van de Bestuurscommissie inzake de samenstelling van de Commissie voor Advies van het Nationaal Fonds voor de Letterkunde
Het Bestuur stelt voor de aangekondigde bespreking te wijden aan de problemen die in de plenaire vergadering van 16 november 1987 i.v.m. de samenstelling van de Commissie voor Advies van het N.F.L. zijn gerezen. Bij deze bespreking kan uitgegaan worden van het verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie van 5 april jl., welk verslag het secretariaat tevoren aan alle leden heeft doen toekomen.
In dat verslag vindt men:
1o | een overzicht van de ontwikkelingsgang vanaf de instelling van de commissie (1949) tot heden (zie punt I, blz. 1-2); |
2o | de grondregels die bij de samenstelling van de Commissie voor Advies naar de mening van de bestuurscommissie dienen te worden gevolgd (toerbeurt en rouleren zoals sinds 1972 gebruikelijk is); |
3o | twee voorstellen van regeling: één waarbij uitgegaan wordt van acht mandaten en één waarbij uitgegaan wordt van negen mandaten. |
De Voorzitter zet de voordelen uiteen van de keuze ten gunste van 9 mandaten: het getal 9 is immers deelbaar door 3, zodat het rouleren veel gemakkelijker wordt dan wanneer een even aantal mandaten als uitgangspunt wordt gekozen. Voorts vergemakkelijkt ook een verdeling 6-3, d.w.z. 6 mandaten voor leden van de Academie tegenover 3 mandaten voor de buitenstaanders, het rouleren. Na een gedachtenwisseling wordt dit basisprincipe met algemene instemming aanvaard.
Vervolgens wordt de Vaste Secretaris verzocht enige toelichting te geven bij de vraag hoe de zaak nu in de praktijk kan worden geregeld. De Vaste Secretaris brengt dan een voorstel ter tafel dat een uitvoering in drie stappen mogelijk maakt:
1. | de mandaten van de thans fungerende 8 leden van de commissie, welke mandaten einde 1987 al voor één jaar werden verlengd, met ingang van 1.1.1989 opnieuw verlengen en wel voor 2 jaar. |
2. | per 1.1.1989 een derde mandaat voor een niet-lid van de Academie creëren; |
3. | op 1.1.1991 voor het eerst rouleren, met dien verstande dat de ontslagnemende leden - zoals vroeger - na drie jaar opnieuw voor een mandaat in aanmerking kunnen komen. Dit betekent ook dat de 8 leden van de huidige commissie nog tot 31 december 1990 hun functie blijven vervullen. |
| |
| |
Na een korte bespreking wordt het voorstel aanvaard. Het Bestuur zal de aangenomen regeling nu verder uitwerken.
| |
Lezing
‘F.V. Toussaint van Boelare, een tekst en twee voetnoten’, lezing door de heer Lissens.
Ter gelegenheid van deze lezing overhandigt de heer Lissens namens Mevrouw Marcelle Toussaint, dochter van wijlen F.V. Toussaint van Boelare, aan de Voorzitter een dossier, dat deels met de hand geschreven, deels getypte brieven en documenten uit de nalatenschap van de schrijver bevat. De schenkster stelt als enige voorwaarde, dat het dossier niet toegankelijk wordt gesteld voor 1 mei 1998 en dat dus vóór die datum generlei gebruik wordt gemaakt van enig document dat het bevat.
De Voorzitter dankt de heer Lissens voor zijn lezing en voor zijn bemiddeling tussen Mw. Toussaint en de Academie en kondigt aan dat het dossier binnen afzienbare tijd zal worden geïnventariseerd. Intussen zal de Vaste Secretaris aan Mw. Toussaint voor de schenking de dank van de Academie betuigen.
| |
Geheime zitting
Verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie.
Het verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie d.d. 3 mei 1988 wordt aan de Academie voorgelegd.
| |
II. Commissievergaderingen
Vaste commissie voor moderne letteren
Verslag door de heer De Belser, lid-wd. secretaris.
