Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1977
(1977)– [tijdschrift] Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde– Auteursrechtelijk beschermdVerslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1977. Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, Gent 1977
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Academie voor Nederlandse taal- en letterkunde (nieuwe reeks). Jaargang 1977 uit 1977.
De Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren beijvert zich voor het verkrijgen van toestemming van alle rechthebbenden; eenieder die meent enig recht te kunnen doen gelden op in dit tijdschrift opgenomen bijdragen, wordt verzocht dit onverwijld aan ons te melden (dbnl.auteursrecht@kb.nl).
redactionele ingrepen
p. 319: op deze pagina staan grote accolades die meerdere regels overspannen. Dit is in deze digitale versie niet weer te geven, daarom wordt op elke betreffende regel de accolade met de woorden die er op volgen herhaald.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. 152, 380, 382, 384, 386) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[Deel 1, voorplat]
1977
Aflevering 1
VERSLAGEN EN MEDEDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
NIEUWE REEKS
1977
SECRETARIAAT DER ACADEMIE, KONINGSTRAAT 18
GENT
[Deel 1, binnenkant voorplat]
INHOUD
1977 - Aflevering 1
1. | De vrouw in de poëzie van Van Langendonck en Elsschot, door Pieter G. BUCKINX | 1 |
2. | De status van Jan van Mussem en zijn Rhetorica, door Jan F. VANDERHEYDEN | 13 |
3. | Taalbeheersing. Jan van Mussem en zijn Rhetorica, door Jan F. VANDERHEYDEN | 55 |
4. | Twee- en drieledigheid in de ‘stijl’ van Jan van Mussem. Kanttekeningen bij zijn Rhetorica, door Jan F. VANDERHEYDEN | 73 |
5. | Westvlaams ‘heerschu’, door A. VAN LOEY | 95 |
6. | De voornaam ‘Frans’, door A. VAN LOEY | 101 |
7. | Het prospectus van de eerste reeks van het tijdschrift ‘Van Nu en Straks’. Drukgeschiedenis en betekenis, door J. Paul LISSENS | 109 |
8. | Nog eens ‘lachen’ en ‘goochelen’, door William G. MOULTON | 141 |
[Deel 2, voorplat]
1977
Aflevering 2
VERSLAGEN EN MEDEDELINGEN VAN DE KONINKLIJKE ACADEMIE VOOR NEDERLANDSE TAAL- EN LETTERKUNDE
1977
SECRETARIAAT DER ACADEMIE, KONINGSTRAAT 18
GENT
[Deel 2, binnenkant voorplat]
INHOUD
1977 - Aflevering 2
1. | Onbekende Middelnederlandse maanvoorzeggingen uit Brugge, door W.L. BRAEKMAN | 153 | |
2. | Toekenning van de Guido Gezelleprijs (Tijdvak 1972-1976), verslag van Christine D'HAEN | 190 | |
3. | Verslagen over academische prijsantwoorden: | ||
- | De beeldspraak van Hadewijch, door J. REYNAERT: | ||
Verslag van A. VAN ELSLANDER | 193 | ||
Verslag van E. ROMBAUTS | 197 | ||
Verslag van B. DECORTE | 200 | ||
- | Een studie over het werk en de literaire opvattingen van Cornelis van Ghistele, door Mireille VINCK-VAN CAEKENBERGHE: | ||
Verslag van A. VAN ELSLANDER | 202 | ||
Verslag van E. ROMBAUTS | 206 | ||
Verslag van L. ROOSE | 209 | ||
- | Wagner en Vlaanderen (1844-1914). Een cultuurhistorische studie, door K. WAUTERS: | ||
Verslag van J. AERTS | 214 | ||
Verslag van A. DEPREZ | 217 | ||
