Veelderhande liedekens, gemaect uut den Ouden ende Nieuwen Testamente
(1582)–Anoniem Veelderhande liedekens– AuteursrechtvrijC Na de wijse: Die ooghen om sien, hebben, mogen aenschouwen.
TOt v O mijn Heer
Mach ick wel droeuich claghen
Als ick sie hoe seer
Datmen v Bruyt gaet iaghen
Die niemant yet
Misdeet, is nerghens vry
Die leeft in vreet
Veruolghen sy.
Wildy salich zijn
O Bruyt mijn Ga naar margenoot‡ erfghename
Ga naar margenoot*Druckt v neer, lijt pijn
Ga naar margenoot†En wilt v dies niet schamen
Ick heb om dy
Ga naar margenoot‡Des Sathans hooft vertreen
Daerom steeckt hy
Dus in v zeen.
Eylaes O mijn Heer
| |
[Folio 322r]
| |
Sathan steeckt my ter neere
Ga naar margenoot†Als een vrouwe teer
Die baert in pijnen seere
Oock als een Roos
Ga naar margenoot‡Onder den Doorn opwast
Ben ick altoos
Des lijdens gast.
Ga naar margenoot* Noch een weynich lijt
O Bruyt tsal nemen keere
Als de werelt crijt
Ga naar margenoot†En roept Berghen valt neere
Dan suldy staen
Ga naar margenoot‡En blincken als de Son
Ga naar margenoot*Een wit cleet aen
O Bruyt Sion.
Ghenadighe Heer
Wanneer sal dit ghebueren
Ga naar margenoot†Na v langt my seer
Ga naar margenoot‡Sathan wil my verschueren
Mijn eyghen vleys
Doet my so dick ghewelt
Mijn sondich ghepeys
My oock seer quelt.
Ga naar margenoot* Eens Christens leuen es
Op Aerden niet dan strijden
Ga naar margenoot†Aengrijpt mijn woort, dat mes
Verwint tot allen tijden
In mijn aenuanck
Ga naar margenoot‡Had ick gheen plaets noch huys
Ga naar margenoot*Den Kelck ick dranck
En droech mijn cruys.
Ga naar margenoot† Neemt toch wech van mijn
Ist mogelijck O Heere
Desen Kelck der pijn
Valt my te swaer ick teere
Ga naar margenoot‡Mijn vleesch is cranck
Mijn Gheest willich bereyt
Ga naar margenoot*Na der slachbanck
Te zijn gheleyt.
| |
[Folio 322v]
| |
Ick help v O Bruyt
Ga naar margenoot†En roep v met v Name
Ga naar margenoot‡Wijckt ten strijt niet vuyt
Ga naar margenoot*Ick v Hooftman bequame
Sal voor v staen
Ga naar margenoot†In water en in vuer
Ga naar margenoot‡En v ontfaen
Ga naar margenoot*Als een kint puer.
Als ick tperijckel denck
Inder woestijne langhe
Ga naar margenoot†Bitter water drenck
Ga naar margenoot‡En tbijten vander Slanghe
Ga naar margenoot*So sorch ick seer
Dat ick v Name groot
Versaeck O Heer
Sterckt my in noot.
Ga naar margenoot† Niet een hayr en sal
Van uwe hooft afglijden
Oft tbelieft my al
Ick stae tot uwer zijden
Haest v treet voort
Met Josua na dlant
Ga naar margenoot‡Door denghe poort
Spijt v viant.
Ga naar margenoot* Sijt ghenadich Heer
Mijn viants die my haten
Haer hert omme keer
Dat sy tveruolghen laten
Ga naar margenoot†Sy weten niet
Wat sy quaets doen, O Godt
Helpts wt tverdriet
Bid ick int slot.
|
|