Aanwezig: de heren Lissens, Van Elslander, Weisgerber, Coupé, De Belser en Van Herreweghen, leden.
Hospiterende leden: de heren Roelandts, Vanacker, Moors, Leys, Hoebeke, Hadermann, Deschamps, Keersmaekers en Geerts.
Afwezig met kennisgeving: de heren Lampo, voorzitter, Janssens, ondervoorzitter, en Decorte, secretaris;
mevrouw Deprez en de heer Veulemans, leden.
| |
| |
| |
Agenda
Literair salon: de heer Van Herreweghen leest voor uit eigen poëzie in voorbereiding, getiteld ‘Twee patrijzen’ en ‘Kort dag’.
| |
Vaste commissie voor oudere taal- en letterkunde
Verslag door de heer Vanacker, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Geerts, ondervoorzitter, en Vanacker, secretaris;
de heren Roelandts, Moors, Leys, Hoebeke, Hadermann, Couvreur, Deschamps en Keersmaekers, leden.
Hospiterende leden: de heren Lissens, Van Elslander, Weisgerber, Coupé, De Belser en Van Herreweghen.
Afwezig met kennisgeving: de heer Willemyns, voorzitter;
de heren Gysseling, Goossens en De Paepe, leden.
| |
Agenda
‘Genusfouten: hollanditis in Vlaanderen?’ lezing door de heer Geerts.
Bespreking: Op deze belangrijke lezing volgt een uitgebreide bespreking, waaraan de collega's Leys, Roelandts, Couvreur, Moors en Keersmaekers deelnemen. Vooral wordt hierbij gezocht naar factoren die de verglijdingen in de genera-aanduiding veroorzaken.
Tenslotte beklemtoont collega Keersmaekers de op het einde van de lezing beklemtoonde rol van de Academie in een te voeren taalpolitiek, wat neerkomt op het uitwerken van een samenwerking tussen de Taalunie en onze Academie.
De tekst van deze lezing is gepubliceerd in de ‘Verslagen en Mededelingen’, jg. 1988, aflevering 1, blz. 68-78.
| |
| |
| |
Vergaderingen van 15 juni 1988
I. Plenaire vergadering
Aanwezig: de heren Keersmaekers, voorzitter, en Hoebeke, vast secretaris;
de heren Roelandts, Moors, Van Elslander, Weisgerber, Leys, Decorte, Coupé, Hadermann, Couvreur en Deschamps, leden.
Afwezig met kennisgeving: de heer Lampo, ondervoorzitter;
de heren Lissens, Vanacker, Gysseling, Goossens, De Paepe, Willemyns, Geerts, Janssens, Veulemans en Spillebeen, leden;
mevrouw Rosseels en de heren Walschap, Pauwels en Demedts, binnenlandse ereleden.
| |
Agenda
Opening van de vergadering
De Voorzitter opent de vergadering om 14 u. 15.
| |
Vaststelling van de agenda
De agenda wordt niet gewijzigd.
| |
Notulen
De notulen van de plenaire vergadering en van de commissievergaderingen van 18 mei 1988 worden goedgekeurd.
| |
Mededelingen van de vaste secretaris
I. Ingekomen stuk: Brief van professor G. Verbeke, vast secretaris van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België betreffende de viering van het 50-jarig bestaan van de twee Vlaamse Academiën te Brussel.
In oktober 1988 zullen zowel de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België als de Koninklijke
| |
| |
Academie voor Geneeskunde van België de vijftigste verjaring van hun autonoom bestaan herdenken.
Bij brief van 17 mei 1988 deelde de heer G. Verbeke, vast secretaris van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten, aan het secretariaat van onze Academie een overzicht mee van de in het vooruitzicht gestelde plechtigheden en activiteiten. Op zaterdag 22 oktober om 11 u. zal in aanwezigheid van Hunne Majesteiten de Koning en de Koningin een plechtige zitting worden gehouden in het Paleis der Academiën. Prof. Dausset, lid van het ‘Institut de France’ en Nobelprijswinnaar, zal een lezing houden. Daarnaast zijn nog een reeks van andere activiteiten gepland, vooral colloquia.