Verslag van A. VAN ELSLANDER | 219 | ||
- | De Middelnederlandse vertalingen van de ‘Regula Sancti Benedicti’, door T. COUN: | ||
Verslag van J.F. VANDERHEYDEN | 220 | ||
Verslag van M. GYSSELING | 224 | ||
Verslag van M. HOEBEKE | 226 | ||
4. | Ambtenarij en literatuur, door B. DECORTE | 228 | |
5. | Drie Rijnsburgse refreinen te Rotterdam (1561) en hun Franse bron, door D. COIGNEAU | 239 | |
6. | Norbert Cornelissen en de ‘Républicain du Nord’ over Nelis en Von Franckenberg, door W. COUVREUR | 291 | |
7. | Over ‘Oudenaardse lemmers’ en nog wat, door M. HOEBEKE | 314 | |
8. | Opening van een iconografisch dispuut: tekende Victor Hugo in de jaren 1860 ‘N.D. de Coutances’ of ‘O.L.V. van Antwerpen’?, door G. SCHMOOK | 338 |
[ achterplat]
JAARGANG 1977
Inhoudstafel
Aflevering 1 | |||
1. | De vrouw in de poëzie van Van Langendonck en Elsschot, door Pieter G. BUCKINX | 1 | |
2. | De status van Jan van Mussem en zijn Rhetorica, door Jan F. VANDERHEYDEN | 13 | |
3. | Taalbeheersing. Jan van Mussem en zijn Rhetorica, door Jan F. VANDERHEYDEN | 55 | |
4. | Twee- en drieledigheid in de ‘stijl’ van Jan van Mussem, Kanttekeningen bij zijn Rhetorica, door Jan F. VANDERHEYDEN | 73 | |
5. | Westvlaams ‘heerschu’, door A. Van LOEY | 95 | |
6. | De voornaam ‘Frans’, door A. VAN LOEY | 101 | |
7. | Het prospectus van de eerste reeks van het tijdschrift ‘Van Nu en Straks’. Drukgeschiedenis en betekenis, door J. Paul LISSENS | 109 | |
8. | Nog eens ‘lachen’ en ‘goochelen’, door William G. MOULTON | 141 | |
Aflevering 2: | |||
1. | Onbekende Middelnederlandse maanvoorzeggingen uit Brugge, door W.L. BRAEKMAN | 153 | |
2. | Toekenning van de Guido Gezelleprijs (Tijdvak 1972-1976), verslag van Christine D'HAEN | 190 | |
3. | Verslagen over academische prijsantwoorden: | ||
- | De beeldspraak van Hadewijch, door J. REYNAERT: | ||
Verslag van A. VAN ELSLANDER | 193 | ||
Verslag van E. ROMBAUTS | 197 | ||
Verslag van B. DECORTE | 200 | ||
- | Een studie over het werk en de literaire opvattingen van Cornelis van Ghistele, door Mireille VINCK-VAN CAEKENBERGHE: | ||
Verslag van A. VAN ELSLANDER | 202 | ||
Verslag van E. ROMBAUTS | 206 | ||
Verslag van L. ROOSE | 209 | ||
- | Wagner en Vlaanderen (1844-1914). Een cultuurhistorische studie, door K. WAUTERS: | ||
Verslag van J. AERTS | 214 | ||
Verslag van A. DEPREZ | 217 | ||
Verslag van A. VAN ELSLANDER | 219 | ||
- | De Middelnederlandse vertalingen van de ‘Regula Sancti Benedicti’, door T. COUN: | ||
Verslag van J.F. VANDERHEYDEN | 220 | ||
Verslag van M. GYSSELING | 224 | ||
Verslag van M. HOEBEKE | 226 | ||
4. | Ambtenarij en literatuur, door B. DECORTE | 228 | |
5. | Drie Rijnsburgse refreinen te Rotterdam (1561) en hun Franse bron, door D. COIGNEAU | 239 | |
6. | Norbert Cornelissen en de ‘Républicain du Nord’ over Nelis en Von Franckenberg, door W. COUVREUR | 291 | |
7. | Over ‘Oudenaardse lemmers’ en nog wat, door M. HOEBEKE | 314 | |
8. | Opening van een iconografisch dispuut: tekende Victor Hugo in de jaren 1860 ‘N.D. de Coutances’ of ‘O.L.V. van Antwerpen’?, door G. SCHMOOK | 338 |