Veelderhande schrifturelijke leysenen ende gheestelijcke liedekens alle menschen tot devotie verweckende(ca. 1587)–Anoniem Veelderhande schrifturelijke leysenen ende gheestelijcke liedekens alle menschen tot devotie verweckende– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Had ick vloghelen als een Arent grijs] HAd ick vloghelen als een Arent grijs Ick soude soo hooghe vlieghen, Daer boven in dat Paradijs Tot mijnen soeten lieve. Dan soude ick segghen: Vader mijn Wanneer sult ghy my halen Wt dese allende van aertrijck In uwer hoochster Salen. Waer is de dochter van Syon Ick wilse vrolijck maken Ick wil haer eene bootschap doen Van alsoo blijder saken. Den hoochsten inder minnen Dat is Jesus Marien Sone Godt laet ons hem ghewinnen Hier boven inden throone. Dat hemel en aertrijck Noyt en ontluycken Dat sal een suyver maghet reyn In haren lichaem sluyten. De duysternisse is ons verclaert Het licht is opgheresen Een maghet heeft een kint ghebaert Dat mach wel wonder wesen. Dat kint was teerder ende cranck Een maghet moestet voeden T'is recht dat wy hem weten danck [pagina 26] [p. 26] Van zijnder grooter ootmoeden. Heer Jesus Christ wat hebt ghy ghemeent Wy souden u soo gheerne vraghen Dat ghy hier dus light en weent, Ghy zijt soo ionck van daghen. Dat dus viel, ende dat was ongereet, Dat moghen wy nu ghebruycken Dat Adam inden Appel beet Dat dede den hemel sluyten. O Moeder Godts van hemelrijck, Des Coninckx inden throone Bidt voor ons allen innichlijck Jesum uwen Sone. Dat wy daer boven moeten Daer die Enghelen vrolijck singhen U ende uwen kinde groeten, Dat wilt ons Godt ghehinghen. Vorige Volgende