Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– AuteursrechtvrijC Op de wijse. Na tcasteel van Bijsteruelt.
Ga naar margenoot+ VUee v ghy ypocrijten, snoo guyten
Ga naar margenoot+ Ghy die Gods woort diuijn
Ia wilt tot ons verwijten, toe sluyten
Uoor alle menschen fijn
En wilt daer buyten zijn
Ga naar margenoot+ Ghy die der weduwen huysen
| |
[pagina 379]
| |
Dooreet, vreest v van dien Ga naar margenoot+
Met v ghebeden en schijn lanck van abuysen Ga naar margenoot+
Hoe meyndy doordeel tontulien. Ga naar margenoot+
Wee v ghy blinde leyders mispresen Ga naar margenoot+
Die den hoochmoet begheert Ga naar margenoot+
En zijt Gods woorts afscheyders ten desen
Door laster, druck en sweert Ga naar margenoot+
Wee v die Christum deert Ga naar margenoot+
Ghy die als witte grauen Ga naar margenoot+
Wat schijnt hier int aensien Ga naar margenoot+
En binnen zijt ghy als stinckende slauen
Hoe meyndy doordeel tontulien.
Wce v ghy Schriftgheleerde moordadich Ga naar margenoot+
Ghy guychelachtich saet Ga naar margenoot+
Ghy die als de verkeerde, onghestadich
Met uwen valschen raet Ga naar margenoot+
Het volck zijt laende quaet Ga naar margenoot+
Door inghestelde lasten Ga naar margenoot+
Seer swaerlick int bespien Ga naar margenoot+
Daer ghy den vingher niet en wilt aen tasten
Hoe meyndy doordeel tontulien.
Wee v die onueruleten, beneuen Ga naar margenoot+
Uerheft, verciert, en boudt Ga naar margenoot+
De grauen der Propheten verheuen
Die v voorvaders stoudt Ga naar margenoot+
Hebben verdruct benoudt Ga naar margenoot+
En seght met woorden crachtich Ga naar margenoot+
Hadden wy dat ghesien
Wy en souden int bloet niet zijn deelachtich
Hoe meyndy doordeel tontulien.
Dies spreect dit moechdy weten al vooren Ga naar margenoot+
Die wijsheyt Gods voorwaer Ga naar margenoot+
Ick sal van mijn Propheten verkooren Ga naar margenoot+
Tot v lieden senden claer Ga naar margenoot+
Dien suldy doon eenpaer Ga naar margenoot+
Op dat het bloet sou strijden Ga naar margenoot+
Teghen v boos gheschien Ga naar margenoot+
| |
[pagina 380]
| |
Ga naar margenoot+ Dat ghestort is sichtent Abels tijden
Ga naar margenoot+ Hoe meendy doordeel tontulien.
Ga naar margenoot+ Prince veruult de maten seer vierich
Ga naar margenoot+ Ws vaders ganghen snoot
In steden en in straten bloetghierich
Ga naar margenoot+ Tot dat tghetal mijnioot
Ueruult sal wesen bloot
Uerdruct in al v ganghen
Gods wtuercoren lien
Ga naar margenoot+ Ey valschen aert, en ghebroetsel der slanghen
Ga naar margenoot+ Hoe meyndy doordeel tontulien.
|
|