Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– Auteursrechtvrij
[pagina 263]
| |
KInderkens in Christo fijn Ga naar margenoot+
Ter werelt hier versteken Ga naar margenoot+
En wilt doch niet verwondert zijn Ga naar margenoot+
Door tvier des lijdens treken Ga naar margenoot+
Want daer staet claer beschreuen
De zijne wilt hy castijden
Die Christo zijn ghegheuen Ga naar margenoot+
Moeten ter weerelt lijden Ga naar margenoot+
Maer wilt v dies verblijden Ga naar margenoot+
In alder stonden wijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich beuonden zijt.
Sijdy van elck behaet, versmaet Ga naar margenoot+
Alleene om Christus name Ga naar margenoot+
So sidy salich (my verstaet) Ga naar margenoot+
Beurijt voor sviants blame Ga naar margenoot+
Want al Gods wtuercoren Ga naar margenoot+
Heeftmen oyt sien verdouwen Ga naar margenoot+
Ia Christus selue aluoren Ga naar margenoot+
Heeftmen oock sien benouwen Ga naar margenoot+
Dies ghy mans en vrouwen Ga naar margenoot+
Uerblijt v in desen tijt Ga naar margenoot+
Dat ghy zijns lijdens weerdich beuonden zijt. Ga naar margenoot+
Kinders weest cloeck en wel ghemoet Ga naar margenoot+
Schept int cruyce een verhueghen Ga naar margenoot+
Want desen tijt ter weerelt vroet
Heeft hier een cleyn vermueghen Ga naar margenoot+
Al wilt v de Heere proeuen
Ghelijck tgout inden viere Ga naar margenoot+
En wilt v niet bedroeuen In alsulcken dangiere
Met herte goedertiere Ga naar margenoot+
Danct Christus ghebenedijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich beuonden zijt. Ga naar margenoot+
Al werdy veroordeelt ter doot
Peyst tis v so voorsproken Ga naar margenoot+
En schaemt v niet in sulcken noot
Al wort het lijf ghebroken
| |
[pagina 264]
| |
Gaet voort, staet vast int goede
Helpt Christus name prijsen
Uerseghelt metten bloede
Gods woort, vreest gheen afgrijsen
Strijt cloeck sonder herdijsen
Gods goetheyt claer belijt
Ga naar margenoot+ Dat ghy zijns lijdens weerdich beuonden zijt.
Ga naar margenoot+ Peyst mijn alderliefste certeyn
Ga naar margenoot+ Dat ghy door Gods ghenade
Ga naar margenoot+ Onder so menich duysent reyn
Ga naar margenoot+ Ghecoren zijt wt tquade
Ga naar margenoot+ Tot een eewich regneren
Ga naar margenoot+ Met God in shemels throone
Dits groot verconsoleren
Uoor die in swerelts woone
Crijghen de doot ten loone
Hier in slichaems berijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich beuonden zijt.
Ga naar margenoot+ Kinders tis grooten troost voorwaer
Sijns lijdens deelachtich tzijne
Ga naar margenoot+ Want daer door tuycht den gheest eenpaer
Ga naar margenoot+ Dat hy tallen termijne
Ga naar margenoot+ U roept tot shemels eruen
Door sulck trouwich verclaren
Tot een vruechdich verweruen
Door dit druckich beswaren
Als al Christus dienaren
Ga naar margenoot+ Uerhuecht inden gheest subijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich beuonden zijt.
Op dat ghy inden tijt bekent
Ga naar margenoot+ Sijnder toecomste reene
Uerhueghen muecht met blijschap gent
In Christo alle ghemeene
Rust op zijn woort ghepresen
En acht grief noch dolueren
Ga naar margenoot+ Maer weest verblijdt in desen
Ga naar margenoot+ Alsmen v doet al vueren
| |
[pagina 265]
| |
Om Christus name trueren
In als weest dan verblijt
Dat ghy zijns lijdens weerdich beuonden zijt
Ureest den Heere. |
|