Tevens nodigt de heer Verbeke onze Academie uit om aan de plechtigheden en activiteiten deel te nemen. Verdere inlichtingen zullen nog volgen.
| |
II. Vertegenwoordiging van de Academie.
Op zaterdag 11 juni jl. vertegenwoordigde de heer Van Elslander de Academie op de plechtige uitreiking van de jaarlijkse prijs van de stad Gent voor een Wetenschappelijke studie over Gent - 1987 en van de jaarlijkse prijs van de stad Gent voor Nederlandse literatuur - 1987.
| |
III. Gelukwensen.
Op 10 juni jl. deed het secretariaat aan Hare Majesteit de Koningin ter gelegenheid van Haar verjaardag een telegram met gelukwensen toekomen (11.6.88).
| |
IV. Medewerking van de Academie aan de manifestatie ‘Vlaanderen leeft’ gevraagd.
Bij brief van 6 juni 1988 deelde de heer P. Dewael, Gemeenschapsminister van Cultuur, de Academie mee dat in oktober 1988 te Gent de manifestatie ‘Vlaanderen leeft’ plaatsvindt. Een deelaspect van deze activiteit zal bestaan in het houden van colloquia o.a. in het teken van de hedendaagse Vlaamse letterkunde. De Minister rekent in deze aangelegenheid ook op de medewerking van de Academie en verzocht de Vaste Secretaris op het Kabinet deze materie informeel te gaan bespreken.
Aangezien de Vaste Secretaris op maandag 20 juni 1988 om 9 u. op het Kabinet opnieuw verwacht wordt voor een grondige bespreking van de voorbereidingen en hij bij die gelegenheid de beslissing van de Aca- | |
| |
demie moet meedelen, vraagt hij dat de Academie zich zou uitspreken betreffende het al dan niet deelnemen van de Academie aan de bedoelde manifestatie.
Na een kort overleg blijkt de Academie met het principe van de deelneming in te stemmen. De Vaste Secretaris krijgt de opdracht te streven naar een samenwerking met het Seminarie Nederlandse literatuur van de R.U.G. Hij zal op 28 juni e.k. bij de Bestuurscommissie rapport uitbrengen betreffende de stand van zaken.
| |
Mededelingen van het Bestuur
I. Prof. Dr. Leon Elautprijs: wijziging van het reglement.
Het Bestuur vestigt de aandacht van de Academie op punt III van het verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie van 24 mei jl. Dit punt heeft betrekking op een wijziging van twee artikels van het reglement van de Prof. Dr. Leon Elautprijs.
Naar aanleiding van de vragen die gerezen zijn i.v.m. de interpretatie van sommige artikels van het reglement van de Prof. Dr. Leon Elautprijs (vergelijk de vergadering van de Academie van 17 febrauri jl.) en de bespreking van de kwestie op woensdag 9 maart 1988 door de heer Keersmaekers, voorzitter, en mevrouw Deprez en de heren Lissens en Couvreur, leden van de jury, heeft de Vaste Secretaris op woensdag 4 mei met mej. Elaut, die optreedt namens haar moeder, mw. wed. Leon Elaut, een onderhoud gehad en de zaak besproken. Mej. Elaut is met de Vaste Secretaris tot een akkoord gekomen om de wijzigingen die in de vergadering van 17 februari jl. ter sprake zijn gebracht als volgt door te voeren:
- | art. 1 regel 4: de lezing ‘op het gebied van de Vlaamse Cultuurgeschiedenis’ wordt vervangen door ‘op het gebied van de Vlaamse Cultuurgeschiedenis m.b.t. de Vlaamse Beweging’; |
- | art. 4, alinea 2: deze alinea wordt vervangen door ‘Deze jury bestaat uit drie leden die door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde worden benoemd, bij voorkeur eigen leden’. |
De Bestuurscommissie stemde met deze wijzigingen in en verzocht de Vaste Secretaris het nodige te doen om die door de Overheid nog voor het einde van de periode 1988-1989 te laten goedkeuren.
