Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1979
(1979)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |||||||||
De Straatsburgse fragmenten van de ‘Spiegel Historiael’
| |||||||||
[pagina 78]
| |||||||||
ontwerpbrief op, waarin hij de terugzending van het fragment aankondigde. Voorlopig verzond hij die brief echter niet, waarschijnlijk omdat hij hoopte dat een ander lid de fragmenten zou uitgeven. Stilaan raakten de fragmenten vergeten. In 1968 kreeg ik van M. Gilliams, vast secretaris, al de Middelnederlandse fragmenten in het bezit van de Academie in bruikleen. Ik maakte hem erop attent dat zich daaronder Straatsburgse fragmenten bevonden. Ik adviseerde hem ze terug te zenden, maar dat deed hij blijkbaar niet, waarschijnlijk omdat na zovele jaren het terugzenden een kiese aangelegenheid was geworden. In 1977 begon J.A.A.M. Biemans, student aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, aan een scriptie over de fragmenten van de Spiegel Historiael, die in tal van bibliotheken binnen en buiten het Nederlandse taalgebied worden bewaard. In de B.N.M. te Leiden vond hij de Straatsburgse fragmenten vermeld. Hij verzocht de Bibliothèque Municipale te Straatsburg om een microfilm, maar conservator Bernard Rolling antwoordde hem op 10 mei 1977 dat bedoelde fragmenten zich niet meer in de Bibliothèque Municipale bevonden. Op 24 mei verzocht J.A.A.M. Biemans de Academie om inlichtingen over een foto van een fragment van de Spiegel Historiael, die zich volgens de B.N.M. in de Academie bevond. Die foto bleek een afbeelding van een gedeelte van een fragment van de Derde Partie te zijn, dat zich eertijds in het bezit van ir. Paul Vereecke te Antwerpen bevond en thans eigendom is van C. Neuhuys, conservator van het Maerlant-Museum te Damme. Tevens informeerde J.A.A.M. Biemans, of er in de Academie nog andere fragmenten van de Spiegel Historiael werden bewaard. Op 8 juni 1977 werden de Straatsburgse fragmenten in de vergadering van de Bestuurscommissie ter sprake gebracht. Op 14 juni 1977 deelde M. Hoebeke, vast secretaris, J.A.A.M. Biemans mede dat er zich in de Academie fragmenten van de Spiegel Historiael bevonden, die in 1910 door de Stadtbibliothek te Straatsburg in bruikleen waren gezonden, en nodigde hem tot een onderhoud in de Academie uit. Dat onderhoud had op 1 juli 1977 plaats. De uitgave van de fragmenten werd aan M. Gysseling en aan mij toevertrouwd. Wij onderzochten de fragmenten en bevonden dat zij tegenover hs. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, Akad. XX te weinig belangrijke varianten bevatten om een uitgave te verantwoordenGa naar voetnoot(1). In | |||||||||
[pagina 79]
| |||||||||
de plenaire vergadering van 15 februari 1978 deelden wij mede dat wij verkozen van de uitgave af te zien. Toen in dezelfde vergadering bleek dat geen ander lid ze wenste uit te geven, werd er besloten de fragmenten, nadat ze zouden zijn gefotografeerd en codicologisch beschreven, aan de Bibliothèque Municipale te Straatsburg terug te sturen. Ik werd belast met het laten fotograferen en met de codicologische beschrijving van de fragmenten. Zij werden in de Koninklijke Bibliotheek te Brussel op ware grootte gefotografeerd. De negatieven en afdrukken bevinden zich in voornoemde bibliotheek, afdrukken in de Academie. De codicologische beschrijving volgt hierna. De Bibliothèque Municipale te Straatsburg werd reeds door M. Hoebeke op de hoogte gebracht. De verdere speurtocht van J.A.A.M. Biemans naar fragmenten van de Spiegel Historiael werd met succes bekroond: hij kwam fragmenten van een derde handschrift in vier kolommen, als hs. 1703, 132 in de Universiteitsbibliotheek te Graz berustend, op het spoorGa naar voetnoot(2) en bevond dat het fragment E. Puissant, reeds in de B.N.M. opgenomen, thans als hs. 1303 in de Universiteitsbibliotheek te Bergen bewaard, tot een vierde handschrift in vier kolommen heeft behoord. Op 5 juli 1978 legde hij cum laude zijn doctoraal examen af. Zo spoedig mogelijk wil hij op hetzelfde onderwerp promoverenGa naar voetnoot(3). | |||||||||
