| |
| |
| |
Vergaderingen van 16 april 1986
I. Plenaire vergadering
Aanwezig: de heren Deschamps, voorzitter, De Belser, ondervoorzitter, en Hoebeke, vast secretaris;
de heren Lissens, Roelandts, Demedts, Gysseling, Van Elslander, Weisgerber, Decorte, mevrouw D'haen, de heren Hadermann, Couvreur, Lampo, Van Herreweghen en Geerts, leden;
de heer Vanderheyden, binnenlands erelid;
de heer Langvik-Johannessen, buitenlands erelid.
Afwezig met kennisgeving: de heren Vanacker, Jonckheere, Moors, Leys, mevrouw Deprez, de heren Coupé, Goossens, Keersmaekers, De Paepe, Willemyns, mevrouw Rosseels en de heer Janssens, leden;
de heer Rombauts, binnenlands erelid.
| |
Agenda
Notulen
De notulen van de plenaire vergadering en van de commissievergaderingen van 19 maart 1986 worden goedgekeurd.
| |
Mededelingen van de vaste secretaris
1. Vertegenwoordiging van de Academie. - De heer Deschamps, voorzitter, vertegenwoordigde op 23 maart jl. de Academie op de feestelijkheden n.a.v. het honderdjarig bestaan van de Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen.
Op 25 maart 1986 vertegenwoordigde de heer Decorte de Academie op de prijsuitdeling van SABAM te Brussel.
De heer De Belser, ondervoorzitter, vertegenwoordigde op 9 april 1986 in het Ontmoetingscentrum Krankhoeve te Bonheiden de Academie op de huldiging van de heer Jonckheere n.a.v. zijn tachtigste verjaardag. Tijdens deze plechtigheid werd Jonckheeres nieuw ‘Herinneringenboek’ Vraag me geen leugens voorgesteld.
| |
| |
2. Onderscheiding. - Op 20 maart jl. ontving de heer Jonckheere voor zijn gezamenlijk literair oeuvre ‘de premie van de provincie Antwerpen’.
3. Dankbetuiging. - Bij brief van 28 maart 1986 dankt de heer Fens de vaste secretaris voor de gelukwensen die hij t.g.v. zijn verkiezing tot buitenlands erelid mocht ontvangen. De heer Fens laat tevens weten, dat hij de benoeming aanvaardt.
4. Gelukwensen. - Het secretariaat deed aan de heer Jonckheere ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag (9 april 1986) de gelukwensen van de Academie toekomen.
5. Jubileumviering.
Het verslag van de vergadering van de voorbereidingscommissie van 10 april 1986 werd in de ochtend aan de leden overhandigd.
| |
Voorstellen van het bestuur
Levensberichten van overleden leden.
De voorzitter brengt namens het bestuur het voorstel ter tafel om in de toekomst weer de levensberichten van overleden leden in het Jaarboek op te nemen. Daardoor zou aangeknoopt worden bij een traditie die in 1959 werd afgebroken en zouden de voorzitters de in memoriams kort kunnen houden. Voor het schrijven van de levensberichten zou een beroep worden gedaan op een lid wiens werkterrein het best overeenstemt met dat van de overledene.
Na de discussie, waaraan de heren Van Elslander, Geerts en Decorte, de voorzitter en de vaste secretaris deelnemen, blijkt een consensus te bestaan om op het voorstel in te gaan. De vraag of ook voor de overleden ereleden (buiten- en binnenlandse) een levensbericht zou worden geschreven, wordt positief beantwoord. Er wordt wel overeengekomen, dat de lacune 1960-1985 niet zal worden aangevuld.