De Academie is het met de voorgestelde wijzigingen eens.
| |
| |
| |
II. Taalunie. Werkgroep buitenlandse aardrijkskundige namen.
Collega Roelandts heeft aanvaard zitting te nemen in de ‘Werkgroep buitenlandse aardrijkskundige namen’, die onlangs door de Taalunie werd opgericht.
| |
Eventuele herdenking dubbel eeuwfeest J.B. Verlooy: parlementaire vraag van de heer W. Luyten.
Naar aanleiding van een mondelinge parlementaire vraag van de heer W. Luyten tot de heer P. Dewael, Gemeenschapsminister van Cultuur, en de heer G. Geens, Voorzitter van de Vlaamse Executieve en Gemeenschapsminister van Economie, over een mogelijke herdenking van het verschijnen van het manifest van J.B. Verlooy betreffende de veronachtzaming van de Nederlandse Taal, vroeg de heer R. Elsen, adviseur-hoofd van dienst bij de Dienst Letteren en Dramatische Kunst, bij brief van 19 mei 1988 het advies van de Academie aangaande deze aangelegenheid. Verlooys Verhandeling op d'onacht der moederlycke tael verscheen in 1788 te Maastricht.
Uit de tekst van de vraag (R.v.O. art. 70) van de heer Luyten blijkt, dat hij alleen denkt aan een herdenking door de Vlaamse Regering en aan ‘het vooraanstaande medium dat de Vlaamse radio en televisie toch blijft’, die aan het verschijnen van de Verhandeling de nodige aandacht zouden dienen te geven.
In haar vergadering van 24 mei jl. besliste de Bestuurscommissie de zaak vandaag aan de Academie voor te leggen en gezien de hoogdringendheid een voorlopig advies te geven.
De Voorzitter vraagt de aandacht van de leden voor het verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie van 24 mei jl., waarin de beslissing van de Bestuurscommissie is uiteengezet en dat alle leden t.g.t. hebben ontvangen en verzoekt de Vaste Secretaris de tekst van het antwoord dat hij aan de heer Elsen heeft gegeven voor te lezen. Daarop leest de Vaste Secretaris de inhoud van de brief die hij op 26 mei 1988 aan de heer Elsen heeft doen toekomen voor.
Deze brief luidde als volgt:
Mijnheer de Adviseur-Hoofd van Dienst,
De Bestuurscommissie van de Academie heeft in haar spoedvergadering van 24 mei jl. een voorlopig advies uitgebracht betreffende de door U voorgelegde parlementaire vraag van de heer W. Luyten. De zaak zal op 15 juni e.k. aan de Academie worden voorgelegd.
| |
| |
Dat voorlopig advies luidt:
‘De Academie zou er zich over verheugen, indien een herdenking van Verlooy en van het verschijnen van zijn Verhandeling door de Overheid werd georganiseerd. Zelf heeft de Academie op de betekenis van de Verhandeling van Verlooy voor de Vlaamse taal- en volksbewustwording in het Zuiden in de 18e eeuw en op de eerste symptomen van Vlaamse herleving in de jaren vijftig de aandacht gevestigd door een prijsantwoord van Dr. J. Smeyers te bekronen. De Academie heeft dit werk in 1959 onder de titel Vlaams Taal- en Volksbewustzijn in het Zuidnederlands Geestesleven van de 18e eeuw uitgegeven.
De jongste uitgave van de Verhandeling werd trouwens bezorgd door dezelfde heer Smeyers, en wel in samenwerking met J. van den Broeck: “Jan Baptist Chrysostomus Verlooy, Verhandeling op d'Onacht der moederlyke Tael in de Nederlanden (1788)”. Ingeleid en toegelicht door J. Smeyers en J. van den Broeck. Den Haag (Martinus Nijhoff) - Noorduijn (Tjeenk-Willink), 1979’.