2. BeschrijvingDe fragmenten bestaan uit twee bij elkaar passende stroken uit een perkamenten blad van een handschrift in drie kolommen. Dat blad werd overlangs in vier stroken gesneden. De twee middelste stroken zijn bewaard gebleven. Op de recto- en de versozijde is de middelste kolom | |||||||||
[pagina 80]
| |||||||||
gaaf overgeleverd, van de eerste en de derde kolom is telkens de eerste of de tweede helft verloren gegaan. Zo bevatten de twee stroken, zowel op de recto- als op de versozijde, de tweede helft van de eerste kolom, de volledige tweede kolom en de eerste helft van de derde kolom. De eerste strook meet 324 à 325 × 62 à 65 mm en is boven ca. 15 mm en beneden niet besnoeid; de tweede strook meet 320 à 322 × 65 à 66 mm en is boven ca. 10 mm en beneden ca. 5 mm ingekort. Oorspronkelijk moet het blad, waartoe de twee stroken hebben behoord, ca. 340 × 260 mm hebben gemeten. De twee volledig bewaarde en de vier half bewaarde kolommen tellen elk 50 regels. Het volledige blad telde dus 300 verzen, waarvan er 100 volledig en 200 half zijn bewaard. Het schrift is een leesbare, maar niet bijzonder fraaie littera textualis, daterend uit de tweede helft van de 14de eeuw. De beginletters van de verzen springen uit en zijn rood doorstreept. Op de rectozijde bevinden zich drie rode lombarden van twee regels hoog en drie rode paragraaftekens, op de versozijde vier rode lombarden van twee regels hoog en tien rode paragraaftekens. In de derde kolom van de rectozijde is een lombarde niet ingevuld. De letter volgend op een lombarde is telkens groot geschreven en rood doorstreept. Midden in de bovenste marge van de rectorzijde is nog een haal van een rode foliëring bewaard gebleven. Op de versozijde vertoont de eerste letter van de middelste kolom een rood doorstreepte kadel. In beide stroken bevindt zich een overlangse vouw, waarin bindgaatjes voorkomen. Blijkens bruine vlekken waren zij tegen de binnenzijde van het voor- en het achterbord van een handschrift of een boek geplakt. Links in de onderste marge van de rectozijde van de eerste strook en links in de onderste marge van de versozijde van de tweede strook bevindt er zich een ronde blauwe stempel: stadtbibliothek strassburg i/e. Op de rectozijde van de eerste strook is onder de voornoemde stempel met potlood de signatuur geschreven: M 837b. | |||||||||
3. InhoudDe Spiegel Historiael, Eerste Partie, boek VIII, kap. 32-75 bevat ‘bloeme’ uit SenecaGa naar voetnoot(4). Zij zijn bewerkt naar Martinus van Braga, De quattuor virtutibus of Formula honestae vitae, sedert de 12de eeuw aan Seneca toegeschreven, en naar Vincentius van Beauvais, Speculum historiale, | |||||||||
[pagina 81]
| |||||||||
liber IX, cap. 102-136. Van die ‘bloeme’ zijn in de Straatsburgse fragmenten overgeleverd: kap. 37, vs. 19-68 (kleinere tweede helft) en vs. 69-90 (volledig); kap. 38, vs. 1-24 (volledig); kap. 39, vs. 1-4 (volledig) en vs. 5-20 (eerste helft); kap. 40, vs. 1-34 (eerste helft) en vs. 35-40 (kleinere tweede helft); kap. 41, vs. 1-44 (kleinere tweede helft) en vs. 45-50 (volledig); kap. 42, vs. 1-44 (volledig) en vs. 45 en 46 (kleinere tweede helft); kap. 43, vs. 1-34 (kleinere eerste helft); kap. 44, vs. 1-14 (kleinere eerste helft). In de Straatsburgse fragmenten hebben de kapittels geen opschriften; in hs. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, Akad. XX zijn kap. 37-44 resp. getiteld: Seneca van groter gerechtecheden, Van beschedenre wijsheit, Van beschedenre stoutheit, Van beschedenre maten, Van iiij dogheden den slotel, Senecaes prouerbien, Seneca in sine leringhe en Vanden seluen dingen. Het incipit van de twee bij elkaar passende fragmenten luidt: [In desen soudstu minnen g]ode [Volgestu sinen ghebo]de [Dattu alden lieden wils] vromen [Ende niemene te scaden co]men...; het explicit: Men es dan [goedertieren here] Gherne on[derdanech sere] Want die m[enscelike zin] Heuet ene [fierheit in]. | |||||||||
