Venus minne-gifjens
(1622)–Anoniem Venus Minne-gifjens– AuteursrechtvrijVenus minne-gifjens. Cornelis Willemsz. Blau-Laecken, Amsterdam z.j. [1622]
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Leiden, signatuur: 1198 F 8
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Venus minne-gifjens uit 1622.
redactionele ingrepen
p. II: Gheliijck → Ghelijck: ‘Ghelijck een frisse Bloem staat op zyn struyck te bloeyen’.
p. V: schooone →schoone: ‘Ick heb ghesint een Nimphe schoone’.
p. 16r: wreeetheyt → wreetheyt: ‘Maer ach! de wreetheyt blijft begrave’.
p. 17v: ot → tot : ‘Dus merck ick tot myn verdriet’.
p. 39r: ghekrenckr → ghekrenckt: ‘Mijn eer die wort ghekrenckt, doort onbeschofte vrijen’.
Op de plaats van de volgende drie onleesbare fragmenten is [...] neergezet:
p. 1v: de hele laatste regel.
p. 35v: ‘[...] en lietse kuyeren heen’.
p. 48v: ‘Vermits de [...] in ghetal’.
Foutieve paginanummers zijn verbeterd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten.
[pagina I]
Venus Minne-gifjens,
Inhoudende
Veelderhande nieuwe Deuntjes, en Voysjens, oock andere
Liedekens, door verscheyden Componisten ghemaect, en noyt voor
desen in druck ghesien.
Als oock de verantwoordinghe van het Meniste Susjen.
Tot Amsterdam
By Cornelis Willemsz. Blau-Laecken, Boeck-vercooper, woonende in
S. Jansstraet, in ’t vergulde A.B.C.