In de hoop U (voorlopig) van dienst te zijn geweest en met bijzondere hoogachting,
get. M. HOEBEKE
Vast Secretaris
De aanwezige leden keuren de tekst goed en vinden het niet nodig dat er nog een aanvullend advies wordt gegeven.
| |
Geheime zitting
Verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie
Het verslag van de vergaderingen van de Bestuurscommissie van 24 mei en 15 juni 1988 wordt aan de Academie voorgelegd.
| |
II. Commissievergaderingen
Vaste commissie voor cultuurgeschiedenis
Verslag door de heer Deschamps, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Van Herreweghen, voorzitter, en Deschamps, secretaris;
| |
| |
mevrouw Deprez, de heren Van Elslander, Decorte en De Belser, leden.
Hospiterende leden: de heren Roelandts, Gysseling, Moors, Weisgerber, Leys, Hoebeke, Coupé, Hadermann, Couvreur en Keersmaekers.
Afwezig met kennisgeving: de heer Lampo, ondervoorzitter;
de heren Lissens, De Paepe, Janssens, Veulemans en Spillebeen, leden.
| |
Agenda
‘Ger Schmook: een levensbericht’, lezing door mevrouw Deprez.
T.g.v. de bespreking vraagt de heer Keersmaekers of het levensbericht van Ger Schmook, bestemd voor het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, eventueel in verkorte vorm, eveneens in de Verslagen en Mededelingen kan worden opgenomen. Mevrouw Deprez verklaart dat ze in principe het daarmee eens is, maar dat vooreerst de toestemming daartoe aan de Maatschappij dient te worden gevraagd.
| |
Vaste commissie voor moderne taal
Verslag door de heer Hoebeke, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Moors, wnd.-voorzitter, en Hoebeke, secretaris;
de heren Roelandts, Gysseling, Weisgerber, Leys, Coupé, Hadermann, Couvreur en Keersmaekers, leden.
Hospiterende leden: mevrouw Deprez, de heren Van Elslander, Decorte, De Belser, Deschamps en Van Herreweghen.
Afwezig met kennisgeving: de heren Geerts, voorzitter, en Willemyns, ondervoorzitter;
de heren Vanacker en Goossens, leden.
| |
Agenda
‘Jan Broeckaert als lid van de Academie’, lezing door de heer Keersmaekers.
De tekst van deze lezing is gepubliceerd in de ‘Verslagen en Mededelingen’, jg. 1988, aflevering 1, blz. 79-90, onder de titel ‘Jan-Baptist Broeckaert’ (Wetteren 12 februari 1837 - Dendermonde 9 februari 1911).
| |
| |
Aan de bespreking nemen de heer Moors, voorzitter, en mw. Deprez deel. Mevrouw Deprez doet opmerken dat de ‘Bibliographie van den Vlaamschen Taalstrijd’ door Th. Coopman en J. Broeckaert (zonder registers) niet zo onbruikbaar is, maar dat registers wel zeer welkom zouden zijn.
| |
| |
| |
Vergadering van 13 juli 1988
Plenaire vergadering
Aanwezig: de heren Keersmaekers, voorzitter, Lampo, ondervoorzitter, en Hoebeke, vast secretaris;
de heren Roelandts, Vanacker, Van Elslander, Leys, Decorte, De Belser, Couvreur, Deschamps, Van Herreweghen en Veulemans, leden;
de heer Langvik-Johannessen, buitenlands erelid.
Afwezig met kennisgeving: mevrouw Deprez, mevrouw D'haen, de heren Lissens, Weisgerber, Roose, Coupé, Hadermann, Goossens, De Paepe, Willemyns, Janssens en Spillebeen, leden;
mevrouw Rosseels en de heren Walschap, Pauwels en Demedts, binnenlandse ereleden.
| |
Agenda
Opening van de vergadering
De Voorzitter opent de vergadering om 14.15 u.
| |
Vaststelling van de agenda
De agenda wordt niet gewijzigd.
| |
Notulen
De notulen van de plenaire vergadering en van de commissievergaderingen van 15 juni 1988 worden goedgekeurd.
| |
Mededelingen van de vaste secretaris
Gelukwensen.
