Veelderhande gheestelicke liedekens
(1558)–Anoniem Veelderhande gheestelicke liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse: Nv alle ontwaeckt.
GOds woort prijst claer, int openbaer Ga naar margenoot+
Ghy zijt eenpaer, door dwoort Gods herboren
Wie niet wort voorwaer, wt dit saet eerbaer Ga naar margenoot+
Herboren gaer, sal eewich zijn verloren
Dit woort Gods maect ons wtuercoren
Dus latet vast aen v beclijuen
Alle vleesch als gras, vergaet seer ras Ga naar margenoot+
En smelt als was, dwoordt Gods sal eewich blijuen. Ga naar margenoot+
Och vroom belijdt, dwoort Gods altijt
En daer voor strijt, ghy Christen schare
Door twoort ghy zijt, ghebenedijt
Dus danct met vlijt, Gods woort eerbare
Dwoort Gods helpt ons wt alle vare
Het can v sonden wt wrijuen
Alle vleesch als gras, vergaet seer ras Ga naar margenoot+
En smelt als was, dwoort Gods sal eewich blijuen. Ga naar margenoot+
Het woort Gods smal, laet houden stal
Hier in dit dal, by v allegaren
| |
[pagina 132]
| |
Godt seyt met schal, salich zijn al
Ga naar margenoot+ Die mijn wort sal, hooren ende dat bewaren
Dus latet vroech in v vergaren
Wiltet in v herte schrijuen
Ga naar margenoot+ Alle vleesch als gras, vergaet seer ras
Ga naar margenoot+ En smelt als was, dwoort &c.
Dat Godlick woort, altoos aenhoort
Blijft niet verstoort, maer wilt zijn vruchten smaken
Met goet accort, zijn wil oorboort
Ga naar margenoot+ Op dattet voort, v siele mach salich maken
Och wilt niet slapen maer ontwaken
Ga naar margenoot+ Dit woort wilt in v herte drijuen
Ga naar margenoot+ Alle vleesch als gras, vergaet seer ras
En smelt als was, dwoort &c.
Ga naar margenoot+ Siet dwoort Gods pleyn, is geest alleyn
Ga naar margenoot+ En tleeft heel reyn, so stater gheschreuen
Tis tware greyn, een licht ghemeyn
Den wech certeyn, ten eewighen leuen
Het is een cracht Gods sonder sneuen
Ga naar margenoot+ Ia dat harnas om onse lijuen
Ga naar margenoot+ Alle vleesch als gras, vergaet seer ras
Ga naar margenoot+ En smelt als was, dwoort Gods &c.
Ga naar margenoot+ Dwoort Gods vermaert, so schrift verclaert
Ga naar margenoot+ Is tgheestelick swaert, in alle tijden
Ga naar margenoot+ Tis scherp van aert, twelck onghespaert
Can onueruaert, aen beyde zijden snijden
Dit woort Gods heeft ons gaen beurijden
Ga naar margenoot+ Ghelooft mannen ende wijuen
Alle vleesch als gras, vergaet seer ras
Ga naar margenoot+ En smelt als was, dwoort Gos &c.
Ons dwoort Gods goet, verlichten doet
Die herten soet, tmaect daghen van nachten
Twoort ons behoet, tdoot vleesch en bloet
Thoudt cracht met spoet, en oordeelt die ghedachten
Tmaect salich alle gheslachten
| |
[pagina 133]
| |
Het can die gheest verstijuen
Alle vleesch als gras, vergaet seer ras
En smelt als was, dwoort Gods sal eewich blijuen Ga naar margenoot+ Ga naar margenoot+
Ghy vrienden laet, dat Godlick saet Ga naar margenoot+
In v doen baet, oft ghy sult zijn verloren
Weest gheen hoorders quaet, doet na Gods raet
Thoudt werck en daet, dat ghy zijt nieus herboren
Niet al die roept Heer Heer is wtuercoren Ga naar margenoot+
Maer die Gods wille bedrijuen Ga naar margenoot+
Alle vleesch als gras, vergaet seer ras
En smelt als was, dwoort Gods sal eewich blijuen. Ga naar margenoot+ Ga naar margenoot+
Rechtueerdich zijn, wy alle fijn
Op dit termijn, door twoort Gods ghepresen
Gheen geueynstheyt dijn, noch verdienst hoort mijn
Noch heylich schijn, mach v verlossinge wesen
Dwoort Gods alleen can ons ghenesen
Dus laet gheen boosheyt aen v cliuen
Alle vleesch als gras, vergaet seer ras Ga naar margenoot+
En smelt als was, dwoort gods sal eewich bliuen. Ga naar margenoot+
Troost ons o Heer, ons Prince seer
U geest sendt neer, laet v woort in ons schijnen
Ons recht begeer, is na dijn leer
Laet nemmermeer, ons van v woort verdwijnen
Al lijden wy om v woort veel pijnen
Al wiltmen ons daer om ontlijuen
Alle vleesch als gras, vergaet seer ras Ga naar margenoot+
En smelt als was, dwoort Gods sal eewich blijuen. Ga naar margenoot+
|
|