De vaste secretaris vestigt dan de aandacht op een financieel probleem: in 1966 heeft het Rekenhof (nota van 18.5.66) er zich tegen verzet, dat de jaarboeken (die een administratief karakter hebben) nog van de gelden van het Nationaal Fonds voor de Letterkunde werden gedrukt en sedertdien worden de drukkosten van de jaarboeken betaald op art. 12.02 (vroeger 12.03), d.i. het artikel voor bureau- en werkingskosten. In 1979 werden echter de eerste tekenen van de crisis merkbaar en wer- | |
| |
den de kredieten op bovenvermeld artikel sterk verminderd. De jaarboeken 1980 en 1981 werden trouwens in een schraal bundeltje samen uitgegeven. Op dit ogenblik mag de jaarlijkse kostprijs voor het publiceren van de jaarboeken niet meer dan 50.000 F. bedragen, tenminste indien we andere noodzakelijke uitgaven voor de werking niet onmogelijk willen maken. Begrotingsvoorstellen die het verkrijgen van een hoger krediet beoogden werden tot nog toe niet ingewilligd.
Na een korte discussie wordt besloten, dat de vaste secretaris aan de overheid een brief zal richten, waarin op de desiderata van de Academie wordt gewezen en op een verhoging van het krediet op art. 12.02 wordt aangedrongen.
| |
Geheime zitting
1. Lidmaatschap. - De vaste secretaris doet voorlezing van het vertrouwelijk verslag van de vergadering van de commissie belast met het voordragen van twee kandidaten voor de opvolging van wijlen de heer Opperman, buitenlands erelid.
2. Academische prijsvragen. - De volgende prijsvragen worden uitgeschreven voor 1989:
LETTERKUNDE
- ‘Een studie over de middelnederlandse vertalingen van preken van Bernardus van Clairvaux’;
- ‘Werkelijkheid en fictie in het Reynaertlandschap. De rol van ruimte en naamgeving’.
Het voorstel van de commissie voor de prijsvragen om aan elke prijs een bedrag van 50.000 F. te hechten wordt goedgekeurd.
3. Verslag van de vergadering van de bestuurscommissie. - Het verslag van de vergadering van de bestuurscommissie van 9 april 1986 wordt aan de Academie voorgelegd en goedgekeurd.
| |
II. Commissievergaderingen
Vaste commissie voor onderwijs en Nederlandse lexicografie
Verslag door de heer Hoebeke, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren Couvreur, voorzitter, Geerts, ondervoorzitter, en Hoebeke, secretaris;
| |
| |
de heren Roelandts, Gysseling en Hadermann, leden.
Hospiterende leden: de heren Demedts, Decorte, mevrouw Deprez, de heren De Belser, Deschamps, Lampo, De Paepe, Van Herreweghen en Janssens;
de heer Vanderheyden, binnenlands erelid;
de heer Langvik-Johannessen, buitenlands erelid.
Afwezig met kennisgeving: de heren Vanacker, Moors, Leys, Coupé, Goossens, Keersmaekers en Willemyns, leden;
de heer Rombauts, binnenlands erelid.
| |
Agenda
‘Waarom is het Nederlands geen internationale taal geworden?’, lezing door de heer Geerts.
In de recente discussies over de wenselijkheid om voor het Nederlands een plaats(je) op te eisen op het internationale forum is herhaaldelijk het argument gebruikt dat Nederland daar te onbelangrijk voor is, te weinig macht voor heeft. Dat leidt naar de vraag of macht zonder meer voldoende is om van gesprekspartners talige convergentie af te dwingen. En vervolgens kan men zich dan afvragen waarom het Nederlands in de glorietijd van de Republiek geen wereldtaal is geworden. Toen behoorde Nederland tot de machtigste landen ter wereld, maar nergens heeft het Nederlands zich definitief kunnen handhaven.
Er moeten dus (ook) andere factoren een rol spelen...
Aan de discussie namen deel: de heren Langvik-Johannessen, Deschamps, Roelandts en Couvreur.
(De tekst werd in de Verslagen en Mededelingen opgenomen onder de titel ‘De internationale verspreiding van het Nederlands in glorierijke dagen’; zie jg. 1986, Afl. 1, blz. 132-152).
| |
Vaste commissie voor cultuurgeschiedenis
Verslag door de heer Lampo, lid-secretaris.