1. | Op zaterdag 9 juli jl. werd ons binnenlands erelid Gerard Walschap 90 jaar. De Vaste Secretaris deed hem namens de Academie op 8 juli een telegram met felicitaties toekomen. |
2. | Op 28 juni jl. werd collega Coupé 70 jaar. De Vaste Secretaris bood hem bij brief van 27 juni ons aller gelukwensen aan. |
| |
| |
De heer Coupé deed al op 28 juni zijn dankbetuiging op het secretariaat toekomen.
| |
Mededelingen en voorstellen van het bestuur
I. De deelneming van de Academie aan de manifestatie ‘Vlaanderen leeft’.
De Voorzitter brengt de Academie ervan op de hoogte, dat de Vaste Secretaris op 5 juli jl. op het kabinet van de Gemeenschapsminister van Cultuur een tweede voorbereidende vergadering heeft bijgewoond en nu beschikt over concreter gegevens betreffende de inhoud die de projectleider aan de manifestatie wil geven en de richting die de meeste deelnemers willen inslaan. De vergadering van 5 juli was trouwens gewijd aan de organisatie van de activiteit i.v.m. de literatuur.
De Voorzitter stelt dan voor, dat de Vaste Secretaris verslag uitbrengt over deze vergadering, inz. betreffende de vraag wat van de Academie verwacht wordt.
De Vaste Secretaris doet dan mededeling van de namen van de verenigingen en instellingen die hun medewerking aan de manifestatie al definitief hebben toegezegd en geeft ook een overzicht van de verschillende voorstellen die ter tafel werden gebracht. Voorts karakteriseert hij ook de visie die de deelnemers over het algemeen op de happening hebben: de grote meerderheid is het er met de projectleider over eens, dat de manifestatie moet worden opgevat als ‘animatie’ en ‘performance’. Volgens sommigen van de aanwezigen mag er geen plaats zijn op ‘Vlaanderen leeft’ voor academische tentoonstellingen en toespraken en wat voor de literatuur in aanmerking wordt genomen mag in het verleden niet verder teruggaan dan de jaren '60. De Vaste Secretaris heeft daarbij de opmerking gemaakt, dat de Academie met ‘animatie’ en ‘performance’ geen ervaring heeft en dat er voor wat ze wel had willen organiseren nl. een goed colloquium of een panel over het vertalen van Vlaams literair werk naar vreemde talen, de tijd ontbreekt. Voorts heeft hij aan de projectleider ook meegedeeld, dat de Academie in haar vergadering van 13 juli 1988 een beslissing zou nemen betreffende haar deelneming aan de manifestatie ‘Vlaanderen leeft’.
Na bespreking en overleg beslist de Academie van de deelneming aan de bedoelde manifestatie af te zien. De Vaste Secretaris zal de Minister van deze beslissing op de hoogte brengen.
| |
| |
| |
II. Voorstel om de twee julivergaderingen van de Academie met een week te vervroegen.
Aan het einde van de plenaire vergadering van 15 juni jl. heeft de heer Leys het Bestuur er attent op gemaakt, dat de vergadering te Beauvoorde dit jaar wel erg laat valt en gevraagd of in de toekomst de julivergadering te Gent niet kan worden verschoven naar de eerste woensdag van juli en de vergadering te Beauvoorde naar de tweede woensdag van de maand. Het Bestuur heeft toen bij monde van de Vaste Secretaris beloofd de vraag in overweging te nemen.
De Vaste Secretaris heeft er de aandacht van de andere bestuursleden op gevestigd, dat de gewenste verschuiving wel kan worden doorgevoerd, maar niet zonder enige bezwaren: de vergadering te Beauvoorde vindt sedert 1979 geregeld de derde woensdag van juli plaats, met een uitzondering in het jaar 1983 (op 13 juli), omdat de derde woensdag op 20 juli en te dicht bij 21 juli viel. Sinds 1984 zijn de vaste openingstijden van het kasteel (en het park) ook meegedeeld aan het Commissariaat-generaal voor Toerisme, aan de toeristische informatiebureaus van provincies en gemeenten en aan de redacties van reisgidsen, zelfs in het buitenland. Deze regeling is ook bij de ingang van het park sinds jaren geafficheerd. Ze werd getroffen om te vermijden, dat bezoekers en toeristen op de dag van de vergadering (en op de twee voorafgaande dagen, die besteed worden aan de voorbereiding van de vergadering van de Academie), zich nutteloos bij de ingang aanmelden en onverrichter zake weg moeten gaan.