4. TaalDe taal van de fragmenten is Westvlaams getint. zulks blijkt uit de volgende dialectische eigenaardigheden:
| |||||||||
[pagina 82]
| |||||||||
| |||||||||
5. VariantenBehalve klank-, spelling- en vormvarianten, die we meestal onvermeld hebben gelaten, bevatten de Straatsburgse fragmenten een aantal lezingen, die van hs. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, Akad. XX afwijken. Telkens vermelden we eerst de lezing van het Haagse handschrift, daarna die van de Straatsburgse fragmentenGa naar voetnoot(5). Kap. 37: 46 verwerren - vererren 67 fel - [h]arde fel 68 wel - vele wel 70 sietmen wat meende - mach men zien wat men meende 72 of - al 74 bi te broken - meide te broken 75 in grotere - in wel groter 80 Dore ontbeiden alsonder - Wel durren ombiden sonder 81 sekerhede - onseikerheide 82 Soudstu - Saltu 87 Soutstu - Saltu 89 Die si - Die di Kap. 38: 1 Merc - NV merc 3 bloetheit - loosheit 9 wel bloot - bloot 10 Nv cleene vruchtende ende nv groot - Noch clene vruchtende no groot 13 toghen - wisen 14 Siet tgeene es der - Siet gonder der 15 simpelhede - suptijlheide 17 Jnt ende sal di al tfolc dan - Al tvolc sal di int ende dan 19 onreinre strate - onreinen state 22 Indie middelt waghescale - In de middel der wagescale Kap. 39: 2 niet en - niene 3 verheffet - verheffe 7 Niet haestech - Haestech 9 Wintbraeuwen sittende - Winbrawe se [ttende] 20 Noch te sine bloot - No te bloot te [sine] Kap. 40: 6 Scijnt - Stijnct 20 souts - soudt 21 Maer smekers - Smekers 22 Met doghene hem - Ne dooch in 23 Dat si - Of si 25 Noch so hart - Ne wes te ha[rt] 27 Ghene goedertierheit - Goedertierhe[it] 39 jemens oude - [iem]en te houde | |||||||||
[pagina 83]
| |||||||||
Kap. 41: 5 straten - strate 18 grammen - [gram]mer 43 dinen - dijn 45 Sie - Sich 48 swigende - zwigen 50 Coensti - Constu Kap. 42: 1 NJemen en can hem so gedecken - NJemene can hem so berecken 2 Dat hi dat jet can gemecken - Dat hi dat yet can gedecken 4 truffe - eist truffe 5 keert hem die zin - verkeert die sin 7 waerheit - wareiden 9 vrecheit - wreetheit 19 Gheenen mensche noch ghenen diere - Ne genen mensce no ne genen diere 20 tsine - te weisene 21 Dan - Danne 26 elc anderen mede - elc meide elc andren 28 Niet en es - Niet es 38 Daer hi hem met - Daer hijt meide 42 cleinen dieren - clene dierkin 43 vele mater - veile meerre 44 ouer al - bouen al Kap. 43: 6 die selue soe - soe sel[ue die] 7 doghen borghen - dogen m[et borghen] 12 en machmen - ma[chmen] 14 aldie - alde 19 Mach hijt doen behouden vare - Ende altoos [behouden vare] 20 Dan oft - Als of 24 Niet en es houesch - Die nes no [houesch] 28 Sachte - Sochte 34 Mesdadicheit - Genoegen Kap. 44: 3 also - als 6 Dat die - Dattie
In het Speculum historiale, liber IX, cap. 105 bevindt zich de spreuk: Nemo potest diu personam ferre fictam. Die spreuk kan vrij worden vertaald: Niemand vermag zich geruime tijd als iemand anders voor te doen. In de drie volledige handschriften van de Eerste Partie van de Spiegel Historiael, nl. 's-Gravenhage, Koninklijke Bibliotheek, Akad. XX; Brussel, Koninklijke Bibliotheek, II 1171 en Leiden, Bibliotheek der Rijksuniversiteit, B.P.L. 1291, wordt die spreuk resp. als volgt weergegeven: NJemen en can hem so gedecken Dat hi dat jet can gemecken; NJemen can hem so gedecken Dat hi dat yet can gemecken en Nyement en can hem so gherecken Dat hi yet can bedecken. Op die plaats hebben de Straatburgse fragmenten, samen met het Leidse handschrift, een lezing, die de oorspronkelijke kan zijn: NJemene can hem so berecken Dat hi dat yet can gedecken. Hem berecken of hem gerecken, zich beheersen, zich beheerst gedragen, beheerst optreden levert een betere betekenis op dan gemecken (= gemicken), beramen, overleggen, juist berekenenGa naar voetnoot(6). |
|