Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse. Pandro vol van trouwen.
Ga naar margenoot+ VUilt wt den slaep ontspringhen
Ga naar margenoot+ Elck die in sonden leeft
Ga naar margenoot+ En wilt v vleesch bedwinghen
Eer v den tijt begheeft
Den dach die naect, daert al voor beeft
Alomme
Ga naar margenoot+ Siet toe weest op v hoede
Ga naar margenoot+ De wapen des lichts aencleeft
Ga naar margenoot+ Eer v den grooten dach met list aencomme.
Ga naar margenoot+ Den dach des Heeren vierich
Ga naar margenoot+ Sal comen onbedacht
Ga naar margenoot+ Ghelijck eenen dief ghierich
Is comende inder nacht Ga naar margenoot+
In welcke de hemelen sullen met cracht
Ga naar margenoot+ Bederuen
Ga naar margenoot+ De elementen sullen
Dan smelten seer onsacht
Door den anxt die elck dan sal verweruen.
Wanneer dien dach sal wesen
Dat Christus comen sal
Ga naar margenoot+ Sullen die stercke ruesen
Ga naar margenoot+ Dan schreyen ouer al
Want desen dach wert een gheschal
Der tranen
| |
[pagina 381]
| |
Eenen dach der tempeeste Ga naar margenoot+
En eenen duysteren val Ga naar margenoot+
So Iohels prophecien ons vermanen. Ga naar margenoot+
De menschen sullen weenen Ga naar margenoot+
Door vreese ionck en oudt
Haer bloet sal door tvereenen
Uerstorten menichfout
Haer vleesch sal zijn als dreck bedout Ga naar margenoot+
Uan drucke
Niet en sal haer beschermen
Siluer goet nochte gout
In desen wreeden dach der onghelucke.
Al dees eerdtsche landouwen
Moeten door tvier voorwaer Ga naar margenoot+
Sijnder ieloescher trouwen
Uerteert zijn openbaer
Want hy salt al ten eynde claer
Beschicken
Met al die inden lande
Leuen hier ende daer
Door synen grammen moet, en swaer verschricken.
Nieu hemel en nieu eerde Ga naar margenoot+
Uerwachten wy diuijn
Die hy met grooter weerde Ga naar margenoot+
Ons sal aenbiende zijn Ga naar margenoot+
Daeromme lieue broeders fijn Ga naar margenoot+
Wilt waken Ga naar margenoot+
Op dat ghy wert beuonden
Al voor zijn wreet aenschijn
Een wtuercoren vadt in alle saken
Keert v nv twert v boetsel
Wt uwen sondighen ganck
O ghy onsalich broetsel
Eer v dat oordeel stranck Ga naar margenoot+
Aencome met een listich beuanck
Des Heeren
Soect hem nv inder eerden
| |
[pagina 382]
| |
De daghen ws leuens lanck
Op dat ghy moecht ontulien, alsulck onteert.
Ureest den Heere. |
|