Aanwezig: de heren De Paepe, voorzitter, Van Herreweghen, ondervoorzitter, en Lampo, secretaris;
de heren Lissens, Demedts, Van Elslander, Decorte, mevrouw Deprez, de heren De Belser, Deschamps en Janssens, leden.
Hospiterende leden: de heren Roelandts, Gysseling, Hoebeke, Hadermann, Couvreur en Geerts;
| |
| |
de heer Vanderheyden, binnenlands erelid;
de heer Langvik-Johannessen, buitenlands erelid.
Afwezig met kennisgeving: de heer Jonckheere en mevrouw Rosseels, leden;
de heer Rombauts, binnenlands erelid.
| |
Agenda
‘Het fenomeen van de literaire tijdschriften in de jaren 1960’, lezing door de heer Lissens.
Tijdens de roerige jaren 1960 ontwikkelt het Vlaams literair tijdschriftwezen een tot dan toe nooit geziene activiteit. Opvallend is het aantal, meestal efemere, tijdschriften die kort voor en in de loop van het decennium ontstaan. Ze spelen perfect in op de wisselingen van de tijd en vinden er een spontane uitdrukking voor die het boek niet in die mate te zien geeft.
In de aanloopjaren 1956-1959 wordt een klein dozijn nieuwe tijdschriften opgericht. Ze verschijnen naast de oude gevestigde, Dietsche Warande en Belfort, De Vlaamse Gids en Nieuw Vlaams Tijdschrift, en naast die van de Vijfenvijftigers, Het Kahier, Gard Sivik en De Tafelronde. Van 1960 tot begin 1966, nauwelijks een goede zes jaar, komen ruim dertig nieuwe tijdschriften tot stand; elf zijn gestencild, daaronder de opmerkelijkste: Labris en een viertal bladen waarrond de contestatie zich concentreert.
Een onderzoek van de belangrijkste tijdschriften leidt tot volgende constateringen:
1. | Duidelijk is de internationale oriëntering. Deze blijkt uit de vele vertalingen van progressieve teksten, de opname van teksten in vreemde talen, voorts allerlei informatie. |
2. | Labris is het belangrijkste literair undergroundblad en drijft vaak het taalexperiment door onder inspiratie van de jazz, die intense belangstelling geniet. |
3. | De zgn. ‘gestencilde revolutie’ wordt vooral vertegenwoordigd door Bok, dat de lont in het kruit werpt, Heibel, Mep, Daele en Totems. Deze bladen vertalen in het literair milieu de geest van contestatie waarvan de werking op grote schaal in de samenleving wordt waargenomen. Behalve Heibel, dat in die jaren een christelijke achtergrond heeft, zijn ze agressief vrijzinnig en antireligieus. Het zijn geen literairprogrammatische maar in hoofdzaak kritisch-polemische bladen. Ze evolueren globaal gezien van een anarchistisch vrijheidsbeleven naar het
|
| |
| |
| provotariaat. Totems vertegenwoordigt het stadium waarin onder de druk van het sociaal-politiek engagement het grootste onbehagen tegenover de literatuur heerst. |
4. | Ruimten introduceert de pop-art en is een voorloper van het nieuw-realisme. Dit laatste krijgt geleidelijk gestalte in Yang, Kreatief en Revolver. |
5. | Diagram en Komma zijn van het grootste belang voor het vernieuwend proza dat zich van de werkelijkheid weg naar het autonoom gestructureerd werk ontwikkelt. |
6. | Naast het nieuw-realisme komt een neo-experimentele strekking op, met name in Morgen en Impuls. |
7. | In 1970 treedt de zgn. stille generatie aan in Witte Bladen, symbool van het einde van een beroering, al zetten diverse op gang gekomen tendensen zich door in de literaire produktie. |
Aan de discussie namen deel: de heren Janssens, Geerts en Van Herreweghen.
|
|