N.a.v. de bespreking met en een nadere toelichting door de Vaste Secretaris doet het Bestuur het volgende voorstel: de huidige regeling behouden, met dien verstande dat in de jaren waarin de derde woensdag van juli in de week van 21 juli valt, onze julivergaderingen met een week worden vervroegd.
Uit de gedachtenwisseling die aan het voorstel wordt gewijd, trekt de Voorzitter het besluit dat het verkieslijk is de kwestie in de vergadering van 19 oktober e.k. opnieuw ter tafel te brengen.
| |
Geheime zitting
I. Toekenning van de prijzen van de Academie.
Na kennisneming en bespreking van de verslagen van de jury's worden de volgende prijzen toegekend:
| |
| |
| |
1. Prijzen voor Taalkunde:
- | aan de heer Victor Mennen, Molenstraat 13, 3900 Lommel, voor zijn studie: ‘Toponymie van de Vrijheid Lommel’; |
- | aan de heer Luc Draye, Belsenakenstraat 32, 3020 Herent, voor zijn studie ‘Historisch-vergleichende Phonologie des mittelalterlichen Niederländisch und Deutsch’. |
De som verbonden aan deze prijzen bedraagt telkens 50.000 F.
| |
2. Fondsprijzen:
- | August Beernaertprijs (periode 1986-1987), ten bedrage van 50.000 F.: aan de heer Ludo Simons, Clementinastraat 40, 2016 Antwerpen, voor zijn studie: ‘Geschiedenis van de uitgeverij in Vlaanderen. De twintigste eeuw’; |
- | Arthur Merghelynckprijs voor poëzie (periode 1985-1987), ten bedrage van 20.000 F.: aan de heer Dirk De Geest, Poortveldenplein 17/4, 3220 Aarschot, voor zijn essay over gedichten ‘Onder woorden’; |
- | Arthur Merghelynckprijs voor proza (periode 1985-1987), ten bedrage van 20.000 F.: aan de heer Hugo Bousset, Waterpoelstraat 71, 1641 Alsemberg, voor zijn essay ‘Grenzen verleggen. De Vlaamse prozaliteratuur 1970-1986’; |
- | Leonard Willemsprijs (periode 1986-1987), ten bedrage van 50.000 F.: aan de heer Jozef D. Janssens, Voskapelstraat 13, 1980 Tervuren, voor zijn gezamenlijk oeuvre op het gebied van de Middelnederlandse literatuurstudie. |
De Nestor De Tièreprijs (periode 1986-1987), de Jozef Van Ginderachterprijs (periode 1984-1987), de Lode Baekelmansprijs (periode 1985-1987) en de Prof. dr. Leon Elautprijs (periode 1986-1987) werden niet toegekend.
Over het al of niet toekennen van de Joris Eeckhoutprijs (periode 1986-1987) werd nog geen beslissing genomen.
N.a.v. de bespreking van de verslagen van de jury's doet de heer Veulemans opmerken, dat de jury belast met de beoordeling van de voor de Arthur Merghelynckprijs ingezonden werken problemen heeft gehad met de vraag betreffende het al dan niet verplicht inzenden van de werken. Hij vraagt dat het Bestuur daar in de nabije toekomst eens aandacht wil aan besteden.
De Voorzitter antwoordt daarop dat wat de heer Veulemans vraagt in de eerstvolgende vergadering van het Bestuur ter tafel zal worden gebracht.
| |
| |
| |
II. Verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie.
Het verslag van de vergadering van de Bestuurscommissie van 28 juni 1988 wordt aan de Academie voorgelegd.
|
|